Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de adiaphora

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de adiaphora

Pastorale overwegingen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

2

Interessant is in het kort na te gaan wat de kerken ons doorgeven over 'de middelmatige dingen'.

In de rooms-katholieke kerk is de leer heel sterk wetticistisch. De goede werken zijn nodig als een stuk van de zaligheid. Het gaat er om Gods wil te doen, althans, om er naar te streven. Dan ziet God dat het de mens ernst is om zalig te worden en dan helpt God. De kerk stelt een hele reeks regels vanuit de Schrift en de traditie. Dan blijft er een grote ruimte over voor allerlei middelmatige dingen. Wil men deze ook nader regelen, dan moet voor elk geval een gedragslijn worden opgesteld. Men komt dan tot de beruchte casuïstiek, voor elk geval is een regel, en zowel de goddelijke plicht als de menselijke zonde wordt dan scherp afgegrensd. Maar geheel anders is 't in de kerken der hervorming. Daar gaat het veel meer om het verstaan van de wil Gods, die de gehele mens omvat. Wanneer God Zijn genade verheerlijkt in een zondaar, dan wordt diens verstand verlicht, diens hart vernieuwd, diens wil omgebogen, diens genegenheden op God gericht. Heel de mens is er bij betrokken. Maar schiet er dan wel iets over, dat niet belangrijk zou zijn voor de Heere? Gaat het er dan niet om dat we altijd voor de Heere moeten en mogen en willen leven? Alles wat gedaan of nagelaten wordt, moet toch voor Hem worden verantwoord? Paulus zegt toch, dat alles wat we doen, eten, drinken, wat dan ook, gedaan moet worden tot ere Gods in de naam van de Heere Jezus Christus ?

Er wordt wel gesteld, dat vooral calvinistische invloed op de lutherse hervorming heeft ingewerkt en geen ruimte voor vrijheid liet. Maar dat is in elk geval niet vol te houden wat Calvijn zelf betreft. Deze hervormer heeft uitdrukkelijk gesteld, dat de christen inderdaad vrij is. We lezen daarover in de Institutie, boek III, caput XIX.

Wat lezen we bij Calvijn?

Calvijn merkt op dat de christelijke vrijheid onmogelijk te veronachtzamen is door hem, die in kort bestek de hoofdinhoud van de evangelische leer wil weergeven. Eerstens wijst hij er op dat de gewetens der gelovigen zich boven de wet oprichten. Door de werken der wet worden we niet vrij of voor God rechtvaardig. Vervolgens gehoorzamen deze gewetens, vrijgpmaakt van de wet, aan Gods wil uit eigen beweging. En dan in de derde plaats schrijft Calvijn, 'dat we in de uiterlijke dingen, die op zichzelf middelmatig zijn, door geen enkel bezwaar tegenover God gebonden zijn, maar dat wij zonder onderscheid nu eens mogen gebruiken, dan weer nalaten. Anders zullen onze gewetens geen rust hebben en zal er geen einde zijn aan onze bijgelovigheden'. En dan wijst Calvijn bij voorbeeld op het vrij eten van vlees, het vrije gebruik der feestdagen, van klederen en dergelijke. Ik dacht dat hij met heilige humor en fijnzinnige geestigheid opmerkt, dat als iemand weifelt of hij een goed merk wijn mag drinken, hij daarna ook geen slechte wijn met vrede zijner consciente zal drinken en tenslotte zal hij ook geen water meer, lekkerder en zuiverder dan ander water, durven aanraken. Eindelijk komt zo iemand zo ver, dat hij het niet geoorloofd acht, om, zoals men zegt, over een dwarsliggend strootje te stappen.

Calvijn wijst ook op wat Paulus schrijft in Romeinen 14, waar de apostel uiterlijke dingen onderwerpt aan onze vrijheid, als onze gemoederen maar voor God van de ware vrijheid verzekerd zijn.

Geen wetticisme dus

Duidelijk is u wèl, dat Calvijn niets van een benauwd en onbijbels wetticisme hebben moet. En in de praktijk blijkt ook dat Gods kinderen vrij en vanzelfsprekend bepaalde dingen doen of juist niet doen, zonder dat men deze direkt in verhouding tot God ziet, waarbij Zijn wil in het geding is. Söe noemt in zijn Christliche Ethik het voorbeeld van iemand die om op te knappen een fijne wande­ling maakt. Komt zo iemand op een tweesprong of kruispunt, zou het dan niet dwaas zijn om bij de vraag: zal ik linksaf of rechtsaf afslaan, te zeggen: daarvoor moet ik eerst Gods wil weten? Is het niet juist een stukje echt christelijke vrijheid en rijpheid in het geloof om waar het niet om wezenlijke beslissingen gaat zelf te handelen? Men kan ook overvroom zijn. Men kan ook overgeestelijk worden. Men kan zelfs God verzoeken, als ging het om 'kruis of munt'.

Natuurlijk, wij weten, dat God Zich ook met het kleinste bemoeit. Hoe kostelijk is het om in alles de Heere nodig te hebben. Vooral in de tijden van 'de eerste liefde' wordt een diep afhankelijk leven gekend. Daarbij kunnen echter dingen of daden, die men later als 'wettische kunsten' leert zien dreigen te doen ontsporen.

Katwijk aan Zee

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Over de adiaphora

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's