Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik ben....

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik ben....

Meditatie

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik ben gekomen, opdat zij het leven hebben. Joh. 10:10b.

Stel dat we Johannes, de schrijver van het Evangelie, zouden ontmoeten en we zouden hem de vraag voor leggen: Johannes, waarom heb je eigenlijk ook een beschrijving gegeven van het Evangelie', wat zou dan zijn antwoord zijn? 'Dit is geschreven, opdat 'gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam'. (Joh. 20:31).

Het is alsof hij zegt: de Geest des Heeren heeft me zo geleid, dat ik deze letters aan het papier moest toevertrouwen. Het moest Johannes van het hart: 'mensen hoor, het Woord van God is er om de Heere Jezus voor te stellen opdat er ongelovigen tot geloof zouden komen, opdat er doden tot leven zouden komen'. Hij, de Heere Jezus Christus, moet bekend gemaakt. Zijn Naam moet uitgeroepen! Dat is de enige redding voor een wereld verloren in schuld.

We hebben zwaar te tillen aan de nood van de wereld. Zij bloedt uit talloze wonden: de haat en nijd onder de mensen, met als verschrikkelijke gevolgen de hongersnoden en de oorlogen. De eenzaamheid het verdriet, de geestelijke ontreddering. Inderdaad, de zonde trekt diepe sporen door het leven van deze tijd. Tilt u ook aan deze nood? Of eh... bent u bang dat u zich er aan vertilt? Soms lijkt het er op dat mensen, zelfs mensen die nauw bij Gods Woord leven, met een boog om de nood van der wereld zondeschuld heen lopen. Vaak geldt dan: hoe groter de boog, des te harder het gemopper op het verderf van deze tijd.

Op welke wijze hebben we dan te tillen aan de nood van de wereld? Hier wijst de Heilige Geest ons, bij monde van Johannes, de weg. 'De Heere Jezus Christus bekend maken. Zijn Naam verkondigen. Hem voor stellen, Zijn Woorden present stellen temidden van het dwalende, zondige mensdom’.

Hij alléén is het Water des levens, het Brood des levens, het Licht der wereld. Hij alléén is de goede Herder, de Deur der schapen. Duidelijk wijst Christus steeds Weer op Zichzelf, als de vraag rijst, wie de wereld kan verlossen van haar doodsstaat.

Ik ben... Ik ben het Water, het Brood, het Licht, de Herder, de Deur, Ik ben het Leven zelf. Ik kan dat ook allemaal zijn, want... Ik ben gekomen ...

Het Oude Testament heeft keer op keer Zijn komst voorzegd. In Ezech. 34 lezen we dat de Heere een Herder zal geven, een enige Herder en Hij zal hen weiden. De Heere denkt aan Zijn verbond; er zal een Herder komen tot de verloren schapen van het huis van Israël. Ook het Nieuwe Testament heeft dit beeld vastgehouden, want we lezen in Hebreeën 13, dat God de Heere Jezus Christus, als de grote Herder der schapen, door het Bloed des eeuwigen testaments, uit de doden heeft wedergebracht.

Nu is Hij gekomen. En nu op dit moment wordt u, ja, u, weer verkondigd dat Hij is gekomen. Hij komt als het ware voor u staan en Hij zegt onze tekst. Hij wil dat u Hem ziet staan, Hij - wil dat u Hem aankijkt, opdat u Hem ziet staan in al Zijn schoonheid. Maar, Hij wil ook dat u zich zult afvragen : wat betekent het nu voor mij, dat Hij is gekomen.

Het ergert ons van nature, wanneer de Heere ons te na komt. Het ergerde de Farizeeën ook als de geweldige daden van Christus' heilswerk zich voor hun ogen afspeelden. Zij werden aan Hem geërgerd toen Hij de ogen van de blindgeborene opende. We lezen in Joh. 9 hoe.de Farizeeën dan deze genezen, man aan een verhoor onderwerpen. 'Van alle eeuw is het niet gehoord, dat iemand de ogen vap een blindgeborene geopend heeft' (9:32). Het antwoord van de genezen man is dan een belijdenis: Hij, de Christus, is van God, anders zou Hij niets kunnen doen'. Geërgerd werpen de Farizeeën de man dan buiten het dorp. De daden des Heeren gingen niet aan hun ogen voorbij, wel echter aan hun hart!

Hoe is dat met u? Hebt u al mogen ontdekken dat u net als de Farizeeën bent en ook niets van de gekomen Heiland en Zijn daden wilt weten? Ergert u zich aan Hèm? ' 'Ik ben gekomen', zegt Hij. 'Zo', zijn wij dan geneigd te zeggen, 'bent u gekomen. Nu er zijn nog anderen ook'. 'Dat kan wel wezen antwoordt de Heere Jezus dan: 'maar Ik ben de eigenlijke, de echte, Ik ben de goede Herder'. Met macht schuift de Heere hier allen opzij die denken van zichzelf iets voor te stellen. Het gaat alleen om Hem, Die het zegt: Ik ben.

De Heere Jezus wijst met dit woord naar Zijn Vader, naar de God van Israël. 'Heere is Zijn Naam', d.w.z. Ik ben. Die Ik ben'. Hier staat Hij voor u, de Zoon des Heeren, de Zoon van: 'Ik ben, Die Ik ben'. Aanmatigend en godslasterlijk vonden de Farizeeën dit spreken van de Zoon van God. Steeds dieper gloeit hun haat, steeds groter wordt hun verlangen Hem te doden. Die op zo'n wijze, alle aandacht voor Zich op eist. Maar ondanks de haat van de Boze, ondanks het ongeloof, gaat Jezus verder: 'Ik ben gekomen, opdat zij...’

Hij is dus gekomen voor mensen; opdat zij... De Heere is niet gekomen voor mensen voor Zichzelf, Hij is gekomen om Zijn Vader te verheerlijken door de vloek van de zonde weg te dragen. Daarom zegt Hij, dat Hij gekomen is voor hen, die sterven moeten onder die vloek. Met innerlijke ontferming is Hij over hen bewogen. We lezen daarvan in Mattheus 9 : 36 : 'en Hij, de scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, gelijk schapen, die geen herder hebben’.

Dat is voor de Heere Jezus het beeld van de nood, de grote nood, schapen zonder herder. Afgemat, voortgejaagd, rusteloos. De Heere ziet om naar de mensen en dan noemt Hij hen: schapen. Wij mensen worden door God met schapen vergeleken. Nee, niet met moedige, sterke, of slimme dieren, hoe graag we dat ook zouden willen. Schapen zijn we, weerloze dieren. Wat een ontluistering voor ons, trotse, ijdele wezens! Wat kunnen we niet, wat weten we niet, wat hebben we een praatjes. Het is in God oog niets. Voor Hem weten we niet, hebben we niet en kunnen we niet. Ja zelfs voor God zijn we niet. De zondeval heeft een totale breuk tussen God en ons tot gevolg gehad. Zo totaal dat wij voor Hem niet meer kunnen bestaan, we zijn in de dood. Verdwaalde schapen, die weerloos in de klauwen van de dood gevallen zijn.

Maar, voor een goede herder krijgt een verdwaald en ellendig schaap juist bijzondere waarde. Zonder goede herder zijn de schapen prijs gegeven aan dood en verderf. Maar met de goede Herder, is er leven. Hoor dan hoe rijk de Heiland Zich voorstelt: 'Ik ben gekomen, opdat zij... het leven hebben’.

De Heere Jezus zegt het: Ik ben er. Ik neem het op voor de verloren schapen. Ik neem het voor hen op tegen de machten van dood en duisternis. Ik ben gekomen. Ik ben het leven. Ik geef het Leven. Ik geef Mijn Leven.

Dat is Gods erbarmen met een verloren, ontredderde wereld: Christus is gekomen om Zijn leven te geven, opdat zij leven zullen. Een verloren mens heeft alleen kans van leven in Zijn nabijheid, in Zijn gemeenschap. Zo diep buigt de Heere neer, dat Hij reikt tot de mens in de diepste nood. Zo is Jezus gekomen, losgescheurd van de Vader, om verscheurd te worden door de straf die ons de vrede aanbrengt.

Wij zijn het leven kwijt. Niemand van ons bezit het leven meer. Het oordeel van de rechtvaardige God heeft ons dat leven uit handen geslagen. Alleen de dood bleef over. Nu is Christus gekomen om die dood binnen te treden. Hij is gekomen in de zondenood, om het u en mij van dichtbij aan te zeggen dat we dood zijn, maar dat er leven in Hem is. Daar niemand meer komt, in de grauwste steden, in de donkerste buurten, in de grootste zorgen, daar komt Hij. 'Hier ben Ik, o mens, gekomen, ook midden in jouw dood, opdat jij, door het geloof, leven zal’.

We zijn de lijdensweken binnengegaan. We mogen ons opmaken het lijden en sterven van Christus te herdenken. Mag ik u weer vragen: wat betekent Christus komst voor u, wat betekent Zijn dood voor u? ' Is Zijn komst uw heil, is Zijn sterven uw leven?

De huurling kwam om beter te worden van de kudde. Christus kwam opdat Zijn kudde beter zou worden van Hem, genezen zou van de dodelijke staat, door Zijn Bloed.

Hoor wat Hij Zijn kudde zegt: 'een ieder die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in de eeuwigheid. Gelooft gij dat.' Door het geloof is er leven, voor zondaars. Hij is gekomen. Hij zet Zijn leven in. Hij verwerft het leven.

Welk een vreugde dan Hem te kennen. Hem lief te hebben. Hem te dienen. Hij is gekomen, het is volbracht. De Heere heeft Zich weer voorgesteld. Zijn Woord is weer gebracht. Hebt u Hem mogen aanschouwen in Zijn komen in de Kribbe, hebt u hem mogen aanschouwen in Zijn gaan naar het Kruis? Heeft Hij u omhelsd in Zijn liefde? Dan wacht u het leven met Hem tot in eeuwigheid.

Echter, als u hebt gelezen, hoe Hij Zich weer bekend maakte, ook tot uw heil en u leeft uw eigen leven verder, dan wacht u de dood. Als u Hem wel hebt zien staan in Zijn glorievolle aanwezigheid, maar u hebt Hem niet nodig als uw Herder, als uw Heil. O mens, dan heeft u slechts kennis genomen van Hem, maar u heeft geen kennis met Hem gemaakt. Dan is er geen mogelijkheid van leven voor u, dan blijft u in uw zonden.

Weet echter, dat Hij u nog roept en het nog zegt: Ik ben, ook heden nog. Bidden we dan de woorden van psalm 119:

Gun leven aan mijn ziel, dan looft mijn mond Uw trouwe hulp; stier mij in rechte sporen

Gelijk een schaap heb ik gedwaald in 't rond, dat, onbedacht, zijn herder heeft verloren.

(Amsterdam)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Ik ben....

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's