Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wim Ramaker, Ik ben er geweest, gesprekken in Zuid-Afrika, 127 blz., ƒ 12, S0, uitg. J.H. Kok b.v., Kampen 1974

Een christelijke theologie die zich bewust wil worden hoe het op dit moment politiek gesteld is met... haar praktijk en wat voor politieke functie deze (vervult) zal er... goed aan doen zich de politieke kruisiging en de opwekking door God van de als 'oproerkraaier' terechtgestelde Christus te herinneren en de consequenties te trekken uit de navolging.

Deze stelling van Moltman en soortgelijke andere zijn het koren op de molen van de schrijver van dit boekje, chef van de literaire sectie van de NCRV, die samen met prof. Oberman naar Zuid-Afrika is gereisd voor een NCRV-programma over de apartheid. De weergave van zijn gesprekken met vijf Zuid-Afrikaanse schrijvers, een actrice en een lector in de politieke filosofie te Stellenbosch vormen de hoofdmoot van het geschrift.

Uit de gesprekken wordt duidelijk dat de ondervraagden, hoewel vaak tegen de apartheidspolitiek of althans het apartheidsbeleid, een minder simplistische kijk op de situatie hebben dan de schrijver. Deze is met een zak vol vooroordelen naar Zuid-Afrika gegaan met de onbewuste of bewuste opzet, zijn hol-maar-door ideeëen bevestigd te zien. Dat lukt dus niet helemaal, ondanks de wijze van ondervragen die in Nederland bij radio en t.v. gebruikelijk is geworden: de vragen zó stellen, dat bij voorbaat wordt toegepraat naar een bepaalde conclusie die de ondervrager in zijn achterhoofd heeft.

Ramaker schrijft bij het geheel een voorwoord, dat met een te zelfbewuste negatie van de positieve punten van het apartheidsbeleid van dit beleid geen spaan heel laat. Hij zegt 'n dialoog te willen stellen. Nu, daar is aan te denken. Maar dan wel na het vaststellen van de de zin van zo'n dialoog, en van de zin van een deelname daaraan door instanties en/of personen buiten Zuid-Afrika.

Mocht het er van komen, dan moet de heer Ramaker daar maar niet bij worden betrokken: hij is er minder geschikt voor. Hij weet alles al.

 

Dr. J. Verkuyl, Bestrijding van het racisme en de kerken in Nederland, 71 blz., ƒ 5, 50, uitg. J. H. Kok b.v.. Kampen 1972.

Een helaas wat verlate aankondiging van een geschrift opgesteld om te informeren over het Programma tot Bestrijding van het Racisme en het Speciaal Fonds (tot ondersteuning van die strijd), door de Wereldraad van Kerken te Uppsala opgesteld en ingesteld.

De aard van de activiteiten van de Gereformeerde prof. Verkuyl op dit terrein zullen aan de lezers van De Waarheidsvriend allicht bekend zijn. Zijn commentaar roept wel enige scepsis op. Alle kritiek op het doen van de Wereldraad in dezen ontbreekt. Hij is overal erg gelukkig mee. Dat bevordert de geloofwaardigheid van de commentaar nu niet bepaald. Bijvoorbeeld: 'Geen enkele schenking door de Wereldraad heeft ook maar iets te maken met de uitrusting tot geweldadige strijd' (blz. 20); maar ieder kan begrijpen dat het wèl andere geldmiddelen voor zo'n strijd vrijmaakt. Uitdrukkingen als 'onderdrukkers', 'uitbuiters' e.d. worden wat ongenuanceerd en te gemakkelijk rondgestrooid en te vlot aan de hand van de Profeten bijbels opgeverfd.

Niettemin wordt wel een goed overzicht gegeven van de activiteiten via Programma en Fonds op het moment dat het geschrift verscheen.

 

Dennis en Rlta Bennett, Nieuw leven met de Heilige Geest, 205 blz., ƒ 17, 50, uitg. J. H. Kok, Kampen 1975.

Dit boek licht ons op verdienstelijke wijze in over wat er in de Pinkstergroepen leeft. Verdienstelijk, omdat het op eenvoudige, heldere wijze uiteenzet wat men daar wil en bedoelt, vermijdend wat zij zelf als uitwassen zien, en met begrip voor hoe zich te richten tot wie buiten de Pinkstergroepen staan. Daardoor wordt nodeloze irritatie vermeden.

Er blijven bezwaren. Jammer, want hun beste vertegenwoordigers — de billijkheid gebiedt, ze daarop aan te zien — zijn bijzonder serieuze mensen.

Wij beroepen ons graag op Calvijn, de theoloog van de Heilige Geest. Daarom herkennen wij van alles bij deze groepen. Maar de verwerving van het heil door Christus, hoewel ook daar geleerd, gaat wat schuil achter de toepassing door de H. Geest. Christus en de Geest lijken zich te gaan verhouden als middel en doel. En wij zien de Geest al werkzaam in het plaats maken voor Christus in het hart — de Bennetts spreken ervan (blz. 12) dat wij besluiten, Jezus te ontvangen. Het ontvangen van de H. Geest, ook het overvloeien genoemd, wordt van het gegeven worden van de Geest merkwaardig scherp gescheiden.

Door het accent op de doop in de Geest krijgen ook de Geestesgaven, van 1 Cor. 12 een zeer sterke nadruk. Met de gaven der profetie, van geloof, van het onderscheiden der geesten en de woorden van wijsheid en kennis hebben wij weinig moeite; veel meer met die van tongen, vertolking en het werken van wonderen. De gave der genezing kennen wij wel maar wij zijn meer erop bedacht, te voorkomen dat 'mislukkingen' worden toegeschreven aan gebrek aan geloof. Hoewel onder ons over sommige geestesgaven misschien wat te gemakkelijk wordt heengegleden, menen wij hier toch heel voorzichtig te moeten zijn.

De vertaling is redelijk maar niet ideaal; op blz. 99 bijv. worden ziekten, die door (by) medische behandeling in de hand gehouden (controlled) moeten worden 'ziekten die bij de medicatie gecontroleerd moeten worden'.

Ondanks alles kunnen wij spreken van een waardevol boek omdat het vanuit de Pinkstergroepen zelf daarover rustige en doeltreffende informatie geeft.

 

Ds. Hans Bouma e.a.. Leve de aarde. De kerken en de milieucrisis, 46 blz., uitg. J. H. Kok b.v.. Kampen z.j.

Door deze brochure, no. 13 in de reeks Ter Sprake die informeert 'over zaken die aan de orde zijn in de gemeente', kan men kennisnemen van wat is besproken op een congres 'Leve de aarde; milieubesef in gemeente en parochie', te Arnhem gehouden op 10 oktober 1973. Behalve de referaten zijn ook enkele artikelen uit de uitgereikte documentatiemap opgenomen, als mede twee krantenartikelen en een afsluitende beschouwing.

Het congres was opgezet door de Stichting Centrum Milieuzorg in samenwerking met de Raad van Kerken in Nederland. De voorbereidingscommissie was 'ervan overtuigd dat de theologie en de kerken ...mede verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van onze samenleving'.

Anderzijds werd in het inleidende oriëntatiewoord een uitspraak van prof. Berkhof aangehaald, die hoopt 'dat de kerken zich niet zullen laten verleiden om een vooraanstaande rol te gaan spelen in het probleem van de vervuiling. Dat probleem ziet ieder nu wel in; daar is geen kerk voor nodig'.

Inderdaad. Past zo'n congres niet in een o.i. te betreuren ontwikkeling in de theologie die zich steeds meer op het 'diesseitige' oriënteert?

Evenwel betekent dat niet, dat we de vragen op dit terrein dan maar moeten laten liggen, maar dat ze eventueel in een meer verantwoord kader moeten worden bezien.

Ethici die menen dat de kerk iets in de milieuproblematiek te berde kein brengen, kunnen in deze brochure, althans in het nuchter-zakelijke deel ervan, studiemateriaal vinden.

Arnhem

G. B. Smit

T. Brienen, Prediking en vroomheid bij Reformatie en Nadere Reformatie, 76 blz., ƒ9, 50, J. H. Kok, Kampen, 1975.

Dit boekje bevat de zondagavondlezingen, die Brienen in het najaar 1974 voor de N.C.R.V. heeft gehouden. Daarnaast een voordracht, die gehouden is op Hervormingsdag 1974 en een aantal artikelen in het Kerkblad voor het Noorden van de Chr. Geref. Kerken. Om bij het laatste te beginnen: deze artikelen handelen over de vroomheid bij Nadere Reformatie en Nadere Reformatie. Het viel mij op, dat deze artikelen critischer uitgevallen zijn, vooral t.o.v. de Nadere Reformatie, dan de voorafgaande radiovoordrachten. Eigenlijk wordt hier over de vroomheid van de Nadere Reformatie alleen negatief gesproken. Terwijl het mij voorkomt, dat juist de vroomheid een aspect is van de Nadere Reformatie, dat het meest positief kan worden beoordeeld, positiever dan b.v. haar theologie. De radiovoordrachten zijn evenwichtiger uitgevallen, ook vergeleken met het proefschrift van de schrijver, dat over hetzelfde thema handelt: de prediking van de Nadere Reformatie. Het is Brienen gelukt om op eenvoudige wijze de mens van vandaag in te leiden in de wereld van de oude schrijvers.

Dat de eenvoudige weergave enigszins in spanning staat met de theologische dieptepeiling ligt voor de hand. Zijn toespraak op Hervormingsdag is een waardevolle bijdrage met name in het licht van de huidige crisis in kerk en prediking. Wel zou het pneumatologisch accent meer aandacht kunnen krijgen.

Als geheel: een waardevol boekje met name voor het gemeentelid.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 augustus 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 augustus 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's