Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. J. G. Woelderink: Verbond en Bevinding. Ton Bolland, Amsterdam 1974, 255 blz. Gebonden ƒ 24, 50.

Dit boek bevat een aantal artikelen en een paar kleine geschriften van de opnieuw sterk in de be­langstelling gekomen Dr. Woelderink.

Er aan vooraf gaat een uitvoerige Inleiding onder de titel 'Hernieuwde belangstelling', geschreven door Ds. C. van der Wal.

De artikelen en geschriften van Dr. Woelderink die in deze bundel zijn opgenomen gaan allen over hetzelfde thema: het verbond en — in verband daarmee — de belofte van het Evangelie.

Er zit naar mijn gevoelen iets monotoons in, het monotone van een reactie-theologie. Welk onderwerp Woelderink ook aansnijdt telkens komt hij op hetzelfde terug. Dat geeft aan het geheel iets krampachtigs, ook iets negatiefs.’

Een enkele keer stoten - wij op een caricatuur. B.v. in wat Woelderink schrijft over het werkverbond. Hij ziet er remonstrantse dwalingen in. En dat terwijl onze vaderen er de remonstranten mee te lijf zijn gegaan! Ligt niet juist in het laten wegvallen van een 'werkverbond' het Remonstrantisme voor de deur? Kan dat nog voldoende gehonoreerd Worden, dat er een 'breuk' ligt, vloeien dan niet de toestand van de mens vóór de val en die van de mens na de val gemakkelijk in elkaar over? Wie het genadeverbond terugprojecteert in de staat der rechtheid komt onvermijdelijk tot een veralgemening van de genade'. Het dood-zijn-in-zonden-en-misdaden raakt dan op de achtergrond en voor de (noodzaak van) wedergeboorte blijft niet veel aandacht meer over. Dit zijn alle zeer wezenlijke elementen in de Gereformeerde belijdenis die bij Woelderink zoalniet geheel ontbreken dan toch maar heel zwak doorklinken.

Wij ontkennen niet dat er binnen de Gereformeerde Gezindte ook een erg eenzijdige wedergeboorte-theologie wordt gevonden, waarin de centrale positie van het geloof (de ontdekking van de Reformatie) op de achtergrond is geraakt; en waarin soms over 's mensen doodsstaat wordt gesproken op een wijze die al wat de bijbel zegt over Gods roeping, de kracht van 't Woord Gods en 's mensen verantwoordelijkheid negeert. Wij ontkennen ook niet dat men de praedestinatie zodanig 'drijven' kan dat zij een geïsoleerd thema wordt, met alle dodelijke gevolgen vandien voor prediking en pastoraat. Maar dat alles rechtvaardigt Woelderink niet om in een ander uiterste te vallen.

Tegen het subjectivisme dat Woelderink is tegengekomen in zijn gemeentewerk heeft hij van de weeromstuit alles getrokken in de 'objectieve' belofte des Evangelies of beter: in het actuele spreken van de belovende God. Maar kan en mag men daarin blijven steken? Mag men de Geest in het Woord laten opgaan? Is er niet ook een werk van de Geest aan en in de mens? Hoe komt het dat sommigen het Woord geloven en anderen het verwerpen? Soms denkt men bij het lezen van Woelderinks boek: Nu komt het! Maar neen, onmiddellijk wordt het werk des Geestes weer teruggezet in de belofte. Zo wordt het werk van de Geest ingeperkt; en kan hetgeen Woelderink 'bevinding' noemt in feite niet meer zijn dat een fragment van de bevinding.

Woelderink heeft gemeend de oorspronkelijke Reformatie, met name Calvijn (op wie hij echter ook, soms bedekt, ernstige critiek oefent), weer te doen spreken. Maar heeft hij dat wérkelijk gedaan? Als Calvijn in zijn Institutie (III.2.7) een definitie geeft van het geloof, omschrijft hij het als 'een vaste en zekere kennis van Gods welwillendheid jegens ons, welke de grond is van de waarheid van Zijn genadige belofte'. Voorzover Woelderink, onder verwijzing naar Calvijn, nadruk gelegd heeft op de onwrikbare vastheid van de belofte Gods, heeft hij in het geheel van de Gereformeerde Gezindte zijn betekenis gehad. Binnen deze Gezindte zijn er nog altijd bepaalde sectoren waar men zich nodig op dit oer-reformatorisch gegeven zou moeten bezinnen.

Maar hier moet onmiddellijk aan worden toegevoegd, dat Calvijn op de boven geciteerde plaats nog het een en ander laat volgen. Hij spreekt n.l. ook over 'een openbaring door de Heilige Geest aan ons verstand' en over 'een verzegeling aan ons hart'. En dat zijn nu juist elementen die Woelderink heeft laten liggen.

Eenzijdigheid is er bij hem ook als het gaat over het verbond. Er wordt zoveel nadruk gelegd op de éénheid van het verbond (immers geen: werkverbond én genadeverbond) dat alles egaal en vlak wordt. Dat men op tweeërlei wijze kan zijn in het verbond wordt nauwelijks genoemd, nergens krijgt het werkelijk aandacht. In Woelderinks verbondsbeschouwing is de gereformeerde leer van verkiezing en verwerping totaal absent. Hét is geen wonder dat hij later openlijk zich heeft uitgesproken tegen de Dordtse Leerregels.

De bijbel spreekt van 'kinderen 'des koninkrijks' die 'buitengeworpen' worden. Ook zij zijn kinderen des verbonds maar zijn nimmer door een levend geloof verenigd met de Middelaar des verbonds. Paulus zegt: 'En ik wil niet broeders, dat gij onwetende zijt, dat onze vaders allen onder de wolk waren, en allen door de zee doorgegaan zijn, en allen in Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de zee, en allen dezelfde geestelijke spijze gegeten hebben en allen dezelfde geestelijke drank gedronken hebben; want zij dronken uit de geestelijk steenrots, die volgde, en de steenrots was Christus. Maar in het merendeel van hen heeft God geen welgevallen gehad; want zij zijn in de woestijn terneder geslagen (1 Kor. 10 : Ivv)'. Ik zou weleens willen weten of iemand in Woelderinks werken mij passages kan aanwijzen waarin deze en dergelijke klanken te beluisteren zijn. 

Uitermate bedenkelijk achten wij ook het actualiserende moment in Woelderinks theologie. Hierin heeft hij in directe relatie gestaan met de al in zijn tijd opkomende tegenwoordige moderne theologie.

Soms doet hij denken aan Brunner met zijn stelling: Waarheid als Ontmoeting (Wahrheit als Begegnung) en dan weer aan Barth die het Woord Gods verstond als een actueel Getuigenis (Zeugnis). Woelderink heeft stellig gelijk als hij zegt dat Gods Woord de rilens direct aanspreekt, doch er is méér, en dat juist horen wij niet. Wij belijden dat de Schrift het geïnspireerde Woord Gods is, en daar doet het ongeloof niets van af.

Woelderink houdt alles dynamisch en actueel. En dat is zeker naar de geest van onze tijd. Het heeft mij niet verbaasd dat Prof. Berkhof onlangs Woelderink hoog geroemd heeft. Woelderink keert zich tégen het hébben van waarheden. Wilde hij daarmee alleen maar wijzen op de gevaren van een star orthodoxisme dan stemden wij er graag mee in; maar er is helaas meer aan de hand. Getuige b.v. zijn afkeer van een strijd voor de waarheid (de belijdenis) gelijk die ook in zijn tijd in de Hervormde kerk gestreden is. Zijn sympathieën voor Kraemer heeft hij niet onder stoelen of banken gestoken.

Inderdaad is er het actuele Woord Gods, maar er is ook de Schrift en wij belijden dat die Schrift Gods Woord is. Er is het geloof waarmee geloofd wordt (fides qua) maar er is ook het geloof dat geloofd wordt (fides quae), welke in de Schrift o.a. de 'gezonde leer' wordt genoemd. De harmonie tussen die beide is bij Woelderink verbroken. De tegenpool van zijn actualistisch verstaan van het Woord Gods is een subjectivistisch verstaan van het geloof. De tragiek van Woelderink is dat hij in zijn strijd tegen het subjectivisme zelf in een nog veel erger subjectivisme is terechtgekomen.

In het licht van dit alles is het zo verwonderlijk niet dat Woelderink in zijn later leven is opgeschoven naar het 'midden' van de Hervormde Kerk. Dat is maar niet het gevolg van een ongelukkige samenloop van omstandigheden, of omdat hij niet (goed) begrepen zou zijn, of een gevolg van een persoonlijk gekrenkt zijn door de wijze waarop hij bestreden is door hen die eertijds zijn vrienden waren, maar dit ligt geheel in de ontwikkeling van zijn theologie! Het zou ons zeer verdrieten indien de 'hernieuwde belangstelling' voor Woelderink er aanleiding toe zou geven dat ook nu nog deze of gene hem op die weg zou volgen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juli 1975

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juli 1975

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's