Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het reformatorisch denken over de vrijheid

Bekijk het origineel

Het reformatorisch denken over de vrijheid

4

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik wil met dit artikel mijn uiteenzettingen van Calvijns opvattingen over het thema beëindigen. Er kan misschien het bezwaar gemaakt worden, dat in het genoemde niet zoveel over de vrijheid werd gesproken. Dat ligt dan echter aan het feit, dat Calvijn niet over de vrijheid als zodanig gesproken heeft. De manier van spreken over de vrijheid, zoals wij die momenteel kennen en die zeer populair is geworden, is pas in de latere tijd ontstaan, toen de autonome mens steeds meer in het middelpunt kwam staan en deze mens en zijn vrijheid, ik denk b.v. aan het Duitse idealisme, een hooggekoesterd ideaal werd.

Wel zijn de wortels van dit denken reeds in de renaissancetijd te vinden, waarbij iemand als Erasmus ongetwijfeld een erflater kan worden genoemd. Maar bij Calvijn vinden wij het strikte bijbels-gebonden denken, waarin over de mens alleen gesproken wordt in de verbanden van schepping, val en verlossing.

Of wij daar nu de conclusie uit kunnen trekken, dat daarom Calvijns spreken over de vrijheid als verouderd moet worden beschouwd, is de vraag. Het zou kunnen zijn, dat zijn indammen van de menselijke vrijheid tot óf gewaande vrijheid, d.w.z. slavernij aan de zonde, óf de christelijke vrijheid als gave van de Heilige Geest in de wedergeboorte, een wezenlijker en realistischer benadering van de mens en zijn vrijheid en van de wereld en haar vrijheid te zien geeft dan elke andere benadering die buiten deze realiteiten om aan de mens een ruimte wil geven, waarin hem de vrijheid wordt toegekend.

Ik denk b.v. aan de wjize waarop in onze tijd in de theologie van de revolutie het begrip vrijheid wordt behandeld. Daarin wordt de vrijheid aan het menszijn als zodanig toegekend, eventueel overkoepeld door een universalistische heilsbeschouwing. In feite komt het er dan echter op neer, dat deze vrijheid geen ware vrijheid is, maar een nieuwe vorm van de oude slavernij. Zodat men zelfs de toevlucht moet nemen tot de idee van de permanente revolutie, omdat in elke vrijheidsbeweging de mislukking van deze bevrijding is ingebouwd.

Noodzakelijke onderscheidingen

De diepste oorzaak daarvan is, dacht ik, de uitwaaiering van het heil buiten de wedergeboorte en het geloof om in een wijdere omtrek van het menselijke, het humane zonder meer.

Dat Calvijn telkens zo zorgvuldig onderscheidt maakt tussen het algemene en het zaligmakende werk van de drieënige God, is niet omdat hij een strak systeem wil volhouden vanuit een particularistische verkiezingsidee. Maar dat is, omdat hij het heil van God integraal wil laten functioneren. En dat kan alleen, wanneer de daden Gods niet monistisch op , één hoop worden geworpen, maar er geledingen worden aangebracht zowel in het trinitarische karakter van het handelen van God, het onderscheiden van het werk van de Vader en van de Zoon en van de Geest, alsook onderscheidingen tussen wat Calvijn noemt het algemene en het bijzondere werk van deze God.

Nu kunnen wij de woorden 'algemeen' en 'bijzonder' voor beter geven, als wij dit maar vasthouden, en dat is dan naar mijn inzicht niet slechts Calvijns of Calvinistisch, maar voluit bijbels, dat er geledingen zijn, waarin het heil van God zijn genade, óf zaligmakend óf niet-zaligmakend maar tot algemeen menselijk welzijn aanwezig is, of in het geheel niet aanwezig is.

Deze geledingen zijn niet slechts hulplijntjes, maar liggen verankerd in de daden van de drieënige God. In het werk van de Vader: verkiezing-onderhouding, in het werk van de Zoon: Hij verzoent de zonden en hij overwint de macht van de duisternis, en van de Geest: Hij is de bron van alle goede dingen, en hij maakt zijn wedergeborenen tot kinderen van God.

Deze onderscheidingen kunnen alleen worden weggelaten op straffe van een veralgemenisering van het heil, waarin het heil geen heil meer is, maar inhoud van een humaan denken of streven, waarin de meest wezenlijke, bijbelse, heilswerkelijkheid gemist wordt.

Een vereenzelviging dus van, en nu gebruik ik maar hedendaagse termen, tussen de prediking van de vergeving der zonden en het voorstaan van een politieke gerechtigheid ligt niet in de lijn van Calvijn. Want hij zou ze onderscheiden en ze thuis brengen op het verschillende vlak van de gratia specialis (bijzondere genade) en de gratia generalis (algemene genade).

Hetzelfde geldt van de vrijheidsbewegingen onder de onderdrukte volken en de vrijheidsbeweging, die de kerk is, met haar bevrijingsboodschap. Ook hier is in de lijn van Calvijn gedacht, geen vereenzelviging mogelijk of geoorloofd. En waarschijnlijk geldt dit ook: van het spreken en handelen van de kerk als het gaat om haar eigenlijke zending in deze wereld, om mensen te brengen tot het regnum Christi spiritualis èn van het spreken en handelen van de kerk, dat daar niet rechtstreeks mee te maken heeft. Het is zelfs de vraag of er binnen Calvijns denken voor zo'n spreken en handelen wel plaats is.

De theocratische visie

Wij zouden hier nog in kunnen gaan op wat de theocratische visie van Calvijn is genoemd. Dat kunnen wij nu niet meer doen. In ieder geval doet dit niets af van wat genoemd is. We moeten er goed aan denken, dat het zelfs de vraag is, of daar wel zo veel over te zeggen zou zijn. In ieder geval heeft Calvijn de taak van de kerk en de taak van de overheid zorgvuldig van elkaar gescheiden. Hoewel zij wel beide met de hele wet van God te maken hebben, met beide tafelen, doen zij dat toch op hun eigen manier en binnen hun eigen veld. Er is een streng onderscheid tussen wereldlijk en geestelijk regiment. Hoewel Calvijn het wel tot de taak van de prediking rekent om de vermaningen van de Schrift, de wil van god, over het publieke leven bekend te maken. In zoverre is er sprake van een theocratischprofetische roeping der Kerk.

Tenslotte lijkt vooral de opvattingen van Calvijn over het Rijk van God uit de tijd te zijn. Zijn sterke verbinding tussen Rijk van God en ecclesia staat wel in een dui­ delijke tegenstelling met de Rijk Gods-opvattingen die onder ons met name onder invloed van Barth opgeld hebben gedaan en nog doen. Toch weet ik het nog niet, wie hier dichter in de buurt zit van het bijbels getuigenis. Dat het in ieder geval zo is, dat de synoptische Rijk Gods-gedachte in de Brieven overgaat in de ecclesia, lijkt me onweersprekelijk. Blijft dan natuurlijk de vraag, welke hermeneutische sleutel men toepast om deze ontwikkeling als legitiem of illegitiem te beschouwen. Maar wie de Schrift benadert zoals Calvijn dit gedaan heeft, zal geen behoefte hebben om een binnenbijbelse ontwikkeling door van buitenafkomende maatstaven te waarderen, maar zal deze ontwikkeling zonder meer volgen. En dan lijkt het mij een bijbelse gedachtenlijn te zijn, dat de kerk, en dan zeg ik niet uitsluitend, maar ik zeg wel bij uitstek in zekere zijn (Calvijn zou zeggen: quomodo) uitsluitend de gestalte van Rijk van God is in déze wereld. Inderdaad: een geestelijk Rijk, dat geregeerd wordt door de opgestane Christus, door Zijn Woord en Geest.

Ten vervolge

In het volgende en laatste artikel hoop ik aan te tonen, van hoe grote betekenis Calvijns denken hieromtrent is in verband met de met name oecumenische theologie van onze dagen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 januari 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Het reformatorisch denken over de vrijheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 januari 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's