Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Grote blijdschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Grote blijdschap

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

'en er werd grote blijdschap in die stad' (Handelingen 8 vs. 8)

Het is eigenlijk onbegonnen werk: Christus verkondigen, die naam zomaar te laten vallen, of liever'hoog te heffen, in een wildvreemde stad, waar mensen wonen die er een eigen godsdienst op nahouden: Samaritanen. En toch, het haalt wat uit. De velden zijn wit om te oogsten had de Heere Jezus gezegd. Philippus slaat de sikkel van de prediking in het rijpe graan. Er is sprake van de scharen, en van de stad. Het grijpt ver om zich heen. De mensen horen het, en... Dat is spannend. Zullen ze teleurgesteld naar huis terugkeren; wat moeten zij met deze Christus doen ? Zullen zij ? Vragen wij liever: wat zal de Heilige Geest doen; wat zal Christus doen, die aan de macht is, en dus machtig is om mensen door Woord en Geest te trekken. Daar mogen wij toch wat van verwachten, en verwachting bevleugelt het gebed: Och Heere geef nu heil, och Heere geef nu voorspoed.

De schare luistert met aandacht. Wat die man zegt, is treffend, daar kunnen ze zich niet aan onttrekken, zij geloven. Het geloof is uit het gehoor, zij leveren hun eigen gedachten uit aan het Woord Gods. Ieder denkt er zo het zijne van. Gods Woord opent de aanval; wij leren de ene gedachte na de andere gevangen te geven tot de gehoorzaamheid aan het Evangelie. En ze doen dat hier niet oppervlakkig, niet terloops. We lezen dat ze zich eenparig houden aan wat door Philippus gezegd wordt. De waarheid bevrijdt hen van hun waan en hun droom, de waarheid maakt hen ook standvastig. Bij het Woord voegt de Heere de teke­

nen. Er gebeuren wonderen in die stad tot tekenen van de komst van het Koninkrijk Gods. Waar het rijk doorbreekt — wonderlijke doorbraak van boven — daar geschieden tekenen en wonderen. Zo was net tijdens de omwandeling van de Heere Jezus en na de uitstorting van de Heilige Geest wel heel bijzonder het geval. Het blijft echter de vraag, of wij vandaag, die tekenen kunnen missen in de gemeente. Wij kuimen geen wonderen maken, en de krampachtigheid waarmee het hier en daar plaatsvindt, verdient geen aanbeveling. Laat staan wanneer het een zaak van reputatie en reclame wordt. Maar Dl] het Woord en bij de Geest hoort ook het wonder. Zou er weinig doorbrekend ^erk zijn in de gemeente ? Sukkelen we 3i te gemoedelijk verder ? Het zijn maar yragen, die opgeroepen worden door de tekst van onze overdenking.

God doet hier tekenen. Christus is overwinnaar. Kijk maar. Verlamden en kreupelen worden genezen, ze kunnen weer goed uit de voeten. Wat ons vooral opvalt ? Vele onreine geesten moeten het veld ruimen voor deze Vorst. Duivelse geesten hadden bezit genomen van mensen, om te tonen, dat ze alles over ons mensen te zeggen hebben. Wie zal hen uitdrijven ? De prediking van Christus wordt hun te machtig; onder luide kreten van spijt en pijn, laten ze hen los, en verdwijnen. Jezus leeft nog. Hij heeft menige onreine geest uitgeworpen.

Christus is gekomen om de werken des duivels te verbreken, om hem zijn prooi te ontrukken. Zoudt u denken, dat er geen bezetenen meer zijn ? U moet nu niet meteen en zeker niet alleen aan gestoorde mensen denken; we kunnen iedere gestoordheid niet tot een boze geest verklaren. Zijn er soms geen boze machten meer, die zich van ons meester maken, zodat we willoze werktuigen van het kwaad worden. Onreine geesten, die de gedachten en de harten vertroebelen en vervuilen. Lijkt het niet alsof ze vrij spel hebben. Waar de prediking inboet aan betekenis, waar het Woord de deur wordt gewezen, staat menig huis leeg. Het is te vrezen dat de woning van onze westerse beschaving leeg staat. Zulke huizen blijven echter niet leeg staan. Ze worden gekraakt ! De boze geesten huizen er weldra met hele horden. U ziet het om u heen, waarmee mensen alzo bezeten kunnen zijn. Merkt u het zelf niet, hoe gevaarlijk het is, wanneer het Woord Gods het niet langer voor het zeggen heeft ? Dat Woord is nog een kracht tot bevrijding; het breekt de ban van satan. Woorden en wonderen. De wonderen dienen het Woord, ze leren het ons geloven. Of is het andersom: het Woord dat geloofd wordt doet wonderen. De proef op de som van het geloof. De schare houdt zich aan dat Woord. Wat Philippus zegt is waar.

Ze waren daar in Sichem betoverd door een zekere Simon. Ze waren wég van wat die man deed en sprak: Deze is de grote kracht Gods. Wat een man! Betoverd worden we vandaag door de daverende woorden en de denderende daden — o dat lawaai — der mensen. Wat een tijd, geweldig. We kunnen alles, we mogen alles. Betoverd staren we naar de beeldbuis, betoverd volgen wij de wedstrijd, betoverd en beneveld storten we ons in vermaak en vertier. Betoverd tellen we ons geld, betoverd... Zo zou ik kunnen doorgaan. Wetenschap en techniek brengen ons in vervoering. Christus verbreekt die betovering. Hij ontnuchtert ons; Hij is de grote kracht Gods, Hij alleen. En die eertijds — nu zijn we weer in Sichem — aan Simon hingen, hangen nu aan het Woord, dat Christus verheerlijkt. Wat een •verandering.

Waar Christus binnentrekt, waar de prediking ontdekkend en verlossend haar werk doet, daar geldt vandaag nog: En daar werd grote blijdschap in die stad. Sichem was geen stad zoals Rotterdam of Gouda. Het was een 'stadje'. Maar het woord stad roept toch allerlei beelden en wensen wakker. De stad loopt ook steeds verder het platteland in, en drukt steeds meer een stempel op de samenleving. In de stad, daar lééft men, meent nienigeen. Het leven, dat in de dorpen kruipt — wie herinnert zich z'n jeugd niet — bruist door de steden, als het bloed door een slagader. Het bruisende leven, dat is het. Al weet leder wel, dat de stad aan ver kalking lijdt, en dat de eenzaamheid, de verveling, de vervreemding er hand over hand toenemen.

Wat vindt men in de 'stad'. De lol. Steden zijn centra van vermaak, lol trap^ pen!, luidruchtig en ontuchtig. Tikt u tegen die lol, dan klinkt ze hol, akelig hol. Dan, ineens is er de rel. Rel schoppen ! Een gevoel van onbehagen, dat tot alles kan leiden. Ook de rel klinkt hol. Het is leven maken, waar echt leven ontbreekt. De orde wordt hersteld, ach de orde kan zo leeg zijn. Er gaat wat om in de stad, waar de mensen dicht op elkaar, wonen, ieder als een vogeltje in zijn eigen Jcooitje, goed in de veren of al in de rui^ het voederbakje gevuld, met z'n natje en z'n droogje. We willen er, na verloop van tijd wel eens uit! Kan dat nog ? Is de stad soms betoverd, is ze betoverend ? En

maakt dat de mensen bang. Iedereen roept om een happening, de jeugd het hardst. Dat er iets gebeurt, onverschillig wat. Want in dat bruisende leven gebeurt zo weinig.

In de stad van Samaria gebeurt wat. Wij kunnen lol trappen en een rel schoppen. Christus schept vreugde. Grote blijdschap als vrucht van Zijn werk, als vrucht van de Geest. Kent u die blijdschap ? Ze is met geen andere vreugde te vergelijken. Ziet Ik verkondig u grote blijdschap. Veel blijdschap, het kan niet op. Ze sijpelt door, ze druppelt neer, ze valt als de regen, ze stroomt de harten en de huizen binnen, ze loopt over de randen van het gezin heen, de stad in. Christus brengt de ware levensvreugd mee. Voor de enkeling: straks reist de kamerheer zijn weg met blijdschap. Voor de gemeenschap, de samenleving in stad en land. Het is een veeg teken, dat er zo weinig vreugde meekomt met het Evangelie. We mogen daar wel om bidden voor ons en voor onze kinderen. Want alleen déze vreugde, de vreugde van het heil, zal het houden!

Deze stad in Samaria wordt een tweede Jeruzalem, de muren heten heil, de poorten lof. Een voorstad van het hemelse Jeruzalem, de stad van de toekomst, die eens nederdaalt uit de hemel. Eeuwige blijdschap ! Die vreugde wordt hier ontvangen, wanneer we ons houden aan het Evangelie. Ze zal geen einde nemen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 1974

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Grote blijdschap

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 1974

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's