Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over het gesprek in de zielszorg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over het gesprek in de zielszorg

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Groninger hoogleraar dr. P. J. Roscam Abbing heeft een boek gepubliceerd onder de titel: Een goed gesprek. Over zielszorg aan mensen met innerlijke moeilijkheden. Uitgave Boekencentrum, 's-Gravenhage 1974 (263 blz.)

Men moet de werkkracht van prof. Roscam Abbing bewonderen. Eerder dit jaar verscheen van zijn hand bij Bijleveld in Utrecht 'Het Gespreksbeleid in de pastorale zorg (232 blz.). Dit laatste werk draagt een meer theoretisch karakter. Het nu door ons te bespreken eerstgenoemde werk is meer van praktische aard. Dat blijkt al daaruit, dat elk hoofdstuk begint met de weergave van een gesprek tussen een gemeentelid en zijn pastor. Zoals tegenwoordig te doen gebruikelijk is, wordt zo'n gespreksverslag dan kritisch bekeken en geëvalueerd. In vrijwel elk hoofdstuk wordt na een eerste beschouwing over het gevoerde gesprek aan het eind nog weer eens teruggegrepen op het begin. Wat ligt daar dan tussen in ? Bijna zou ik schrijven: een stuk psychologie.

Elk hoofdstuk behandelt een apart probleem in het zielszorgelijk gesprek. Zo komt aan de orde het gesprek met degene die verbitterd is, die haat, die aanpassingsmoeilijkheden heeft, die niet aanvaardt, die onecht leeft, die eigen fout gedrag goed praat, die leeft in een subkultuur, die gaat zeggen wat pastoraal niet dienstig is, die maar doorpraat en tenslotte degene die haast niet tot praten komt. In deze verschillende aanduidingen vindt de lezer tegelijk de titels van 11 van de 12 hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk is een inleiding, die handelt over het menselijk unieke en algemene.

Elk hoofdstuk bestaat uit een gespreksverslag, met een of meer uitvoerige analyses èn een beschouwing. In dit 2e onderdeel wordt dan ingegaan op wat er psychisch met het gemeentelid aan de hand is. Hoe komt het dat iemand verbitterd is ? Hoe uit hij zijn klachten ? Welke zijn zijn motieven ? Bij opstandigheid wordt diep ingegaan op de verschillende uitingen van agressie, opstandigheid tegen God en de achtergrond daarvan wordt besproken. De schrijver wijst dan op de situatieve, de mentale en de psychische conditie. Bij wie haat wordt uitvoerig ingegaan op de relatie. Men zou dat overigens evengoed bij een ander hoofdstuk kunnen doen.

In het algemeen valt te zeggen dat er een geweldig stuk psychologie, ook sociale psychologie en (culturele) antropologie verwerkt zit in datgene wat onder het onderdeel 'Beschouwing' wordt besproken. Dit maakt een sterk theoretische indruk, en is soms te gedetailleerd, dan dat men van de verregaande onderscheidingen en rubriceringen adekwaat profijt kan trekken. Juist omdat de schrijver dit boek wat meer praktisch noemt, had hij zijn betoog wat moeten inkorten.

De gevolgde methode heeft als bezwaar, dat het theoretische gedeelte niet altijd direkt aansluit bij het gespreksverslag. De breedvoerige tekening van het psychologische thema van het hoofdstuk brengt de lezer vaak ver van het gevoerde gesprek. Daardoor bleef bij ons meer dan eens de indruk achter van iets tweeslachtigs in de opbouw van het boek. De brede uiteenzetting over wat een gesprek is (overigens een weergave van een hoofdstuk uit het andere boek, dat boven vermeld werd) kan even goed aan de orde komen bij hem die maar doorpraat als bij hem die gaat zeggen wat pastoraal niet dienstig is.

Wij hebben ons bepaald gestoten aan hoofdstuk IX. Daar wordt het gesprek weergegeven met een patiënt, die kennelijk afkomstig is uit de uiterste rechtervleugel van het Gereformeerde protestantisme: Gereformeerde Gemeente, Gereformeerde Bondskringen of Christelijke Gereformeerde Kerken. De positie van dit gemeentelid wordt getekend onder de titel: 'zij die leven in een subcultuur', waarbij mij de etikettering van cultuur evenzeer tegenstaat als die van sub-cultuur; alsof de opvattingen daar gehuldigd een cultuurkwestie zijn ! In dit hoofdstuk kan men heel duidelijk zien hoe weinig 'organisch' de theoretische uiteenzetting past bij het probleem van het gespreksverslag. Men kan in dit hoofdstuk ook opmerken hoe weinig 'geestelijke leiding' er van de aldus beoefende zielszorg uitgaat. Dat zou ik in het algemeen willen zeggen: Het is meer psychologische dan pneumatologische zielszorg.

Dat hangt samen met de mensbeschouwing van de schrijver. Evenals in andere publikaties verdedigt hij in dit boek de stelling van een humanum, dat als algemeen gegeven gezien en geaccepteerd kan worden door ieder die goed nadenkt. Als ik mij niet vergis, ligt een geweldig stuk van de theoretische beschouwing juist op dit gebied. Daar heeft de psychologie haar veld van onderzoek. Zeker, Roscam Abbing weet van meer. Hij spreekt over het Evangelie, als de boodschap van bevrijding en van het aanvaarden van de ander! Van het meeleven, meevoelen en de ander tot spreken brengen. Maar daar blijft het bij: Ik meen de schrijver'geen onrecht te doen als ik zijn zielszorg typeer als een kombinatie van psychologisch inzicht in het optreden en de motieven van mensen, èn het woord van vergeving. Het is geen wonder dat de schrijver zielszorg vergelijkt met het vormingswerk. Wat het vormingswerk aan de groep doet, doet de zielszorger aan de enkeling (blz. 148). Het pastoraat is meer dan individueel vormingswerk. Het is de ontmoeting met Jezus Christus. Het is de veroordeling van zonden in zijn naam en de roep tot bekering en geloof. Daar zit iets in dat we met een psychologische aanpak niet bereiken. Daar zit in het werk van de Heilige Geest. Er is meer dis-kontinuiteit tussen de psychologie en het werk van de Geest dan dit boek doet vermoeden. Het tekent ons de worsteling op het psychisch en psychologisch vlak. Het verheelt ons het zicht op de verdorvenheid van ons bestaan voor God. Roscam Abbings antropologie is er een van de wordende mens, de mens in ontwikkeling (blz. 138—146). Pas wie het Evangelie hoort, wordt echt mens, zegt de schrijver. Wij zouden willen zeggen: Wie het Evangelie niet hoort, mist niet slechts de aansluiting met God, Hij is in verzet tegen God. Dat geeft een andere visie op de 'natuurlijke' mens!

Als ik mijn indrukken samenvat zou ik zeggen: Zoals de opbouw van het boek iets tweeslachtigs heeft, zo heeft de zielszorgelijke boodschap dat ook ! Dat maakt het boek niet onbruikbaar, maar vraagt wel om meer geestelijke leiding dan hier geboden wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1974

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Over het gesprek in de zielszorg

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1974

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's