Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De bruiloft begonnen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bruiloft begonnen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In gestikte klederen zal zij tot de Koning geleid worden. (Psalm 45 : 15a)

Waarom is een bruidsstoet altijd weer zo aantrekkelijk? Waarom verdringen de mensen zich bij de trap van het stadhuis en voor de deur van de kerk? Wat willen ze zien? Daar is maar één antwoord op te geven: ze willen de bruid. zien. Hoe de bruidegom eruit ziet, dat doet er minder toe. Maar hoe de bruid gekleed is, dat is belangrijk. En ieder doet z'n best om een glimp van haar op te vangen.

De dichter van Psalm 45 heeft ook aandacht voor de schoonheid van de Bruid. Maar niet in de eerste plaats. Hij was eerst helemaal vol van de schoonheid van de Bruidegom. En pas in het laatste deel van zijn lied krijgt hij aandacht voor de Bruid, voor de Koningin.

Dat is de juiste volgorde. Eerst de Bruidegom, dan de Bruid. Eerst de Koning, dan het volk van de Koning.

Daar gaat de Bruid de feestzaal binnen! In gestikte klederen zal zij tot de Koning geleid worden.

Kleren maken de man, zegt het spreekwoord. En inderdaad, onze kleding is niet zonder betekenis. De Heere heeft ons in het paradijs al kleren gegeven om onze naaktheid te bedekken. Onze kleding behoort bij onze persoonlijkheid, uit onze kleding kan enigszins blijken wie we zijn. Niet dat kleren alles zeggen. Onder een eenvoudig kleed kan een hoogmoedig hart verborgen zitten. En omgekeerd, rijk geklede mensen kumien zeer eenvoudig zijn.

Maar onze kleren zijn niet onbelangrijk. De mensen die zo voor een naaktstrand zijn verzetten zich tegen de orde die God gevestigd heeft. En zoals sommige mensen erbij lopen, slordig of halfnaakt, daarmee zetten ze zichzelf te schande.

Het is niet zómaar dat de gerechtigheid van Christus in de bijbel vergeleken wordt bij het kleed dat we dragen. Hij heeft mij bekleed, zegt Jesaja, met de klederen des heils en de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan. En in het laatste bijbelboek wordt van de Bruid gezegd dat zij bekleed is met rein en blinkend fijn lijnwaad, want dit fijn lijnwaad zijn de rechtvaardigmakingen der heiligen.

Hebt u zo'n kleed? Want met de vodden en de lompen van onze eigengerechtigheid kunnen we de bruiloftszaal niet binnengaan. Dat weten we van die man uit de gelijkenis die zomaar in z'n armoedigen schamele plunje naar binnen was gelopen en tegen wie het gezegd werd: 'Vriend, hoe zijt ge hier ingekomen, geen bruiloftskleed aan hebbend'?

Hoe kom ik aan zo'n kleed? Dan mogen we wijzen naar Hem Die daar naakt aan het kruis heeft gehangen. Die van God en mensen verlaten was, terwijl de soldaten onder het kruis Zijn laatste bezit op aarde. Zijn kleed, verdobbelden. Opdat naakte, berooide zondaren het feestkleed zouden dragen. Opdat schooiers en vagebonden in gestikte klederen tot Hem zouden worden geleid.

Hoor maar: in gestikte klederen zal zij tot de Koning geleid worden. Let wel, geleid worden. Er staat niet: zij zal tot de Koning gaan. Zij heeft niet zélf het initiatief genomen.

Mocht zij dan niet gaan? Jawel, Hij heeft juist zo vaak geroepen: Kom tot Mij. Hij heeft er Zijn Woord voor gegeven om haar te lokken. Hij heeft er Zijn dienstknechten voor uitgezonden om haar te nodigen.

En zij deed maar of zij het niet hoorde. Zij hield zich maar doof voor de roepstem van de Koning.

En nu... tot de Koning geleid... Waarom heeft die Koning niet gezegd: Ik heb haar al zo dikwijls geroepen, maar zij wil toch niet luisteren, laat haar nu maar lopen? Dat kón niet, want die Koning heeft haar liefgehad met een eeuwige liefde, daarom heeft Hij haar getrokken met goedertierenheid. Hij heeft er Zijn Geest voor gezonden om haar krachtig te trekken, om haar onweerstaanbaar te leiden. En zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods.

Wat zijn dat voor mensen, die geleid moeten worden? Dat zijn kinderen, die anders verdwalen of verongelukken. Dat zijn blinden die de weg niet kunnen zien. Dat zijn schapen die elk ogenblik van de kudde afdwalen.

Ja, het is wel een vernedering, geleid te moeten worden. Niet onze eigen gang te kunnen gaan. Niet onze eigen weg te kunnen bepalen. En toch is het zo veilig. Deze God is onze God, Hij zal ons geleiden tot de dood toe!

Zij zal geleid worden. Daar is heel wat over te vertellen, over die leiding. De één wordt zus geleid en de ander zó. Gelukkig maar, dat we niet allemaal op dezelfde manier geleid worden, dan konden we niets van elkaar leren. En altijd maar oppassen dat we ónze leiding niet tot maatstaf stellen voor de leiding van een ander. Daarom ook maar voorzichtig zijn met allerlei boekjes over die leiding. Dat gebeurt nog weleens dat iemand z'n weg op schrift stelt en dat er een boekje verschijnt over 'de wonderlijke leiding Gods, ge­ houden met...' Het gevaar is zo groot dat het meer gaat om degene die geleid wordt dan om Hem Die leidt... Meer om het volk van de Koning dan om de Koning Zelf.

En het gaat toch juist om Hem! Want, zegt de dichter, in gestikte klederen zal zij tot de Koning geleid worden. Tot de Koning! Wie kan in de hemel tegen Hem geschat worden? Wien heb ik nevens U in de hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde.

Wat een wonder eigenlijk, tot de Koning geleid worden... Hier op aarde al. Toen de Bruid daar nog heenleefde, naar het goeddunken van haar hart, toen dacht zij er niet aan, tot de Koning te gaan. Toen had die Koning geen enkele aantrekkingskracht. En toen zij daar lag, in schuld en vloek voor God verloren, toen durfde zij niet tot de Koning gaan. Wie kan voor Zijn aangezicht bestaan?

Maar het was de Geest, Die haar oog voor Hem opende. Het was de Geest, Die haar de weg wees naar Hem. Het was de Geest, Die haar aan Zijn voeten bracht. En zó is zij bij Hem gekomen, net als Esther: 'Wanneer ik dan omkom, zo kom is om...' zó lag zij aan Zijn voeten, niets anders verwachtend dan dat de Koning haar zou verstoten. En daar reikte de Koning haar de gouden schepter toe. Daar werd zij bekleed met het kleed van Zijn gerechtigheid. Daar strekte zij de hand naar Hem uit. Daar riep zij: Mijn Koning en mijn God!

En daarna is zij nog vele keren tot de Koning geleid. Soms, als zij Hem kwijt was en riep: Hebt ge Hem gezien Die mijn ziel liefheeft? Soms als zij achtervolgd werd door vijanden en beleed: Gij zijt mij een Verberging...

Wat zal het dan straks zijn, als zij voorgoed tot de Koning gaat. Duizendmaal gevreesd buiten te blijven, duizendmaal de ingang in het paleis verzondigd, en dan toch binnenkomen! Nooit meer van de weg afdwalen, nooit meer door vijanden achtervolgd worden, en de Koning zien in Zijn schoonheid.

Zalig die geroepen zijn tot het Avondmaal van de bruiloft des Lams. Want zij zullen met Hem wandelen in witte klederen.

Ridderkerk

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De bruiloft begonnen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's