Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. G. Puchinger, Theologische persoonlijkheden, 226 biz. prijs f 19, 90, Kok, Kampen, 1973

Puchinger is behalve als historicus, schrijver van een forse dissertatie over Colijn, vooral bekend als interviewer. Daarnaast heeft hij een aantal kleinere publicaties, artikelen en essays in dagbladen en tijdschriften op zijn naam staan, waarvan er hier een aantal gepubliceerd zijn. Het zijn theologische persoonlijkheden die de auteur deels door studie, deels door persoonlijke contacten heeft leren kennen. Zo treffen we hier een uitvoerig opstel aan over Erasmus, dat vele interessante details bevat, getuigt van grote belezenheid, maar m.i. toch wat te kort schiet in theologische diepgang. De strijd om de vrije wil is beslist geen zaak, die zijn actualiteit verloren heeft. Op blz. 30 wekt de schrijver, misschien onbewust, deze indruk. Maar een boeiend portret is het wel geworden. Dat geldt trouwens van deze hele bundel. Ik denk aan het fraaie opstel over Thomas Becket, aan de causerieën over Herman Bavinck. Voorts aan belangwekkende figuren uit het r.k. leven van de vooroorlogse jaren en de oorlogstijd. Wist u dat Kuyper en Schaepman gecorrespondeerd hebben over een roomse dienstbode? De correspondentie vindt u in deze bundel.

Hervormden zullen vooral grijpen naar de stukken over Joh. de Groot, M.v. Rhijn, O. Noordmans, A. A. V. Ruler. Bewonderenswaardig is de wijze waarop de auteur in prettig leesbare vorm een heel stuk eigentijdse theologiegeschiedenis meegeeft.

Ook in deze bundel verloochent Puchinger zijn liefde en bewondering voor Schilder niet. Het Vaticaanse concilie krijgt eveneens royale aandacht, al blijft de auteur hier wel steken in het journalistieke en anecdotische. Of de schrijver helemaal ontkomen is aan persoonlijkheidsverheerlijking? Hier en daar wagen we het een vraagteken te zetten. De confrontatietheologie van Berkouwer is me wel eens wat teveel releveren van standpunten en te weinig critisch, al geef ik de auteur gaarne toe, dat Berkouwer een kundige gids is op het terrein van de contorverse Rome-Reformatie.

Opvallend is overigens wel, dat Puchinger zijn theologische persoonlijkheden wel vaak uit een bepaalde hoek laat komen. Men kan zeggen: Dat is de vrijheid van een auteur, en dat is ook zo. Niettemin valt het ook hier op, wat ons ook telkens treft bij de bundels interviews dat de Hervormd-Gereformeerde sector ontbreekt.

Wat me toch niet verhindert om te zeggen: Als u in kort bestek een aantal uitstapjes wilt maken in de theologie aan de hand van een gids, die tegelijk een prettig causeur is, dan kunt u in dit voortreffelijk geschreven boek terecht. Het zal ongetwijfeld zijn weg naar de lezers wel vinden.

Utrecht

A. Noordegraaf

Ds. J. Overduin, DE KUNST VAN HET ZIEK ZIJN. Kok Kampen, 1973. 104 blz. Prijs ƒ7.90.

Ds. Overduin heeft enige maanden als 'Hoogtezonpastor' voor de NCRV microfoon kontakt met zieken gehad. Daaruit is dit boekje ontstaan. De schrijver wil zieken helpen door op hun vragen in te gaan. Hij vermijdt daarbij de gemakkelijke weg van de goedkope oplossingen. Er zijn vragen waarop hij ook het antwoord niet weet.

De toon van dit geschrift is uitermate pastoraal. Onderwerpen als: 'Mag ik bang zijn? . Kan het geloof te veel verwachten? . Vloeken of aanbidden. Het mysterie blijft. Lastige zieken' komen aan de orde.

Men krijgt de indruk dat de auteur nu eens met gezonden dan weer met zieken in gesprek is en 'n volgende keer over zieken schrijft. De stof is daardoor wel wat breder dan de titel doet vermoeden.

Niettemin een boekje waar menig zieke hulp in kan vinden. Het is ook aan te bevelen aan hen die veel met zieken omgaan. Wat mij het meest heeft toegesproken is het feit, dat Overduin voortdurend weer naar de Here Jezus Christus en God de Vader verwijst, en op de genade in alle strijd en leed de nadruk legt.

W. H. Velema

Dr. J. M. van Minnen, WOORDEN WEGEN. Mehiema Delft, 59 blz. Prijs ƒ 2, 90.

De ondertitel van dit boekje luidt: Kort signalement van 24 bijbelse woorden in nieuwe belichting. Wie het boekje rustig bekijkt ontdekt dat zowel op het kort signalement als op de nieuwe belichting de nadruk gelegd wordt.

Het gezichtspunt van waaruit de woorden belicht worden is dat van de moderne theologie. Men behoeft niet ver te bladeren om dat te zien. De auteur heeft een vaardige pen en weet origineel te formuleren.

Hij schreef dit boekje voordat de geloofsleer van Berkhof uitkwam. In veel opzichten blijkt hij met diens standpunt verwantschap te vertonen.

Er zit in deze belichting een verkorting van het bijbelse spreken. Ik denk aan wat over het geloof gezegd wordt: het is een manier van handelen, een wijze van in het leven staan. Alsof voor geloof niet in de eerste plaats karakteristiek is het vertrouwen op God en zijn beloften. De hemel is een dimensie van ons bestaan op aarde. Het eeuwige leven is, dat de dingen op deze aarde in de door God gewilde orde komen te staan en beleefd worden. Wie voor de status quo pleit, moet horen dat de liefde van God voor deze wereld niet in hem is. Het offer in de verzoeningsleer betekent niet dat er betaald moest worden. Die gedachte is uit een niet-joodse offerpraktijk binnengeslopen. In de verzoeningsleer toont de auteur zich een medestander van Wiersinga's gedachten.

Het enige wat van de protestants-orthodoxe visie overblijft is de opstanding. Daaraan wil de auteur niet getornd hebben.

Het spijt ons dat we moeten zeggen, dat deze uitleg 't zicht op de bijbelse woorden eer beneemt dan verheldert. Met deze popularisering van de moderne theologie achten we geen gemeentekring gebaat. Wat is het nodig dat de Bijbel zelf aan het woord komt. Hier gaat de Bijbel niet open. Het boekje wordt helaas gekenmerkt door 'n horizontalisering van bijbelse kernwoorden.

W. H. Velema.

H. J. Hegger, HAND IN HAND MET ROME? , 182 blz., ƒ 14, 50, Uitg. T. Wever, Franeker, 1973.

De auteur, bekend door zijn arbeid als predikant-directeur van de stichting 'In de rechte straat' beantwoordt in dit populaire geschrift de vraag of wij hand in hand met Rome kunnen optrekken met een hartgrondig neen. Br is èn in het rooms-katholicisme èn in het protestantisme in de naoorlogs jaren wel veel veranderd, maar het stelsel van de roomskatholieke kerk is onverwoestbaar, zegt de schrijver, die daarbij een woord aanhaalt van een Nijmeegse hoogleraar: het kerkelijke systeem heeft zichzelf gewapend tegen aanslagen op het kerkelijk gezag en tegen aanslagen op de traditionele leer. Ds. Hegger hoopt, dat menig lid van de r.k. kerk door het lezen van dit boek de ogen voor de waarheid zullen opengaan en dat dit boek voor protestanten een waarschuwing zal zijn.

De schrijver gaat voortdurend uit van de leerbeslissingen van het concilie van Trente, dat zich van het begin af sterk tegen de reformatorische leer heeft opgesteld. Daarnaast brengt hij menigmaal de nieuwe catechismus van de r.k.k. ter sprake (1966), die in '69 een aanvulling vanuit Rome onderging, waarbij al te vrijmoedige stellingen uit de catechismus werden gecorrigeerd of verzacht, bijvoorbeeld over de erfzonde en over de biecht. Ook ten aanzien van de leer der verzoening, zoals de catechismus die tekende maakte Rome bezwaar; hier staat (het oude) Rome dichter bij de gereformeerde confessie dan de nieuwe catechismus. De schrijver kan niet nalaten in te gaan op de beschouwingen van Dr. Wiersinga over de verzoening, zoals hij elders de Pinkstergroepen bij zijn betoog betrekt en over gebedsgenezing schrijft. Waarom, vraagt hij, zijn de gaven des Geestes zo weinig meer zichtbaar bij ons? — In het eerste deel schrijft Ds. Hegger over de ontdekking van Luther, het antwoord van Rome en wat daarmede samenhangt. In het tweede wordt uitvoerig de leer over de zeven sacramenten beschreven, zoals deze door het concilie van Trente is vastgesteld. Daarbij legt hij het accent op het feit, dat Rome zich zelf gelijk blijft; hij laat zien welk een grote afstand er is tussen Trente en Geneve. Maar op welke wijze r.k. theologen hun moderne opvattingen verdedigen, dat komt niet of nauwelijks aan de orde. — De wijze van bestrijden van anderen kan ik niet altijd waarderen. Soms ben ik het heel erg met de schrijver eens bijvoorbeeld als hij zegt: Wat kan een mens op een voor hem vaak verborgen listige manier zichzelf handhaven tegenover God.

H.

Bt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 1974

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 1974

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's