Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hervormingsdag 1975

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hervormingsdag 1975

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Afsterving en opleving

Er valt wat betreft het vieren van de Hervormingsdag op 31 oktober en opmerkelijke ontwikkeling waar te nemen. In een groot deel van de kerken, die van reformatorische oorsprong zijn, is de viering een vrijwel totaal vergeten zaak aan het worden. Er wordt nagenoeg geen enkele aandacht aan besteed in de prediking op de zondag. Laat staan dat op de Hervormingsdag zelf een herdenkingsbijeenkomst wordt gehouden. Dit verschijnsel zien wij optreden in het grootste deel van de Hervormde kerk. En ditzelfde verschijnsel zien wij eveneens voorkomen in grote delen van de Gereformeerde Kerken. Blijkbaar is de toenadering tussen beide kerken ook duidelijk te constateren op dit (negatieve) punt, dat er weinig of geen behoefte meer bestaat om dankbaar terug te zien naar wat God in het verleden met zijn kerk in ons vaderland heeft gedaan.

Aan de andere kant valt er echter ook een tegenovergestelde ontwikkeling waar te nemen. In de laatste jaren zien wij in vele kerken en gemeenten een opleving, die zich uit in een bewust vieren van de Hervorming. We zien deze opleving vooral bij wat tegenwoordig de rechterflank van de Gereformeerde Gezindte wordt genoemd. Het lijkt wel, alsof bij het wegsterven van 't reformatorisch oorsprongsbesef in andere delen van de kerk, er hier geen vernieuwde bewustwording plaatsvindt van de bronnen, waaruit de kerk der Reformatie leeft en alleen kan leven, wil zij werkelijk reformatorisch kerk zijn. We mogen over deze opleving verblijd zijn. Niet in de zin, dat er reden is om ons op de borst te slaan. Maar wel in deze zin, dat in een tijd van toenemende vervlakking en nivellering er toch besef groeit, dat de kerk der Reformatie een bijzonder karakter draagt vanuit haar geschiedenis, en daarom ook in het heden geroepen wordt om dit karakter te handhaven en in een vruchtbaar en gezaghebbend getuigenis gestalte te geven in deze tijd.

Momentopname of wedergeboorte?

De vraag blijft echter, hoe het komt, dat er aan de ene kant een vergetelheid rondom de Hervorming optreedt en aan de andere kant een vernieuwde bewustwording. Natuurlijk heeft dit zijn redenen. En het lijkt me niet overbodig toe, om enig inzicht hierin te hebben.

Het komt ons voor, dat deze vergetelheid allereerst haar oorzaak vindt in een bepaalde visie op het belijden van de kerk. Men meent dan, dat het reformatorisch belijden wel in de 16e eeuw een actuele en belangrijke zaak is geweest, maar dat dit in onze tijd deze actualiteit en daarom óok zijn belangrijkheid goeddeels heeft verloren. Deze mening vindt dan weer haar diepere grond, in een bepaalde visie op de geschiedenis. Men ziet deze geschiedenis als een voortgaande stroom van denken en doen, waarin steeds nieuwe en andere zaken boven komen liggen. Ook de kerk drijft in deze stroom mee. En daarom wordt ook de kerk telkens ge­plaatst voor nieuwe vragen, waarop nieuwe antwoorden moeten worden gegeven, die resulteren in telkens nieuwe vormen en inhouden van belijden, waarbij het verleden maar heel geringe hulp kan verschaffen.

Wie zo de kerk en haar belijdend karakter beziet kan inderdaad maar weinig belangstelling opbrengen voor wat er in het verleden is geschied. Hij zou nog wel historische belangstelling kunnen tonen, maar hij kan niet meer zo met het verleden omgaan, dat het wezenlijke betekenis heeft voor het heden. Daarvoor zijn zo'n mens en zo'n gemeente en zo'n kerk te zeer bezet door het heden en vooral ook wel door de toekomst, waarheen men zich spoedt. In dit klimaat staat de Hervorming nog wel vermeld in het geschiedenisboek van de kerk. Maar er wordt geen Hervorming meer 'gevierd'.

Het is duidelijk, dat in deze gezindheid nauwe aansluiting is gevonden bij de geest van onze tijd. Want deze vergetelheid ten opzichte van de geschiedenis is een algemene trek van het huidige cultuurdenken. In zoverre is hier sprake van een wereldgelijkvormigheid in de kerk. Daarvan zegt de Apostel Paulus, dat het nodig is dat er in dit denken een hervorming plaatsvindt, een vernieuwing, omdat dit schema van denken een schema is, dat past bij deze wereld en bij deze eeuw (Rom. 12:2).

De rechte'viering'

Wanneer wij nu zien, dat in tegenstelling met het bovengenoemde verschijnsel er ook een opleving plaatsvindt in het 'vieren' van de Hervorming, zou het wat al te oppervlakkig zijn om dit verschijnsel zonder meer positief te duiden en het aan te zien voor een autentieke gestalte van het vernieuwde denken waarvan Paulus spreekt. Ik vermoed, dat wij dan al te optimistisch zouden zijn, met een chauvinistisch trekje. En dat is allerminst echt-reformatorisch. Ik heb zelfs het vermoeden, dat er ook in het 'vieren' van de Hervorming veel oppervlakkigheid kan schuilen en veel vlak traditionalisme, waar weinig leven in zit en weinig kracht vanuit gaat.

Het is zaak, dat wij grondig beseffen, wat wij doen, wanneer wij de Hervormingsdag houden en Gods daden in de geschiedenis gedenken. Wij gedenken dan namelijk niet de geboortedag van onze kerk. Wij geven hiermee ook niet een etiket af van onze rechtzinnigheid. Ook mag het geen demonstratie zijn van onze trouw noch mag het ontaarden in een soort wapenschouw van de Gereformeerde Gezindte. Het is zaak om al deze bij-oogmerken, die toch zo sterk op de loer liggen, te onderkennen en te weten. Onze 'viering' van de Hervorming zal alleen dan een levende en een geloofwaardige zaak zijn, wanneer het geschiedt in de rechte geestelijke gezindheid.

Maar dan is het ook meer dan ooit een goede en nodige zaak, dat het geschiedt. Omdat, en dat is het essentiële verschil met de gezindheid, die wij in het begin constateerden, wij geloven, dat de Reformatie maar niet een momentopname is geweest in een aldoor voortgaande stroom van een telkens nieuw belijden der kerk. Maar wij geloven, dat in de Reformatie het centrale getuigenis van de Schrift weer tot klinken is gekomen, tot verkondiging is gekomen, en dat zo ingrijpend, op zulk een beslissende wijze, dat hiermee de kern van ons heil, het hart van de christelijke verkondiging en daarom ook het hart van ons christelijk geloof opnieuw tot openbaring is gekomen.

Het gaat dus in de Reformatie maar niet om een 16e eeuwse aangelegenheid. Maar het gaat om een wedergeboorte van de kerk, waarvan de uitwerking tot op deze dag merkbaar is.

Blijvende betekenis

Dat betekent natuurlijk niet, dat daar alle latere ontwikkeling moet worden genegeerd of alleen maar negatief moet worden beoordeeld. Zo'n reactionaire gezindheid werkt geestelijke en kerkelijke onvruchtbaarheid in de hand. Wij menen, dat niet alleen de Reformatie maar ook de Nadere Reformatie een zegen is geweest voor de kerk. En ook daarna is de Geest voortgegaan in het leiden van de gemeente van Christus in de Waarheid Gods. Tot op deze dag toe. Dat geloven wij, omdat wij in de trouw van God geloven, die de God is van het verbond en van Zijn kerk en die Zelf gezegd heeft, dat Hij niet laat varen het werk Zijner handen.

Anderzijds moet wel worden erkend, dat de algemene geest, die zich van de kerk en van de theologie en van de verkondiging heeft meester gemaakt steeds meer doordrenkt wordt van een gezindheid, die veel meer beheerst wordt door het autonome denken van de Verlichte mens dan door het onderworpen luisteren naar de Woorden Gods.

Maar juist daarom blijft het van zulk een geweldige betekenis om de Hervorming te gedenken. Omdat ten diepste de strijd, die toen gevoerd is tegen de eigengerechtigde mens, die het van zichzelf verwacht, ook nu nog gevoerd moet worden. Want deze mens maakt zich nog machtig, ook in de kerk, zelfs heel dicht bij onszelf. De mens, die zelf wat meent te zijn en te kunnen doen tegenover God.

Daartegenover is er slechts één positie mogelijk, die werkelijk uit de Schrift opkomt en vervuld is met de leiding van de Geest. Dat is de positie van de onderworpenheid aan de God der Schriften en aan zijn volkomen genade in Jezus Christus. En die gezindheid is in het Reformatorisch belijden opnieuw vertolkt.

Daarom blijft het zo alleszins de moeite waard om de Hervormingsdag te vieren. Moge het zijn dat Hervormingsdag 1975 ons opnieuw brengt tot een verdieping van ons geloof en een versterking van de liefde en ook tot een opnieuw aangegord worden tot het strijden van de goede strijd des geloofs.

Gouda

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 oktober 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Hervormingsdag 1975

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 oktober 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's