Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zen-Boedhisme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zen-Boedhisme

Oosterse sekten en stromingen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Zen-Boedhisme is de meest harde vorm van meditatie van alle meditatiemethoden die we in het Oosten tegenkomen. Men zou kunnen zeggen: het is de Japanse vorm omdat het alleen in Japan voorkomt. Het Zen-Boedhisme ontstond in de 6e eeuw na Chr. in China, maar drong door in Japan in de 12e eeuw. Vanuit Japan komt het nu de westerse wereld binnen, zij het in een wat aangepaste vorm.

De Zen-meditatie wordt voornamelijk beoefend in zgn. Zen-kloosters en heeft als principe de absolute inkeer tot zichzelf en de zelfontlediging van de mens. Deze zelfontlediging voert uiteindelijk tot de 'verlichting'.

Omdat juist het Zen-Boedhisme een goede kijk geeft op wat de oosterse meditatie (zij het in zijn uiterste vorm) inhoudt, gaan we nader op de drie trappen van het Zen-Boedhisme in. Ik volg daarbij vooral het boek 'Inleiding tot de Zenmeditatie' van de R. Kath. pater H. M. Enomiya Lassalle, die de Zen-meditatie zelf beoefent en in de omgeving van Tokio een eigen Zen-centrum heeft gesticht voor christenen.

1e trap

Wie de Zen-meditatie wil beoefenen moet gaan 'zazen' in een Zen-klooster. Zazen is een ander woord voor Zen-zitten. Om 3 uur in de morgen staat de Zen-monnik op. Hij neemt plaats in de meditatie-hal, die schemerdonker wordt gehouden. Daar zitten de monniken urenlang verzonken in diepe meditatie. Geen kontakt met elkaar, geen woorden worden gewisseld. Men zit slechts. Het gezicht naar de muur, op de knieën, de benen in een zeer bepaalde vorm gekruist, het bovenlichaam kaarsrecht omhoog, ook het hoofd omhoog, de ogen geopend, gericht naar de muur of naar de vloer ongeveer één meter voor zich. Een paar keer diep inademen, adem vasthouden, dan langzaam uitademen. De houding is buitengewoon moeilijk en pijnlijk, zelfs nog na jarenlange oefening. Toch mag men niet onderbreken. Na 40 minuten mediteren volgt een pauze van tien minuten, dan weer 40 minuten mediteren, vervolgens weer tien minuten pauze enz. Dit gaat door tot 9 uur in de avond. Een cursus duurt voluit zeven dagen.

Moeilijker nog dan de lichamelijke houding is het mediteren zélf: het denken moet volledig uitgeschakeld worden, zonder dat men doezelt. Om dat te kunnen volbrengen zijn er verschillende hulpmiddeltjes. Bijvoorbeeld: de ademhaling tellen yan één tot tien en dan weer van voren af aan. Of men concentreert zich op een bepaalde spreuk. Het gaat erom alle gedachten uit te schakelen, vóór alles de gedachten betreffende het eigen ik. Een monnik omschreef het aldus: eerst wordt alleen de ademhaling geteld, dan moet men dat ook vergeten, dan ademt men alleen nog maar, dan zit men alleen nog maar, dan weet men niet meer dat men zit, dan heeft men alles vergeten, dan bereikt men een toestand die niet onder woorden is te brengen, die ook niet voorstelbaar is, die er nochtans is...

Welk een harde vorm van mediteren dit is blijkt daaruit, dat wie slaapt krijgt of een onjuiste houding aanneemt, aangevuurd wordt door een daartoe aanwezige monnik met scheldwoorden en stokslagen. Zo'n stokslag doet wel pijn, maar brengt geen letsel toe omdat de stok een plat uiteinde heeft. Hoe meer men wordt geslagen, hoe dankbaarder men is. 'Ik vroeg eens aan een paar deelnemers van een cursus voor leken wat voor indruk zij ervan hadden. Zij zeiden alleen maar: pijnlijk. Wanneer de pijn enigermate binnen draaglijke grenzen blijft, gaat er van het geheel echter een weldoende werking uit, schrijft Lasalle.

Van tijd tot tijd gaat men naar de 'meester' om persoonlijk door hem geleid te worden. Deze begeleiding gaat zo nodig vergezeld van stokslagen en scheldwoorden. Door deze eerste trap van het zazen leert zo de Zen-monnik zijn verkeerde neigingen in toom te houden en zichzelf te' beheersen.

Als men bedenkt dat het Zen-Boedhisme diep geworteld is in het Japanse volksleven, verstaat men ook de Japanse aard: de zelfbeheersing, zelfs doodsverachting van de Japanners is alom bekend, met name uit de tweede wereldoorlog.

2e trap

De 2e trap is: tijdens het mediteren ontvangt men allerlei 'gezichten'. Sommigen ervaren dat reeds op de eerste dag. Men ziet bijvoorbeeld gedaanten voor zijn geopende ogen, van mensen of dieren. Een monnik zag een groot oog dat hem aanstaarde, een andere monnik hoorde stemmen en wel zo duidelijk dat hij onwillekeurig omkeek in de richting vanwaar die stemmen schenen te komen. Deze gestalten stijgen op uit het onderbewuste van degene die mediteert. Omdat bij het zazen het normale verstandswerk geleidelijk terugtreedt, komt het onderbewustzijn op. Al zou men nooit tot de 3e trap komen dan werpt deze 2e trap al vrucht af. Er blijft in de ziel een zekere vrede achter, aldus Lasalle, men voelt zich minder afhankelijk van dingen waar men voorheen niet meende buiten te kunnen. Men wordt 'vrijer'. Men laat zich niet zo gemakkelijk door tegenslagen van het leven uit zijn evenwicht brengen. Citaat: 'Onze medemensen zullen ons nauwelijks of geen aanleiding tot ergernis meer geven en, wat niet minder belangrijk is: wij worden zelf aangenamere mensen voor anderen. Wij vliegen niet op, wij zijn niet meer zo humeurig of zwaartillend. We worden evenwichtiger en toegankelijker'. In één woord: de ziel begint de overhand te krijgen op het lichaam en op de zintuigelijke indrukken.

3e trap

De 3e trap is de 'Verlichting'. Deze is onmogelijk te beschrijven. 'Plotseling was het of ik omhoog werd getrokken. Mijn adem werd heel diep, en na een paar maal ademhalen voelde ik me naar de geest op een hoger niveau geheven waar een doodse stilte heerste' lees ik. Dit is het begin van de 'Verlichting', een toestand van volkomen leegte of volkomen 'gevuldheid' of hoe men dat ook moet zeggen, een toestand van volmaakte vrede, ja zegt de Zen-Boedhist, men ervaart de eenheid met alle dingen, met de natuur en met God.

Westen

Wat heeft dit Zen-Boedhisme met de westerse mens of met het christendom te maken? Niets en toch veel! Bij allerlei vormen van oosterse spiritualiteit en meditatie is namelijk ook het Zen-Boedhisme het Westen aan het binnendringen, zij het — door zijn harde en extrame vorm — niet in zo grote mate. 'Zen' , is een magisch woord geworden voor mensen die 'verheven' willen leven. In Amerika ontstonden verschillende Zen-kloosters, terwijl ook West-Duitsland enkele centra kent.

Ook christenen zouden met het Zen-mediteren hun winst kunnen doen, verkondigt Lassalle, en daardoor hun christen-zijn op een diepere en betere wijze kunnen verstaan en beleven. Het zazen heeft een gunstige uitwerking op het concentreren, het kan van groot nut zijn voor een dieper gebedsleven. Ontvangt men de 'Verlichting' dan kan men die interpreteren volgens zijn eigen christelijke beschouwing als het éénzijn met God enz. Vandaar dat het zazen ook beoefend wordt in verschillende R. Kath. kloosters, met name in Duitsland. Wie van tijd tot tijd meerdere dagen achtereen in het zazen oefent en dagelijks wat aan zazen doet, ontvangt een dieper geloofsleven, grotere innerlijke rust.

Zelfverlossing

Wie zich verdiept in het Zen-Boedhisme ziet hoe geheel verschillend het Oosten is van het Westen. Anders nog: het is het verschil van het christendom en de oosterse religies. In diepste wezen zit achter alle oosterse sekten en stromingen de zelfverlossing: de mens verlost zichzelf, stijgt op naar Boven, tot God. Een Zen-meester schrijft: 'De mens is te vergelijken met water dat helder en fris opborrelt uit de bron, maar hoe verder liet daarvan wegvloeit hoe vuiler het wordt. Zo is ook de mens oorspronkelijk wel zuiver, maar in de loop vaii zijn leven neemt hij heel wat op wat ongeordend en slecht is. Door de beoefening van het zazen moet hij geleidelijk terugkeren naar die oorspronkelijke zuiverheid'.

Wie deze zin goed op zich laat inwerken en deze legt naast de Schrift, keert ieder woord om: de mens is een vuile bron van wanbedrijven. Hoe meer hij zichzelf door de genade van Christus leert kennen, hoe vuiler die bron wordt. Alleen krachtens de verdienste en genade van Christus kan het worden: was mij geheel zo zal ik witter wezen dan sneeuw die vers op 't aardrijk nederviel.

Syncretisme

De oosterse religies zijn per definitie syncretische religies, d.w.z.: ze huldigen de eenheid van alle religies: ieder mens streeft op zijn eigen wijze naar het goede en naar het leven met de godheid. Daarom kan in de oosterse religies gezegd worden: geef alle verscheidenheid van religie op; geef je eenvoudig over aan God. Daarom is het Oosten ook per definitie verdraagzaam tegenover iedere andere religie en wereldbeschouwing. Daarom kan er ook steeds gezegd worden: het doet er niet toe wat je gelooft, welke levensbeschouwing je hebt; je eigen (geloofs)leven zal verdiept en verrijkt worden door wat het Oosten je aanreikt. Is het dit verdraagza­me, vredige, vrijblijvende wat veel jongeren aanspreekt? Juist hier zullen we echter op onze tellen hebben te passen en te blijven bij de belijdenis van de Ene Naam, de Naam van Jezus Christus.

Overigens, — we schreven het reeds — sekten zijn de insekten op de rotte plekken van de kerk. We zullen er goed aan doen de stromingen vanuit het Oosten goed te onderkennen. We zullen er echter ook goed aan doen te bedenken dat de materialistische welvaartmaatschappij vele christenen in zijn greep heeft. En ook ons? 'Hebben wij als kerken niet ergens gefaald met als gevolg dat de jeugd geheel en al van het evangelie vervreemdt en geloof gaat hechten in afgoden? Hier past inkeer en bekering, hier past terugkeer tot de kracht van het evangelie in de verkondiging van het Woord'. (J. A. E. Vermaat in 'Signalen van de eindtijd? '). Dan is elke sekte en stroming een ontdekkende preek die de vinger naar ons uitsteekt. Ook een waarschuwing de geesten te beproeven of zij uit God zijn.

Wapenveld

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Zen-Boedhisme

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's