Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kontakten en bezoeken in de Ned. Hervormde Kerk

Bekijk het origineel

Kontakten en bezoeken in de Ned. Hervormde Kerk

2

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het grootste gedeelte van het verslag van de enquête van de Raad voor Herderlijke Zorg over 'Hervormde gemeenten in kontakt met hun leden' wordt in beslag genomen door bezoekwerk.

Bezoekwerk: waarom en door wie?

Bijna alle 761 gemeenten, die aan deze enquête meewerkten, geven op dat ze bezoeken 'belangrijk' of zelfs 'zeer belangrijk' vinden. Maar wat ziet men als het doel van het bezoekwerk? Dan komen allerlei motieven naar voren:

a) woordverkondiging (het evangelie aan huis brengen)

b) gemeenschapsvorming (versteviging van de onderlinge band)

c) persoonlijk kontakt (ingaan op konkrete punten over 't geloof of in verband met de gezinssituatie)

d) inspraak (door 't bezoekwerk merkt de kerkeraad wat er leeft in de gemeente).

Dit laatste punt is zeker niet onbelangrijk: een bezoeker moet ook goed kunnen luisteren. Maar het zou toch wel wat mager zijn, als dit het hoofdmotief zou zijn. Een ambtsdrager of kerkelijk medewerker heeft immers ook een Boodschap te brengen en een appèl op de mensen te doen. Zie H Cor. 5, waar de apostel spreekt over: 'we bewegen de mensen tot het geloof' en 'wij bidden u van Christus' wege: laat u met God verzoenen'. Als deze worsteling ontbreekt, om, in Gods kracht mensen te winnen voor de Heere Jezus, dan gaat ons bezoekwerk op in ijdel gehol langs de huizen. U zegt wellicht: fijn, dat alle gemeenten bezoekwerk zo belangrijk vinden! Ja, maar dan is het toch wel wat tegenstrijdig om te lezen, dat er nog altijd gemeenten zijn, waar alleen de dominee op bezoek gaat. Of alleen de ouderlingen 'die het aandurven'. Is dit niet een verzaking van een zeer wezenlijk punt van het ambtswerk van ouderling en diaken? Stuurde Christus Zijn discipelen er al niet twee-aan-twee op uit? Helaas zijn er nog heel wat gemeenten, waar de kerkeraad alléén alle bezoekwerk verricht. Natuurlijk maakt het verschil of het een klein dorp betreft of een groeiende nieuwbouw-wijk. Maar wat is het belangrijk dat ook gemeenteleden worden ingeschakeld. Behalve Zijn 12 discipelen zond de Heiland er immers ook 70 anderen op uit. En het was ook voor hun eigen geestelijk leven tot grote winst. (Zie Lukas 10 : 1-20, vooral ook vers 17). Bezoekwerk is belangrijk. Maar weet u, wat dan zo jammer is? In twee-vijfde deel van de gemeenten bestaat er geen enkele 'controle' of de afgesproken bezoeken ook Worden afgelegd, terwijl er ook niet over gerapporteerd wordt. Gaan we dan toch niet te slordig om met zo'n belangrijk (en vaak gezegend!) stuk werk, wat God ons toevertrouwt?

Huisbezoek

Het duizelt je bijna, als je uit het enquête-verslag  merkt, hoeveel verschillende soorten bezoek er binnen de Hervormde Kerk worden afgelegd, en op welke wijze dat gebeurt. We kunnen lang niet al­les noemen, maar geven alleen de dingen weer, die ons opvielen. Allereerst over wat nog steeds één van de meest belangrijke soorten bezoek is: het huisbezoek. In negen-tiende deel van de Hervormde gemeenten vindt nog 'gewoon huisbezoek' plaats. Laten we er dankbaar voor zijn, al zou er ongetwijfeld in veel gemeenten veel méér huisbezoek moeten kunnen gebeuren. De enquête vergaloppeert zich m.i. echter, als er zomaar even beweerd wordt, dat gemeenteleden beter geschikt zijn voor huisbezoek dan ambtsdragers. We vragen: uit welke feiten blijkt dat? In het evangelisatie-werk kan het inderdaad wel gebeuren, dat het ambt van ouderling de mensen wat afschrikt, maar juist voor het 'gewone' huisbezoek is het uitermate belangrijk dat ambtsdrager en gemeentelid elkaar ontmoeten rondom de Boodschap van God. Terecht wordt opgemerkt, dat veel predikanten en ouderlingen een veel te grote en niet-gestruktureerde kaartenbak hebben. Gevolg: ze kunnen het geheel niet meer overzien, en er komen gezinnen tussen de wal en het schip terecht. In grote gemeenten en wijken is een goede planning en administratie van de bezoeken een vereiste. Dit is 'God liefhebben met uw hele verstand'. 

Bepaald geschrokken ben ik in dit verband van het feit, dat slechts in een kwart van de plattelandsgemeenten, en nog maar in de helft van de grotere gemeenten, de bezoeker een rapportje of verslagje maakt van zijn bezoek. Vooral in grotere gemeenten, waar men elkaar niet meer kent, is dit m.i. onverantwoord. Op deze wijze kan 'n predikant of ouderling ook niets overdragen aan zijn opvolger. Zijn we dan toch niet te gemakzuchtig? We willen zeker niet de kerk zomaar vergelijken met 't zakenleven. Maar. kunnen we in dit opzicht er toch niet wat van leren? De kinderen der duisternis zijn soms wijzer dan de kinderen des lichts, zegt de bijbel.

Verdrietig is ook wat te lezen is over 't beginnen van het huisbezoek met gebed. Of — wat vaker voorkomt — dat het bezoek als regel met Schriftlezing en gebed besloten wordt. In sommige, gemeenten gebeurt het vrijwel altijd, in andere vrijwel nooit. Tenzij de bezochte er zelf om vraagt. Dit is sterk afhankelijk van de geestelijke ligging van de gemeente, zo staat er. (Zelfs bij rouwbezoek wordt het gebed soms systematisch weggelaten. Is er wel één gelegenheid waar het gebed, samen met de geslagen familieleden, meer op zijn plaats is? )

Ik weet uit ervaring, dat het niet altijd mogelijk is om een bezoek met gebed te beëindigen. Soms stelt men het persé niet op prijs. Dan is het gebed een te tere, heilige zaak om het aan een ander op te dringen. Maar wanneer het een gewoonte geworden is, dat Woord en gebed niet eens meer aan de orde komen bij huisbezoek, dan zijn we .m.i. toch wel ver onder de maat. Ligt daarin niet al onze levenskracht? Dit is — als 't goed is — toch niet aan modaliteit of 'ligging' gebonden?

Nieuw-ingekomenen

In bijna alle gemeenten worden ze bezocht. Maar we vragen wel: duurt het in veel gevallen niet veel te lang, eer men bezoek krijgt? Juist voor zwak-meelevende (jonge) gezinnen is een bezoek in de eerste weken na de verhuizing zo uitermate belangrijk. Bovendien is één bezoekje niet genoeg: velen hebben, vooral de eerste tijd blijvende aandacht en begrip nodig. Veel pogingen tot bezoek aan nieuw-ingekomenen zijn echter tevergeefs. Men geeft meteen te kennen, geen kontakt te wensen. In sommige gemeenten blijkt dit volgens de enquête zelfs 70 a 80 procent van de nieuwkomers te zijn. De grote vraag is dan: Wat doe je met dergelijke adressen? Dat wordt zeer verschillend beoordeeld. In sommige gemeenten stimuleert men dan meteen, om zich maar te laten 'uitschrijven'. Andere gemeenten willen hiervan niets weten. Persoonlijk meen ik: alleen in zeer duidelijke gevallen, of bij administratieve onjuistheden, kan men bij het eerste bezoek een uitschrijvingsformulier laten tekenen. Maar waar evangelisatorisch nog mogelijkheden (kunnen) liggen, zullen we niet te zakelijk en te ongeduldig mogen zijn. Hoeveel geduld heeft Christus immers met ons? Hij geeft het met één keer Goddank met óns ook niet op. In sommige (kleinere? ) gemeenten gaat eerst de predikant bij de nieuw-ingekomenen op bezoek, maar in de meeste gevallen eerst een gemeentelid. De predikant kan daardoor meer gericht werken, en verliest niet teveel tijd. In sommige gemeenten wordt dit eerste bezoek gevolgd door een (uitnodiging voor een) kontaktavond met andere nieuw-ingekomenen. Dit is een goede mogelijkheid. Soms kan er een gesprekskring uit voortkomen. 

Zieken en bejaarden

In vrijwel alle Hervormde gemeenten wordt bezoek gebracht aan zieken, invaliden en bejaarden. Heel vaak krijgt dit stuk kerkewerk zelfs voorrang. Als doel wordt gezien: het brengen van de Boodschap van 't Evangelie, hen te helpen bij 't verwerken van hun speciale problemen, belangstelling tonen, en zien of er hulp geboden kan worden. Opnieuw zeggen we: het zijn alle vier waardevolle aspekten, mits het eerste punt vooral niet vergeten wordt.

Evangelisatie-bezoek

In ruim de helft van de gemeenten worden ook 'randleden' bezocht. Lang niet altijd als een aparte bezoeksoort, maar heel vaak worden de randkerkelijke leden gewoon 'meegenomen' in 't normale bezoek. Dat dit evangeliserend bezoek veel te weinig aandacht krijgt, schreven we vorig maal reeds. Bovendien is het ook een erg moeilijk en moeizaam bezoekwerk. In de enquête staan daarover een serie klachten. Indien ergens, dan is het in het evangelisatiewerk: niet te zien, en toch geloven. Toch vertrouwen dat Gods Woord vrucht zal dragen, ook al weten wij meestal niet hoe. Gebed en Schriftlezing vinden bij deze bezoeken soms plaats, maar meestal niet. Heel vaak kan het ook niet, alleen al vanwege het feit dat de meeste van deze gesprekken aan de deur plaatsvinden.

Wervingsbezoek

Onder 'wervingsbezoek' wordt verstaan: bezoeken aan gemeenteleden met het doel hen te vragen voor bepaalde kerkelijke taken of aktiviteiten. Dit gebeurt in veel gemeenten. Maar alweer: hoe gebeurt het? M.i. moet het regel zijn, dat medewerkers niet gevraagd worden via een algemene oproep in de kerkbode. Maar een persoonlijke dienst is een persoonlijke vraag waard. In sommige gemeenten bestaat de goede gewoonte om gemeenteleden, die aan een aktie hebben meegewerkt, een persoonlijke bedankbrief te schrijven, waarin ook de resultaten van de aktie vermeld zijn. Van harte aanbevolen! Op deze wijze behandel je medewerkers niet als loopjongens', maar honoreer je hun inzet. Zo houden we ook medewerkers.

Waardevol is ook de opmerking uit de enquête: Medewerkers en ambtsdragers moeten niet alleen gevraagd worden, maar ook gedurende hun taakvervulling aandacht ondervinden. Geeft Gods Woord ons hierin ook niet een duidelijke richtlijn? Denk maar aan de grote zorg die Paulus in zijn brieven aan de dag legt voor zijn medewerkers. Hij denkt zelfs nog aan de wat zwakke maag van Timotheüs (1 Tim. 5 : 23).

Tenslotte

Een enquête is een gebrekkig ding, schreven we vorig maal. Niettemin is het leerzaam om — in de eerste plaats luisterend naar de bijbel — je aan de hand van zo'n enquête toch eens af te vragen: Op welke wijze wordt er aan de bijbelse opdracht om zorg voor elkaar te hebben gestalte gegeven in onze kerk? Daarover kan zo'n werkstuk ons enig licht verschaffen. Dan hebben we zeker geen reden om te roemen. Maar wel om te bidden: Het werk onzer handen, bevestig dat' (Psalm 90 : 17). En ook om te geloven: Uw arbeid zal niet ijdel zijn in de Heere' (1 Cor. 15 : 58).

(Ede)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Kontakten en bezoeken in de Ned. Hervormde Kerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's