Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezen van school 2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezen van school 2

In gesprek met het gezin

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Moeten middelbare scholieren boeken lezen die we ze als ouders liever niet in handen geven ? In een vorig artikel is erop gewezen dat elke school betrekkelijk vrij is bij het vaststellen van een literatuurlijst en dat hier niet van een duidelijke verplichting sprake kan zijn. Toch zal wel geen enkele school eraan ontkomen om ook werken van schrijvers te bespreken die een gebied ontsluiten dat haaks staat op het christelijk levenspatroon. Dit geldt niet alléén de moderne literatuur; ook in vroeger eeuwen waren de literaire produkten vaak allesbehalve gestempeld door een christelijk levensbesef. Dat toch de problemen het meest markant naar voren komen bij de moderne literatuur komt door het bruter worden van de afval, en het volledig afrekenen met de bijbelse normen en waarden. In dat opzicht is de literatuur een afspiegeling van wat zich in de maatschappij voordoet. We vinden in onze tijd een bewust (en vaak ook onbewust) afrekenen met een cultuurpatroon waarin bijbelse waarden verankerd waren.

De literatuur toont dit onverbloemd; vandaar dat veel moderne schrijvers met perverse produkten komen die zonder omhaal aantonen welke duistere diepten het menselijk hart kent. Het lijkt^erop alsof goed en kwaad, alsof alle ethische normen hebben afgedaan en dat alles wat maar menselijk is, d.w.z. wat als menselijk gedrag voorkomt of als menselijke drift zich openbaart, ook verwoord en beschreven moet worden. Wat we van deze produkten leren is, dat de mens zonder God zich tot een dierlijk niveau kan verlagen. We leren eruit dat de zondeval geen mythe is, maar realiteit in het bestaan van de moderne mens. Moeten wij, en dan denk ik eerst nog aan volwassenen, van de getypeerde literatuur kennisnemen om te weten in welke tijd we leven ?

Om te weten in welke maatschappij we leven is het goed om zich ook te verdiepen in de moderne literatuur; we vinden hierin vaak de meest markante tekening ervan. Dat wil niet zeggen dat we ons — als we er niet beroepshalve toe verplicht zijn — moeten storten in alle pervers geschrijf. Met goede bedoelingen als: 'we moeten kennisnemen van wat er te koop is', kunnen we onze geest vergiftigen en ons tot zonde laten brengen. Een zondige, normloze uitdrukking van een zondige werkelijkheid kan ons tot zondige begeerten verleiden. Is de vermaning 'zich onbesmet te bewaren van de wereld' ook niet van toepassing op deze werkelijkheid ? Zelfs voor mensen die vanuit hun beroep (zoals leraren e.a.) verplicht zijn kennis te nemen van wat er op de markt komt is het vaak een zware worsteling om hier onbesmet doorheen te komen.

En onze scholieren ? Zij ontvangen literatuuronderwijs om kritisch te leren lezen, om de literaire smaak te verfijnen, om ook een werk tegen de achtergrond van de tijd waarin het geschreven is te kunnen begrijpen. Zij moeten leren onderscheiden. Op een christelijke school betekent dat niet dat we boeken moeten kunnen beoordelen op alléén maar literaire maatstaven. Het gaat er ook om dat leerlingen de strekking van het boek leren verstaan. Het gaat erom dat ze de levens­ visie, levensbeschouwing van de schrijver uit het werk leren lezen. Dat tegen de achtergrond van allerlei maatschappij-visies en wereldbeschouwingen. En dat dan weer in confrontatie met de bijbelse mensbeschouwing. Dan spelen ook nietliteraire normen mee bij de totaalbeoordeling van een werk. Zo leren we voluit kritisch lezen.

Bij oudere leerlingen — en om hen gaat het als we over literatuuronderwijs spreken — zal deze confrontatie met nietchristelijke levensvisies op allerlei wijze plaatsvinden. Dat is niet erg, als er maar een goede begeleiding is vanuit de bijbelse levenshouding. Een kritisch doorlichten van de tijd is ook voor onze jongeren noodzakelijk.

In deze confrontatie zal ook het moderne levensbesef dat uit de literatuur spreekt aan de orde komen. Dat is nodig, als het maar behandeld wordt, besproken wordt en niet alleen ondergaan wordt.

Alle nadruk valt hier op de begeleidende functie van de leraar: is hij werkelijk op deze wijze bezig, of laat hij zich slechts door zuivere literaire maatstaven leiden, waarbij de inhoudelijke waarde van het boek niet mag meespreken. In het contact met de school over deze kwesties mogen deze vragen aan de orde komen. Er kan vanuit de ouders gewezen worden op de vrijheid die elke school in dit opzicht heeft. Er kan vervolgens gewezen worden op de verantwoordelijkheden die een christelijke school heeft, juist bij de behandeling van literatuur. Ouders van schoolgaande jongeren moeten beseffen dat op school hedendaagse cultuuruitingen aan de orde komen. Dat dit helaas geen christelijke cultuur is, maar dat het nodig is dat onze jongeren hiervan kennis nemen. Zij mogen verwachten dat een christelijke school duidelijk positie kiest en leiding geeft aan dit gebeuren. Doet ze dit niet, dan verzaakt de school haar opdracht en maakt ze geen gebruik van de vrijheid die elke school in dit opzicht in ons onderwijsbestel nog heeft.

Is het noodzakelijk dat onze jongeren via de literatuur kennisnemen van het moderne levensbesef en de verschillende levensvisies, dat wil niet zeggen dat er geen grenzen getrokken moeten worden. Met dit uitgangspunt gaan we niet stellen: lees maar aan, het doet er niet toe wat. Daar waar het moderne leven pervers wordt beschreven, daar waar de geboden van God openlijk met voeten worden getreden ligt ook de grens waar een christelijke school moet zeggen: hier breng ik mijn leerlingen niet in.

Ouders van leerlingen op een christelijke school mogen dan ook protest aantekenen wanneer hun kinderen gedwongen worden om kwetsende of perverse literatuurprodukten te lezen. Het móet niet, althans niet volgens de wet, en het hóeft niet om deze tijd te leren kennen. Wanneer we inzien dat het voor de vorming van belang is kennis te nemen van de moderne literatuur, dan is er wel een zodanige selectie te maken dat aanstootgevende werken niet aan de orde hoeven te komen. Bij de samenstelling van de literatuurlijst is het de plicht van een christelijke school om hiermee rekening te houden.

'Ze lezen deze boeken toch wel', is het vaak gehoorde commentaar op deze opvatting. 'Dan nog beter op school, dan

kunnen we er tenminste zinvol over praten' wordt daaraan toegevoegd.

Er zijn misschien voorbeelden waarbij leraren op deze wijze een gunstige invloed kunnen uitoefenen. Er zijn meer voorbeelden waar de wegwijzer ontbreekt en het 'gewoon' wordt dat literatuur schaamteloos God onteert.

Wat is een goede begeleiding van belang; wat is het van belang dat onze jongeren met zorgvuldigheid leren lezen en dat ze daarbij geholpen worden door hen die voor hun vorming mede-verantwoordelijk zijn.

Krimpen a/d IJssel

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 mei 1974

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Lezen van school 2

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 mei 1974

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's