Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het evangelie der armen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het evangelie der armen

De verwachting van het rijk

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vorige artikel in de serie De Verwachting van het Rijk zagen we, hoe het Evangelie van het komende Koninkrijk ons wegroept uit onze schuld en ons' wil brengen tot omkeer, tot de toewending tot de genade van God in Christus Jezus.

Zondaar en bedelaar

Nu brengt men hiertegen wel in, dat er in de Bijbel niet alleen sprake is van de zondaren die zich moeten bekeren, maar ook van de bedelaars die voorwerp - zijn van Gods ontferming.

In het Kerstnummer willen we onder de titel het Evangelie der armen daarop nader ingaan omdat dit alles met Kerst te maken heeft.

Velen voelen zich sterk aangesproken door een meditatie van dr. O. Noordmans uit 1945 over de zondaar en de bedelaar, nl. de tollenaar uit Lucas 18 en de arme Lazarus uit Lucas 16. Noordmans wijst erop dat de gelijkenis van de zondaar in de kerk veel actueler geworden is dan die van - de bedelaar. De zonden van de tollenaar hebben meer tot de kerkmens gesproken dan de wonden van Lazarus. Toch wil Noordmans het daar niet mee af doen. Hij vraagt: Heeft de kerk niet te weinig aandacht besteed aan de Lazarussen en te veel aan de tollenaars? Moet de bedelaar op precies dezelfde wijze zalig worden als de zondaar? 'Er zijn grote groepen volks, waarin de tegenstelling van arm en rijk meer beslag legt op het hele bestaan 'dan die van ootmoed en hoogmoed. Wij, die van Paulus af tot Luther toe hebben leren denken in de categorieën van zonde en genade, mogen dat billijken of niet, het feit blijft niettemin bestaan. Ik kan mij ook niet voorstellen, dat Jezus de bedelaar uit Lukas 16 als een Paulinische christen heeft gedacht. Ieder voelt, dat dit behalve een anachronisme, een ongerijmdheid is. Lazarus gelooft met zijn zweren, met zijn totale ellende ... Zijn armoede en ellende brengen hem in de hemel'. Tot zover dit citaat van Noordmans uit Zondaar en Bedelaar, blz. 18. De hier door Noordmans 'ontvouwde gedachten hebben bij velen navolging gevonden. Ik geef twee voorbeelden. Jaren geleden schreef prof. dr. H. Berkhof in zijn boekje De mens onderweg, dat Gods genade uitgaat naar allen wier leven onze verlorenheid demonstreert, die Hem misschien niet belijden, maar wier hulpeloze bestaan zelf een belijdenis, een gebed is' (blz. 123).

En in een Postilleschets van een Adventspreek over Mattheüs 5:3, de zaligspreking van de armen van geest, zegt mevr. drs. A. Geense-Ravestein , dat zalig gesproken worden de armen, in welk opzicht dan ook, de bewuste armen, wier lot het is arm te zijn, die weten dat zij arm zijn en als zodanig leven. Zij wijst de opvatting als zou het om geestelijk armen gaan af. En in de aanwijzingen voor de preek worden concreet als armen genoemd: astarbeiders, vervreemden, patiënten in psychiatrische ziekenhuizen. Zij worden zalig gesproken en zij gaan het Rijk binnen. Zij gaan zomaar, als armen binnen. (Postille 25, blz. 27 V.),

Bevrijding In de context van deze gedachtengang is het ook niet toevallig dat er op een heel bepaalde wijze over het evangelie als bevrijdingsboodschap gesproken wordt. Als dan gevraagd wordt: Waaruit bevrijdt Jezus? , dan worden een hele scala van mogelijkheden genoemd: bevrijding uit politieke onderdrukking, uit onrecht, uit maatschappelijke onderdrukking, uit rassistische verhoudingen, uit eenzaamheid, uit de situatie, dat je niet jezelf kunt zijn, uit ziekte, uit armoede en honger, en ergens in deze scala wordt dan ook nog wel gezegd: uit schuld en zonde. Maar het laatste staat dan op één lijn met al die andere frustrerende situaties waaruit Jezus bevrijdt.

En u begrijpt: Van hieruit is het nog maar een kleine stap naar een politieke en maatschappijkritische interpretatie van het Evangelie, waarin de dimensie van schuld en vergeving, zonde en ordeel, verzoening en gericht nauwelijks aan de orde komen, of het is horizontaal geïnterpreteerd.

Typerend is b.v. de manier waarop in onze tijd de Lofzang van Maria uit Lukas 1 gelezen wordt. Het zou in het Magnificat gaan om de werkwijze van God, die kiest voor de verachten en de onderdrukten en die de aanzienlijken de rijken van de troon stort; om een revolutionair program dat voor de gemeente die Jezus als partijganger der armen navolgt, betekent dat zij moet meewerken aan ontwikkelingshulp, ijveren voor de rechten van onderdrukten, en werken aan structuurveranderingen. En dat alles niet als hobby, maar als regelrechte consequentie van het Evangelie van het Rijk, het evangelie der armen. En waar humaan geleefd wordt, waar iets van die waarachtige menselijkheid jegens dg vertrapten zichtbaar wordt, daar krijgt het Rijk van God gestalte, ook al zou men Christus niet belijden als Heere.

De armen van geest

Met opzet hebben we wat uitvoerig bij deze gedachten stilgestaan. Want als de woordvoerders van de hierboven weergegeven opvatting gelijk zouden hebben dan zou dit enorme consequenties hebben voor de prediking en het pastoraat. Maar we menen dat tegen een en ander nogal wat in te brengen is. Sterker dat we hier toch een geweldige versmalling van het Evangelie voor ons hebben.

Om misverstand te voorkomen: Natuurlijk is het volop bijbels om te zeggen dat de barmhartigheid van Christus uitgaat naar de hulpelozen, de vernederden en vertrapten. En dat er in Oud-en Nieuwtestament een scherp vonnis gaat over allen die zich verrijken op kosten van hun naasten, met geweld en onrecht.

Maar dat geeft ons toch niet het recht om te zeggen dat armoede en hulpeloosheid een poort is tot het heil. Het verhaal van de genezing van de verlamde (Matth. 9:1—9 en par.) laat ons zien hoe het heil dat de Heere deze man schenkt primair de schuldvergeving is.

En als in Mattheüs 5 sprake is van armen van geest, dan mogen we inderdaad niet net doen, alsof Jezus niet om zou kijken naar de ellende van de armen, maar we mogen nog minder dit 'arm van geest' wegexegetiseren. Prof. Ridderbos schrijft in. de korte verklaring op het Mattheüsevangelie bij deze tekst dat de annén van geest diegenen zijn die in de wereld verdrukt en achteruitgezet zijn, maar die in deemoedige afhankelijkheid hun verlossing van Gods ingrijpen verwachten. Het zijn de ellendigen uit de Psalmen die op de de Naam des Heeren hopen. Elders wijst Ridderbos op de oudtesamentische achtergrond van het in Matth. 5 : 3 gebruikte woord, nl. een woord dat betekent: otmoedig, deemoedig. De armen of armen van geest zijn zij die in hun hulpeloosheid aan God vasthouden, van Hem alleen het heil verwachten.

Zij vormen het ware volk van God dat de vertroosting van Israël verwacht (Luc. 2 : 25) (vgl. H. N. Ridderbos, Komst van het Koninkrijk, blz. 170 v.). Wie dus in het bijbels spreken over de armen alleen een sociale betekenis hoort doet aan de specifiek bijbelse inhoud te kort. Het gaat in Oud-en Nieuwtestament ook om een geloofsverhouding tot de God en Vader van Jezus Christus.

En de gelijkenis van de-arme Lazarus dan? Ik meen dat het hier niet anders ligt. Jaren geleden heeft prof. dr. M. van Rhijn er al op gewezen dat dit de enige gelijkenis is waar een van de personen een naam draagt. Lazarus betekent: od is mijn hulp. Jezus geeft hem deze naam om te laten zien dat de bedelaar op God vertrouwde {Een blik in het onderwijs van Jezus blz. 125 v.). Daarnree willen we in geen geval de concrete nood wegredeneren. Uiteraard heeft d^jze gelijkenis een spits naar de verhouding rijk-arm. Maar mag men deze gelijkenis zodanig isoleren dat men hier een contrast of aanvulling ziet tot het evangelie der armen? De rijke wordt immers niet geoordeeld, omdat hij rijk is, maar omdat hij niet heeft geluisterd naar de stem van Wet en Profeten. Voor de rijke en de bedelaar beiden is beslissend de verhouding tot God (v. Rhijn, a.w. blz. 32). Eveneens wijst Van Rhijn erop dat het in het verband van Lucas 16 gaat over de Farizeeërs (vgl. Luc. 16 : 14 vv.). Jezus schetst in het beeld van de rijke man in de gelijkenis de Farizeeër, rijk in welstand, rijk in wetsbetrachting, trots op zijn kindschap van Abraham. Daaruit volgt m.i. dat de afstand tot de gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar minder groot is, dan men wel meent. Ook in Liikas 16 wordt de Farizeeër geoordeeld.Prof. dr. R. Schippers zegt in zijn boek over de Gelijkenissen: e krijgen uit de mond van Abraham hun hele theologie thuis.

Arm geworden om uwentwil

Maar is Jezus dan niet de Bevrijder die aan de kant van de aimen staat? Schrijft de apostel Paulus niet in 2 Cor. 8 : 9 dat Hij om onzentwil arm geworden is? En is het niet te verstaan dat velen in de Kersttijd vanuit die lofzang van Maria met zijn omgekeerde verhoudingen en vanuit de armoede van Jezus lijnen trekken naar Angola, Chili, Zuid-Afrka enz? Het is de grote verdienste van het boek van dr. De Ru over de verleiding der revolutie, dat het ons laat zien hoe voorzichtig we met dergelijke conclusies moeten zijn. Zeker, Jezus heeft het nooit opgenomen voor de statusquo om zo onrecht en ongelijkheid goed te praten. Maar dat mag ons er niet toe verleiden Hem tot partijganger der armen te maken. Dr. De Ru schrijft op blz.61: ezus is nl. meer dan 'partijganger der armen' en zoekt de oplossing van het sociale vraagstuk in diepere lagen dan in die van de bereidheid tot maatschappelijke hervormingen. En nergens staat in het

Nieuwe Testament dat Jezus de armen lief had, wel dat Hij zondaren liefhad, d.w.z. mensen die in hun armoede en in hun rijkdom vervreemd waren van God, de enige Helper. De armoede van 2 Cor. 8 : 9 is de ontlediging in tegenstelling tot de hemelse heerlijkheid. Zijn armoede is, dat Hij ingekomen is, in onze zondenood, dat Hij zich vernederd heeft en gehoorzaam geworden is tot de dood des kruises (Fil. 2 : 5—8). Zo is Hij de Heiland der armen. Die zich gebogen heeft onder onze schuld en onder onze vloek. Die in onze plaats het oordeel Gods gedragen heeft om ons met God te verzoenen. Zijn armoede is, dat Hij voor ons tot zonde gemaakt is (2 Cor. 5 : 21). Opdat wij door zijn armoede rijk zouden worden, gerechtvaardigd voor God.

Hoezeer het heil, dat de Heere sclienkt, totaal is, nl. voor ziel en lichaam, hoe zeer het waar is dat de Heere Jezus oog had voor sociale en maatschappelijke noden, voor zieken en misdeelden, de kern van het heil is en blijft: de vergeving der zonden door Christus kruisdood, de verzoening door Zijn bloed, de gratie voor de ter dood veroordeelden. Het Evangelie der armen is het evangelie des kruises, het evangelie van de blijde ruil van Golgotha.

En wie Jezus daarom de Bevrijder noemt, mag dit doen, mits hij deze bevrijding in de verbanden stelt, waarin de Schrift haar stelt, nl. de verbanden van schuld en vergeving, oordeel en genade, vijandschap tussen God en mens, en verzoening. En het loflied van Maria iS bepaald geen revolutionaire strijdzang die christenen en marxisten samen zouden kunnen aanheffen omdat bij alle verschil in motivatie beide dezelfde doeleinden nastreven.

Ook Maria zingt immers van die Heiland, Die in de trouw van Zijn Verbond omziet naar de, ellendigen. Die de hoogmoedigen verstrooit in de overleggingen van hun hart, maar Zijn barmhartigheid bewijst jegens allen die Hem vrezen, die in geloof en gehoorzaamheid leven uit de beloften van het Verbond en Hem belijden als hun Heere en Verlosser.

Dat Evangelie der armen betekent inderdaad een omwenteling. Want om de Koning van dit Rijk aan te nemen en zo het Koninkrijk binnengaan kunnen we niet volstaan met een sociale verandering of een streven naar rr^eer humaniteit. Nodig is de radicale bekering van ons hart en leven, een wending van 180 graden. Het is de weg die herders en wijzen gegaan zijn. Zij hebben het Kindeke in de kribbe gevonden en beleden als hun Heere en Heiland en daarin de schat van Gèds Koninkrijk ontvangen om niet.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 december 1974

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Het evangelie der armen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 december 1974

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's