Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gezag 2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gezag 2

In gesprek met het gezin

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij bespraken in ons vorig gesprek, dat wij in de eerste plaats de gezagdragers in het gezin vinden. Vader en moeder hebben — in opdracht van de Heere — 'het te zeggen'. Toch zijn er nog meer gezagsverhoudingen, dan die in het gezin.

Gezag buiten het gezin

Vader en moeder geven zelf ook aan andere mensen gezag over hun kinderen. De ouders vertrouwen hun kinderen toe aan verschillende scholen. De onderwijzers en leraren mogen — in opdracht van de ouders — bevelen geven aan de kinderen. Het gezag is hier wel van een andere aard en ook beperkt tot een bepaald ter-" rein en tot bepaalde tijden.

Verder is er sprake van gezag in de maatschappij. Er zijn werkgevers en werknemers. Wij verstaan het gezag dan als een verhouding tussen mensen, die op een zekere spontaniteit berust. Alle mensen hebben niet dezelfde gaven en capaciteiten. Het ligt voor de hand, om aan meer kermis en ervaring een zeker natuurlijk gezag toe te kennen. Het zal een christen niet moeilijk vallen, om de ander uitnemender te achten, dan zichzelf. Daarbij zal er bij werkgever en werknemer respect dienen te zijn voor de gaven, die God geeft. Het mag niet zo zijn, dat mannen en vaders, die geacht worden in hun gezin gezag te hebben, op hun werk als onmondige mensen worden behandeld. Helaas komt dit wel voor.

Er is gezag in' de staat. De overheid regeert ons land, onze provincie, onze gemeente. Dat doet de overheid niet in naam van het volk of in naam van het recht, maar in naam van God. Er is geen macht, dan van God. En de machten, die er zijn, die zijn van God geordineerd (Romeinen 13 : 1). Dit betekent, dat én de overheid én de onderdaan zullen leven overeenkomstig het Woord van God. Een overheid, die besluiten neemt, die in strijd zijn met de Bijbel, mag geen gehoorzaamheid van de onderdanen verwachten.

Er is gezag in de kerk. Jezus Christus is Koning in de kerk. Maar Jezus Christus gebruikt opzieners of oudsten — ouderlingen en diakenen — in dat regeringswerk. Ook deze ambtsdragers dienen geheel te leven en te handelen zoals Christus dat in Zijn Woord leert. Dan dragen zij gezag. Dan mogen zij gehoorzaamheid verwachten. 'Zijt dan uw voorgangers gehoorzaam en onderdanig. Want zij waken over uw ziel' (Hebreeën 13 : 1). Wij willen met nadruk zeggen, dat het ook op school, op het werk, in de staat, in de kerk gaat om gezagdragers. Er zijn hier niet alleen verhoudingen van mensen onderling aan de orde, maar het gezag van Gód is in het geding, al is het in het ene geval wat meer dan in het andere. Tussen beide groepen zal wederzijdse achting zijn. Wij zullen de ander steeds zien op de plaats, waar de Heere hem stelt.

Er wordt nogal geklaagd op het terrein van het gezag. Er is weinig ontzag. Er is vaak geen wederzijds begrip, tussen de ouders en de kinderen, tussen werkgevers en werknemers, tussen overheid en onderdaan, tussen ambtsdragers en gemeenteleden. De kinderen zien hun ouders als lastige bedillers, die hun kinderen nooit wat gunnen, dat zij zelf zo graag willen. Ouders klagen over hun kinderen. De kinderen leiden een totaal ander leven, dan de ouders zich van hun kinderen kunnen voorstellen. De verhoudingen tussen werkgevers en werknemers worden vaak bedorven door ontstellend wantrouwen. Het gaat alleen om geld, om nog meer geld, om pressie uitoefenen naar beide kanten. Onze verhouding tussen overheid en onderdaan is vaak een leven op voet van oorlog. De onderdanen eisen en blijven eiseij. Anderen proberen zoveel mogelijk van de overheid los te krijgen, door de belasting te ontduiken en tegelijk de politie uit handen te blijven.

En... hoe is het in de gemeente van Christus ? Wat is ook daar een afbrekende kritiek op predikanten, op kerkeraadsleden en hun werk. En.. . wat kunnen ambtsdragers liefdeloos spreken over hun gemeente, over de mensen, die door de Heere aan hun geestelijke zorgen zijn toevertrouwd. Er is op bijna alle terrein van het leven weinig gezag en ontzag, omdat de onderlinge verhoudingen stuk zijn. Wil er verandering komen, dan menen wij, dat dit in de gezinnen dient te beginnen.

Gezag en gezinnen

Wij zijn ons bewust, dat het bijna niet meer mogelijk is om van: 'het gezin' te spreken. Het valt steeds meer op, dat er vele gezinnen zijn, die onderling zeer van elkaar verschillen. De besloten gezinnen van vroeger zijn er bijna niet meer. De meeste gezinnen zijn ópen gezinnen. De invloeden van buiten zijn op ouders en kinderen zó groot, dat er vaak geen sprake meer is van een eigen stijl in het gezin. De grote openheid naar het geheel van de samenleving kan in het gezin grote verwarring geven.

De ouders weten geen raad met de ervaringen van hun kinderen. Sommige ouders sluiten zich af voor nieuwe kennis. Maar hun eigen kennis en ervaring, die zij van huis meekregen, kunnen de ouders ook niet meer aan de kinderen kwijt. De kinderen zeggen, dat alles achterhaald is — op school, in de maatschappij, in de politiek, in de kerk. De ouders zwijgen dan maar. Er is bijna geen mogelijkheid meer tot een werkelijk gesprek. Daarom zoeken vele jongeren het maar buitenshuis. Vader en moeder weten het ook niet, meer of sturen je met een kluitje in het riet.

En... dit geldt ook voor de geestelijke vragen. 'Vader, hoe moet ik christelijk leven — op school, op het werk, in mijn vakantie ? ' 'Moeder, hoe moet ik mijn kinderen in deze wereld de weg wijzen ? ' Vader en moeder weten het ook niet. Alles is zo veranderd. Alles verandert bij de dag. Het ontzag voor de ouders kwijnt weg, als sneeuw voor de zon. Want vader en moeder kunnen niet meer met gezag spreken en handelen. Het is begrijpelijk, dat de kinderen en jongeren dan geen vragen meer stellen. Zij zijn het vragen moe. Het kan ook zijn, dat zij zelfs nooit aan het vragen zijn toegekomen, of het nooit geleerd hebben. Dan doen de kinderen maar, wat anderen doen. Zij nemen kritiekloos over, wat anderen hen voorschotelen. Die anderen denken meestal niet in de lijn van vader en moeder. Die anderen schijnen het wel te weten. Zij dwin-

gen daarmee respect af. Ligt de schuld bij de ouders ?

Wij willen dit beslist niet zo stellen. Het is vaak juist niet zo. Veel ouders krijgen in onze tijd — op allerlei terrein — en zo snel op elkaar — dingen te verwerken, waar zij nog' nooit aan gedacht hebben, of behoefden te denken. Het is pijnlijk, dat jongeren dan het gezag van hun ouders negeren, en hun eigen weg gaan. Vele jongeren kunnen geen geduld meer opbrengen met de zwakheid en de gebreken van hun ouders. (Heidelbergse Catechismus, zondag 39). De kinderen moeten begrijpen, dat vader en moeder niet volmaakt zijn, evenmin als zij dat zelf zijn. De Heere vraagt geduld ! En... de Heere wil aan ouders en kinderen dat geduld geven, om Christus' wil. Zullen wij daar samen om bidden ?

Kan dat nog, dat ouders en opgroeiende kinderen samen bidden ? Kunnen ouders en kinderen samen met hun vallen en falen, voor het aangezicht van God komen ? In vele gezinnen kan dit niet meer. De kinderen zijn van de ouders vervreemd. Laten de ouders dan blijven, bidden ! Het . gebed van de rechtvaardige vermag erg veel ! Het zal niet voor de eerste keer zijn, dat een kind tot radicale verandering komt van hart en Ifeven — op het gebed van moeder en vader ! Ook de ambtsdragers en de gehele gemeente van Christus hebben hier een grootse taak !

Wanneer in de gezinnen goede verhoudingen zijn tussen ouders en kinderen, dan zal dit zijn invloed uitoefenen in het gehele mensenleven. Een gezin is een staat, een maatschappij en een kerk in het klein. Wie thuis kan gehoorzamen, zal het ook op het werk en in de kerk kunnen.

Wie thuis de orde weet te bewaren, zal ook de maatschappelijke en staatkundige orde kunnen respecteren.

Wanneer er thuis met eerbied over de dienst van God en over de ambtsdragers wordt gesproken, dan zullen de kinderen liefde kunnen opbrengen voor hun kerk en voor de eer van Gods Naam. Door goede gezinnen — waar gezag, orde, geloof en liefde is — blijft de staat, de maatschappij en de kerk bestaan !

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 1974

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Gezag 2

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 1974

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's