Antwoord ministervan C.R.M.
Het liefdeleven van Jezus Christus'
Aan Het Hoofdbestuur van de Geref. Bond in de Ned. Herv. Kerk, van Hogendorplaan 50 , Huizen N.H.)
Verschillende Nederlanders, waaronder u, hebben van hun verontrusting blijk gegeven over de produktie van een Deense film, getiteld: 'Het liefdeleven van Jezus Christus'. Mij werd in vele gevallen gevraagd te bevorderen, dat de invoer of vertoning van deze film in Nederland wordt verboden. Naar aanleiding daarvan moet ik u er allereerst op attenderen, dat de Nederlandse rijksoverheid geen mogelijkheid heeft in te grijpen in de productie van deze film.
Met betrekking tot de eventuele invoer en vertoning van de film in Nederland zou sprake kunnen zijn van mogelijke toepassing van de volgende wetten:
1. In-en tütvoerwet
Blijkens bij het Ministerie van Economische Zaken ingewonnen informaties biedt deze wet geen mogelijkheid de invoer van een film op grond van overwegingen samenhangende met kwetsing van godsdienstige gevoelens, te verbieden.
2. Bioscoopwet
Ingevolge deze wet mogen in het openbaar geen films worden vertoond dan indien en voor zover zij door de Centrale Commissie voor de Filmkeuring als niet in strijd met de goede zeden of de openbare orde zijn toegelaten.
Voorts kan de burgemeester de openbare vertoning van een door de Commissie doorgelaten film verbieden als van zulk een vertoning stoornis van de openbare orde is te duchten.
Met de uitvoering van de Bioscoopwet is de Minister van Binnenlandse Zaken belast.
Het adres van de Centrale Commissie voor de filmkeuring is: Joan van Hoornstraat 1, 's-Gravenhage.
3. A) Wetboek van Strafrecht, art. 420
Ingevolge dit artikel is onder meer de invoer van een afbeelding, aanstotelijk voor de eerbaarheid, verboden.
B) Wetboek van Strafrecht, art. 147a.
Ingevolge dit artikel is onder meer het in vooraad hebben van afbeeldingen, die als smalende godslasteringen voor godsdienstige gevoelens krenkend zijn, verboden.
Zoals u bekend zal zijn behoort de beoordeling van de vraag of van overtreding van strafbepalingen sprake is, uitsluitend tot de competentie van de justitiële autoriteiten.
Uit perspublikaties is mij duidelijk geworden dat de door u bedoelde film nog niet geproduceerd is; het lijkt mij derhalve onwaarschijnlijk dat het Openbaar Ministerie zich reeds een oordeel over deze film heeft gevormd.
Ik vertrouw gaarne dat ik u met het bovenstaande voldoende heb ingelicht.
De Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, namens de Minister, de Directeur-Generaal voor Culturele Zaken, w.g. (mr. R. Hotke)
(Voor commentaar, zie het stukje: 'Gesignaleerd!')
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 oktober 1973
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 oktober 1973
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's