Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Navolging en zelfverloochening

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Navolging en zelfverloochening

Pastorale overwegingen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het eerste, dat wij moesten opmerken, toen we de vorige keer in onze 'Pastorale overwegingen' nadachten over de navolging van Christus, was, dat navolging totaal iets anders is dan imitatie. Als Jezus ons oproept om achter Hem aan te komen, vraagt Hij van ons niet, dat we Hem slechts als inspirerend voorbeeld nadoen in ons doen en laten. Jezus volgen betekent bepaald meer dan Hem bewonderen. Het is ten diepste als een moegewerkte en stukgebroken zondaar in aanbidding neerknielen bij Zijn kruis. Zijn kruisweg gaat ten einde toe.

Zijn kruisweg de onze

Het tweede echter, dat het volgen van Jezus kenmerkt, is, dat Zijn kruisweg door ons niet slechts als de heilsweg doorleefd wordt, maar ook, dat Zijn kruisweg tot op zekere hoogte onze kruisweg wordt. Wie een navolger van Christus wordt, kiest tegen zichzelf en voor het kruis in heel zijn leven. Dat is geen geringe zaak. Christus zei: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis dagelijks op...' (Luc. 9 : 23). Wij moeten de kosten overrekenen. Het discipelschap betekende voor Christus' jongeren, dat zij vrijwillig afstand deden van heel hun vroegere leven. Het Evangelie en de roepstem van Christus zijn maar niet een verheven idee. Zij sturen aan op een radicale verandering. Een discipel van Jezus zijn betekent, dat wij ons midden in de wereld burgers van een andere wereld weten. De navolging van Christus kostte de jongeren van Jezus hun boterham, het vissersberoep, een tolhuis. Christus vroeg hen dat zij bereid waren net zo arm te zijn als Hij en geen plaats te willen hebben, waar zij het hoofd konden neerleggen. Al hun zekerheden moesten zij inruilen voor een onzekere zwerftocht achter Hem aan, onvoorwaardelijk en radicaal. In zo'n geval is er zelfs geen tijd om te wachten op de dood van zijn eigen vader om die althans eerst nog de laatste eer te bewijzen (Luc. 9 : 59, 60). Geen slag om de arm. Onmiddellijk, zonder dralen komen. Men geve zichzelf niet de kans om op een eenmaal genomen besluit om Jezus te volgen terug te komen door te zeggen: 'Maar eerst wil ik nog dit of dat doen'. Wie Jezus volgen wil, moet zichzelf leren prijsgeven, eigen geld en goed, eigen roem en eer, eigen vroomheid en gerechtigheid.

Navolging met zelfverloochening

Voor deze manier van navolging is maar één woord goed, het woord zelfverloochening. Vaak maken wij ons daarvan af door te stellen, dat de volgelingen, die Jezus tijdens Zijn leven op aarde achter Zich had, op een andere manier geroepen Werden om Hem te volgen dan wij. Voor ons betekent het volgen van Jezus toch immers niet meer, dat we net als de rijke jongeling onze inboedel te gelde gaan maken en vervolgens alles aan de armen der Wereld uitdelen om bezitsloos door het leven te gaan? Voor ons zal de navolging toch niet betekenen, dat we ons gezin- en familieleven verlaten om heel alleen de Heere te gaan volgen en dienen? Nu, het is inderdaad zo, dat de navolging voor de één wat anders betekenen kan dan voor de ander. Het is duidelijk, dat de navolging van Jezus voor sommigen uitgerekend betekent, dat zij getrouw hun beroep waarnemen en hun huiselijke plichten nakomen. Maar dat betekent niet, dat Christus ons soms ook niet kan roepen tot een discipelschap, waarin wij inderdaad ons huis verkopen, geen cent meer willen hebben dan voor ons dagelijks onderhoud nodig is, familiebanden verbreken om op deze manier onze handen geheel vrij te hebben voor de verbreiding van het Evangelie. Wie in de Evangelieverkondiging wil dienen, moet bereid zijn in die zin alles prijs te geven. Maar niet alleen een zendeling, evangelist of evangeliedienaar wordt tot deze zelfverloochening geroepen. Ten diepste wordt deze bereidheid gevraagd van ieder, die achter Jezus aan wil komen. Navolging is zelfverloochening. Dat is het omgekeerde van zelfhandhaving. En wat zelfhandhaving is, kunnen we weten uit ons eigen hart. Ik geef er drie voorbeelden van. Een mens kan zichzelf handhaven met zijn geld en bezit. Dan zit hij er warmpjes in, heeft een goed jaarinkomen, een behoorlijke levensverzekering, een opgeruimd humeur, een uitstekende werklust. Wie doet hem wat? Een mens kan zichzelf handhaven met zijn knappe verstand. Hij kan goed studeren. Heel zijn leven staat in het teken van de promotie. Wat een rijke in zijn zak heeft, heeft de man van het intellect in zijn mars. Kennis is macht, net als geld. Iedereen ontziet zo'n mens. Hij heeft een eerste klas naam onder de mensen. Hij doet voor niemand een stap achteruit. Hij overbluft iedereen. Een mens kan zichzelf handhaven door stipt te leven naar Gods wet. Dan is hij vroom. Morgen nog vromer. Straks misschien wel volmaakt. En hoewel de beste breister wel eens een steek laat vallen, zal God hem, naar hij meent, niet lastig vallen, als hij slechts gedaan heeft, wat hij kon. 'Iedereen het zijne geven', heet dat in de volksmond. Wat de rijke in zijn zak en de man van verstand in zijn mars heeft, dat heeft deze vrome in zijn goede wil. Dat is in alle drie de gevallen zelfhandhaving, al noemt men het in de practijk zelfverwerkelijking. Maar een navolger van Christus kan geen zelfhandhaver meer zijn. Hij moet zijn leven verliezen, zijn 'ik' prijsgeven, zichzelf negeren, 'nee' zeggen tegen dit alles. Als we van een Ander geworden zijn, dan zijn we niet langer baas meer. Zelfverloochening: niet meer geborgen willen zijn in zijn geld, zijn wetenschap, zijn vroomheid. Wie Jezus navolgt, heeft niets, weet niets, is niets. Van die prijs der navolging kan niets worden afgedongen. Hier is geen reductie mogelijk. De kosten zijn scherp berekend. Jezus' eisen zijn onvoorwaardelijk en radicaal. Wie zijn leven verliezen zal om Mijnentwil, die zal het vinden. Deze zelfverloochening is dus werkelijk ingrijpender dan dat we bv. een stuk van ons leven opofferen in dienst van de lijdende mensheid. Ze is vrucht van het loslaten van het eigen ik. Ze wordt geboren in de afgrond van dé zelfveroordeling, daar, waar de vrees om failliet te gaan plaats maakt voor de zekerheid failliet te zijn en de troostvolle wetenschap in handen te zijn van een Zaligmaker, die weet wat het is om te zorgen voor tijd en eeuwigheid. Wie Jezus mag volgen in zelfverloochening verliest nooit zoveel, dat hij niet meer genoeg overhoudt om welgetroost te leven en zalig te sterven. Paulus zei: Ik sterf alle dagen'. (1 Kor. 15:31) Maar al moest hij dagelijks met het leven afrekenen, hij had een vaste hoop op een onbeweeglijk Koninkrijk. Een navolger van Christus heeft niets meer te verliezen, omdat hij alles gewonnen heeft. Zijn 'Ik' moet buiten spel worden gezet. Want 'Hij' heeft het voor het zeggen gekregen.

Stigmata en vrijwillige armoede

U kent waarschijnlijk het verhaal van Franciscus van Assisi, de stichter van de franciscaner bedelorde. Na zijn jonge jaren doorrgebracht te hebben in de vreugde der wereld, kwam hij door het lezen van het Evangelie en bijzonder van dat gedeelte, dat spreekt over de uitzending van Christus' jongeren in volslagen armoede, tot de navolging van Christus. Zij bestond voor hem in het vrijwillig afstand doen van al zijn bezittingen. Als bedelaar trok hij rond om overal in Italië het Evangelie te verkondigen. De beschouwing van Christus' lijden en armoede bracht hem soms tot een verrukkelijk gevoel van vreugde, zo zelfs, dat volgens de overlevering in zijn handen, voeten en zijde de lidtekenen (stigmata) van Jezus' gekruisigde lichaam zichtbaar werden. Twee jaar na zijn dood (in 1228) werd Franciscus heilig verklaard. Jezus' kruis werd in zijn leven afgedrukt. Vasten, waken, lichamelijke kastijdingen waren volgens hem de enige dingen, die goed waren voor wat hij noemde zijn 'broeder ezel', zijn lichaam. Is dat het ideaal der navolging, dat ook wij elkaar voorhouden? Of is de eis tot zelfverloochening van ingrijpender aard? Ja, het laatste. Wat dat betreft kies ik liever voor die andere monnik, die ook zelfs in zijn vroomheid geen grond meer vinden kon. Maarten Luther. Want ook al zou men de lidtekenen van Christus' lijden in zijn lichaam omdragen en al zijn goederen tot onderhoud der armen hebben uitgedeeld, wat zou het ons baten, als we de liefde niet hadden? Maar waar de liefde van ons een navolger van Christus heeft gemaakt, daar moet het dan toch ook openbaar komen, ja zeker, ook in onze handen, ook in onze voeten, ook in het gebruik, dat wij maken van onze verstandelijke vermogens en in de besteding van ons geld, of wij van de dood overgegaan zijn in het leven. Een navolger van Christus negeert zichzelf. Hij behoort tot de orde van de 'minste broeders'. Vrijwillig arm! 'Als wij voedsel en deksel hebben, wij zullen daarmee vergenoegd zijn'. (1 Tim. 6:8) Want nooit is een mens zo rijk, als wanneer hij de voetstappen drukt van Hem, Die 'om onzentwil arm werd, daar Hij rijk was, opdat wij door Zijn Armoede rijk zouden worden' (2 Kor. 8:9).

Wageningen

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Navolging en zelfverloochening

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's