Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verwarde situatie

De spanningen binnen de Geref. Kerken nemen met de week toe. In Trouw van maandag 16 september stonden verslagen van twee bijeenkomsten van organisaties binnen deze kerken. Enerzijds een-verslag van de vergadering van de Mannenbond waar dr. Van Oeveren het beleid van de geref. synode verdedigde, de mannenbroeders opriep tot trouw aan de' kerk en de gedachte als zou doleantie de enige weg en de juiste weg zijn, scherp bestreed. Wat door hoogleraren wordt gezegd, is volgens Van Oeveren, althans in de weergave in Trouw nog niet de kerk. Anderzijds een verslag van de bijeenkomst van de yerontruste gereformeerden waar in zeer felle woorden over de koers van de Géref. Kerken gesproken is, en waar niet alleen Kuitert, Baarda, Augustijn CS. aangevallen worden, maar ook prof. Runia het zwaar te verduren krijgt.

Wie vijfentwintig jaar geleden gezegd zou hebben dat de Geref. Kerken in een dergelijk polarisatieproces verwikkeld zouden 1-aken, zou vreemd aangekeken zijn. Maar de situatie is vandaag zo. Niet bepaald een heldere situatie. Enerzijds krijgt men van hen die het synodale standpunt vertegenwoordigen de indruk dat ze met alle geweld een eenheid willen handhaven die er niet is. En dat men er niet aan wil, dat de Geref. Kerken modaliteitenkerken geworden zijn met praktische leervrijheid. Maar de manier waarop door verontrusten gesproken wordt over een afscheiding en een nieuwe kerkstichting van alle gereformeerdgezinden, waarbij met name ook naar het Gereformeerde deel in de Hervormde Kerk gekeken wordt, is allerminst aanbevelenswaardig. Denkt men werkelijk met een reorganisatie en bundeling van ware belijders een zuivere kerk te krijgen ? Is dit niet het oude kuyperiaanse standpunt dat in de Geref. Kerken toch genoeg onheil heeft aangericht ?

Niettemin kan men voor de moeilijke positie van vele verontrusten begrip opbrengen. En wie de reformatorische belijdenis lief heeft zal naast hen staan in de zorg om de rechte prediking.

Prof. Plomp over de oproep van Schrift en Getuigenis

Een ondoorzichtige situatie... Dat kan men ook constateren als men let op de reacties van gereformeerde zijde op de oproep van Schrift en Getuigenis om eventueel te komen tot vorming van noodgemeenten. Zo schrijft prof. Plomp

in het Geref. Weekblad van 16 augustus dat de geref. synode wel degelijk de belijdenis handhaaft ook al neemt ze geen tuchtmaatregelen. Prof. Plomp is geschrokken van de oproep van Schrift en Getuigenis. Hij noemt deze onvoldoende verantwoord en daarom onverantwoordelijk. Hij schrijft o.m.:

Na dit alles volgen in het stuk twee oproepen aan de gemeenteleden en kerkeraden. In de eerste plaats deze: 'Weer dwalende herders van de kansel en .uit het catechisatielokaal!' Ik zou willen zeggen: op zichzelf uitstekend, maar onvoldoende. Zou men toch ook niet proberen door persoonlijke gesprekken langs de daarvoor in de kerkorde aangegeven weg die herders van hun dwalingen te genezen ?

Dan volgt de tweede oproep: 'Wij roepen op de kerkeraadsleden en gemeenteleden in die Geref. Kerken, waar geen Schriftuurlijke prediking en gemeenteleven meer is of waar men niet tot een duidelijke keuzebepaling komt, voorlopige noodgemeenten te vormen, waarin de ambten worden ingesteld en de sacramenten worden bediend. Daarbij zal het noodzakelijk zijn, dat er een voorlopige vorm komt van contact (via een kerkenconferentie) tussen de gemeenten bedoeld onder punt a — onder a was sprake van kerken die nog serieus trachten gemeente van Christus te zijn en openlijk positie kiezen tegen het beleid van de generale synode zoals dat uitkomt in de besluiten b.v. ten aanzien van Kuitert en Wiersinga — en de te vormen noodgemeenten.'

Op deze oproep, die wel zéér ver gaat, komt het in het stuk aan. Vooral met het oog daarop schreef ik boven dit artikel: onvoldoende verantwoord en daarom onverantwoordelijk. In het voorgaande heb ik dit ordeel van mij toegelicht. Ik wil er nog iets aan toevoegen. Ik zeg werkelijk niet — hoe zou ik kunnen ? — dat er in onze kerken niets aan de hand is, maar ik zeg wel dat die kerken, óók in haar vergaderingen, de weg van het gereformeerd belijden niet hebben verlaten en zich niet op het standpunt hebben geplaatst: dwaalleer mag. Mijnentwege maakt men van niet: nóg niet, want ook ik denk dat aan de huidige situatie van onze kerken een zeker crisiskarakter niet kan worden ontzegd. Maar dat doet niets af van mijn oordeel op dit moment.

Onverantwoordelijk ! Ik denk daarbij vooral ook aan de propaganda voor de vorming van noodgemeenten en van een noodkerkverband. Men wéét toch dat dit de eerste stappen zijn naar weer een nieuw kerkverband, het zoveelste gereformeerde ? Wie of wat zou daarmee gediend zijn ? Voorzover ik kan zien: niets en niemand. Nederland niet — de kerk wordt nóg ongeloofwaardiger — de Gereformeerde Kerken niet en de verontrusten met hun noodkerken en noodkerkverband al evenmin. Wij worden er allemaal weer een beetje eenzijdiger van. Van tienmaal gereformeerd wordt het elf-of twaalfmaal.

Tenslotte heb ik nog een paar vragen aan het bestuur van S. en G. Vindt u dat u dit mag ? Als bestuur, d.w.z. als een klein groepje mensen, een oproep van zo verre strekking laten uitgaan, in naam van uw hele vereniging ? Zijn alle leden van die vereniging het bij voorbaat met u eens ? Is u daar zeker van ? Maar waar dienen dan die vergaderingen in september nog voor ? Alleen om uw stuk toe te lichten en toe te juichen ? Kennelijk niet om er gezamenlijk een route uit te zetten. Want die hebt u al uitgezet. Nog eens: vindt u dat u dat mocht ? En — een andere vraag — vindt u het juist zo'n ver-strekkende oproep op uw eentje als groep te laten uitgaan ? Zonder mede-kerkleden van u van een wat andere snit te raadplegen ? Het zijn uw kerken, maar toch ook de hunne ? Is dit nog wel echt kerkelijk handelen ? Ik wil u niet vragen die vergaderingen in september af te gelasten. Houdt u ze maar, maar praat er alstublieft over een ander Stuk "dan u opstelde, een héél ander stuk. En trek alstubUeft die onvoldoende verantwoorde en daarom onverantwoordelijke oproep in !

Het siert prof. Plomp dat hij het commentaar wat b.v. in Trouw verschenen is over deze oproep beneden alle peil acht. Maar ik heb de indruA: dat zijn bezwaren in het GW absoluut niet overkomen bij de mannen van Schrift en Getuigenis. Want het punt in geding is: Is de synode met haar beslissingen de weg van de leervrijheid opgegaan of niet ? Niemand zal zeggen dat de geref. synode Kuitert c.s. gelijk geeft of Wiersinga bijvalt. Daarvoor is de zorg voor de rechte prediking bij vele leden te diep. Maar het is wel een feit dat de houding van voortdurend gesprek, de verwijzing naar een soort raad van zaken voor kerk en theologie, wel een verzwakking betekent van het spreken der kerk. En dat Kuitert e.a. rustig op de door hen ingeslagen weg voortgaan, zonder dat hen daarop een halt wordt toegeroepen. Dat is het wat de verontrusten zoveel zorgen baart.

Commentaar van Waarheid en Eenheid

Men leze in dat verband met commentaar van ds. W. C. v. d. Brink in Waarheid en Eenheid van 10 september aan het adres van prof. Plomp. Hij schrijft onder meer:

10 jaar proberen eenvoudige broeders en zusters in heel Nederland, die al dat horizontalistisch 'gezwam' van hun predikanten niet meer verdragen kunnen en bij hun kerkeraden geen gehoor krijgen, vasthouden en proberen te overreden te blijven zolang het enigszins kan en zelf hun kinderen catechisatie te geven enz; enz., dat alles en nog veel meer doe je niet zomaar even in het denken via een zwartwit-schema !

Prof. Plomp schrijft: 'natuurlijk dreigt het gevaar van de dialoogkerk'. Maar wie geregeld meemaakt hoe de synode zich inspant om in de weg van het gereformeerd belijden te blijven... enz.

Kijk dat maken wij nu juist niet mee! Ik kan een zeker respect opbrengen voor de energie en de inspanning die men zich getroost om heen en weer te pendelen tussen 'rechts' en 'links', ik begrijp hoe dodelijk vermoeiend het is vrijzinnig denken en reformatorisch belijden in een kerk samen te houden. Maar waarom wil men dat dan ook ! Waarom zegt men dan niet eerlijk: kijk eens, jullie zijn beste, aardige, vriendelijke mensen, maar jullie zijn niet gereformeerd en je wilt het ook niet zijn; waarom gaan jullie niet weg uit onze kerken, waarom dwingen jullie ons ertoe 'afvallig te worden van het geslacht van uw kinderen' (Ps. 73) ?

Prof. Plomp schrijft: 'Ik zeg werkelijk^ niet — hoe zou ik kunnen — dat er in onze kerken niets aan de hand is'. Neen, prof. Plomp ik weet dat u dat niet kunt.

U weet ook, veronderstel ik, uit uw naaste kring (de school in Kampen) hóé moeilijk het voor mij persoonlijk is — en ook voor mijn vrouw — dit werk voor S. en G. te bUjven doen en daar de consequenties uit te trekken; ik zou daar dagen met u over kunnen spreken, maar waarom staat u niet op, u mt uw gereformeerde achtergronden van huis uit om het duidelijk te zeggen, dat het zo niet langer kan!

Tenslotte de vragen van prof. Plomp. Vindt S. en G. als bestuur d.w.z. als klein groepje mensen, dat het deze oproep kan doen uitgaan ? Hier is een misverstand. Inderdaad, wij zijn een klein groepje mensen. Vindt u dat beslissend. Het besluit tot deze oproep, in deze zin (er was ook nog een voorstel tot een scherpere oproep: de absolute breuk !), is tenslotte genomen in een vergadering van 100 mensen, afgevaardigden van afdelingen, leden van de raad van advies enz. AUen mensen, die iets achter zich hebben staan.

Een andere vraag: 'Vindt u dat u dit mocht ? Zonder medekerkleden van u van een wat andere snit te raadplegen! ? ' Prof. Plomp zal weten, dat wij enkele bezwaarschriften hebben ingediend samen met het confessioneel beraad. De oproep van het Confessioneel Beraad vindt u in W. en E. Er is verschil inzake het volgen van de weg, die te gaan is. Welke weg ? Wij gaan de kerk (nog) niet uit. Wij hopen dat de synode zoveel wijsheid zal kimnen opbrengen, ons niets in de weg te leggen bij het vormen van eventuele noodgemeenten. De contacten met de hervormde synode zijn wel zo frequent dat men daar inlichtingen kan krijgen hoe het in vrijzinnige en Geref.-Bondsgemeenten gaat. Anders zou de synode geplaatst worden voor de noodz^ikelijkheid om ons te schorsen en af te zetten, terwijl men die maatregelen tegenover Kuitert, Augustijn, Wiersinga, Rothuizen enz. niet neemt.

Wij stichten niet de zoveelste Geref. Kerk. U wilt ook wel letten op punt a van onze oproep, voor ons besef is de zaak nog niet uitgekristalliseerd. Alles is nog in gisting. Wij zullen dan ook in Zwolle en Rotterdam geen programma afkondigen, waarover de beslissingen reeds genomen zijn. U komt in onze oproep het woord 'voorlopig' tegen. Waarom ? Wel, omdat wij dé Gereformeerde Kerken zo lief hebben en zolang hebben gediend, dat wij geen andere weg meer zien, dan deze !

Dom en onnozel ? Het zij zo. Wij blijven in reformatorische lijn !

Men vraagt zich bij de lezing van dergelijke volstrekt tegengestelde artikelen af: Hoe lang zal dit binnen één kerkverband nog mogelijk zijn. En dan spreek ik nog over die groepen die met elkaar nog over en weer in discussie zijn. Het valt op, hoe b.v. Kuitert wel reageert op een beoordeling van prof. Meuleman over zijn laatste boek Zonder geloof vaart niemand wel. Maar Waarheid en Eenheid ligt kennelijk buiten Kuiterts horizont. Het is al met al een bijzonder verdrietige situatie. En ik kan me niet altijd aan de indruk onttrekken dat de groep verontrusten in vele gevallen wat buitenspel staat en dat b.v. ter synode hun stem weinig doorklinkt. Of vergis ik me daarin ? En is het zo dat met name het kerkvolk misschien toch scherper door heeft waar het om gaat dan vele kerkelijke vergaderingen ? Mij dunkt: ook daar zullen we op hebben te letten. Ik zie niet veel heil, of liever gezegd, helemaal geen heil in afsplitsing en afscheiding. Maar ik meen dat er wel voortdurend vanuit het Woord een appèl gedaan mag worden op het kerkvolk om waakzaam te zijn en om vast te houden hetgeen haar van Godswege geschonken is.» Van de kracht van het Woord mogen we grote dingen verwachten. We zullen het niet zozeer in een reorganisatie of bundeling van alle geref. krachten hebben te zoeken om uit het slop te raken. Wel van een diepgaande reformatie door Woord en Geest. Dat is geen stichtelijkheid ! Maar wel iets wat én de Bijbel zelf en de geschiedenis van de kerk ons leren kan.

In de geschiedenis van de Hervormde Kerk van de 19de eeuw is door Gunning nogal eens gesproken over het geloof der gemeente. Een belangrijk gezichtspunt. Want is de kerk daar waar theologen vanuit de schoolwetenschap hun Schriftkritische visies de kerk inbrengen of moeten we veeleer blijven bij het grondvlak: daar waar de gemeente vergaderd wordt rondom het Woord. Het is ons hier niet te doen om de theologie van Gunning. Maar we willen er alleen op wijzen dat we in de ontwikkeling der kerk niet alleen te maken hebben met wat kerkvorsten en scribenten beweren. Laat Schrift en Getuigenis zonder de weg der afscheiding op te gaan inderdaad getuigend bezig zijn in het midden der gemeente. Dat sluit niet uit dat er op het vlak van de kerkelijke vergaderingen ook wat gebeuren moet. Maar voor alle dingen zal de gemeente gevoed moeten worden vanuit het Woord. En wij mogen vertrouwen dat dat Woord zijn werk zal doen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 1974

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 1974

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's