Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De bekering der Joden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bekering der Joden

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar men mij vertelde placht professor dr. M. M. van Rhijn vroeger op zijn colleges , wanneer het ging om de vraag, of het bestaan van God te bewijzen was, op te merken: der Jude; de Jood! Achter zo'n opmerking zit een wereld van gedachten. Het voortbestaan van het Joodse volk door de eeuwen heen staat niet los van Gods bemoeienis. Ik dacht daaraan toen ik dezer dagen een in de Reveilserie (uitgaande van het Smytegeldfonds te Middelburg) uitgegeven preek las van Petrus Curtenius onder de titel 'De bekering der Joden'. Curtenius was, na enkele gemeenten te hebben gediend, van 1754 af hoogleraar aan het Atheneum te Amsterdam, de plaats waar hij ook geboren was. Halverwege in die preek zegt hij, dat de Joden 'het enige volk op de aardbodem zijn, dat na zoveel verstrooiing en ballingschap als een afgezonderde natie staande blijft, zonder 'vermengd te worden met andere volken'. 

En Curtenius zegt dan: 'Heeft de Heere hen tot hiertoe op zulk een wonderlijke wijze willen behouden, wat kunnen wij anders dan daaruit opmaken of God moet met dit alles iets bijzonders voor hebben'. Moest Curtenius nog zeggen 'of de bekering van de Joden gepaard zal gaan met een wederbrenging in hun land, dit en andere zaken blijven onzeker', wij mogen twee eeuwen later zien, dat het volk zijn land in ieder geval weer herkregen heeft.

Zicht op Israël

Wij hebben wel eens gedacht, dat in het verleden binnen de kerk in het geheel geen zicht geweest is op de beloften aangaande Israël. Wilhelmus a Brakel wordt dan als vrijwel de enige geciteerd. Maar meer én meer wordt duidelijk hoe er meerdere predikanten en hoogleraren geweest zijn, die in eerbiedig luisteren naar de Schrift gepoogd hebben Gods bedoeling met dit volk te verstaan. Het kan, nu in onze tijd de chiliastische dromerijen niet van de lucht zijn en we uit reactie daartegen in het andere uiterste kunnen vervallen, van belang zijn te luisteren naai Curtenius in deze preek, die handelt over Rom. 11 : 25, 26a, en waarin hij duidelijke en bijbelse lijnen trekt zonder ook maar ergens in speculatieve beschouwingen te vervallen. De tekst zegt: Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt bij uzelf), dat de verharding voor een deel over Israël is gekomen, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn. En alzo zal geheel Israël zalig worden.' Dat die verharding, als een rechtvaardige straf van God, over hen is gekomen is duidelijk, zegt Curtenius. 'Tot de huidige dag toe wanneer Mozes gelezen wordt (en zo is het ook nog in deze tijd) ligt een deksel op hun aangezicht (2 Cor. 3 : 14, 15).' Die verharding betreft slechts een deel van Israël. 'Paulus, ofschoon een Israëliet, was er zeker niet onder begrepen'. Er bleef een overblijfsel naar de verkiezing der genade. De heidenen hebben nu de barmhartigheid verkregen door de ongehoorzaamheid van de Joden. Maar de verharding duurt slechts totdat de volheid — Curtenius zegt 'het volle getal' — dei: eidenen is ingegaan, als het Evangelie alle volkeren zal hebben bereikt. De heidenen zijn van nature 'buiten Christus, vervreemd van het burgerschap Israels', maar worden Gods volk door onderwerping aan Christus, door wedergeboorte door de Heilige Geest. 'Zij werden niet alleen uitwendig bij de kerk gevoegd, maar ook inwendig door de Heere zelf tot leden van Christus' verborgen lichaam aangenomen'. Vele Schriftplaatsen haalt Curtenius aan over het ingaan van de heidenen (ook uit de Oudtestamentische profetie) en over de vervulling van de aarde met het Evangelie. De verharding is over Israël gekomen: totdat... En als 1 Thess. 2 : 16 dan zegt 'de toorn is over hen gekomen tot het einde' dan wijst Curtenius erop — in navolging van andere Schriftplaatsen waar zo gesproken wordt: dat wil zeggen tot op het einde daartoe bepaald en daarmee zal dan ook die gramschap haar einde nemen'.

Geheel Israël

Curtenius gaat dan in op de vraag wat onder geheel Israël moet worden verstaan. Hij wijst erop, dat in dit verband ten onrechte door 'verscheidene uitleggers' het geestelijk Israël wordt verstaan. Paulus spreekt namelijk in dit verband over een verborgenheid. En ten tijde van de apostelen, toen God Zijn gemeente uit de heidenen ging vergaderen, was dit geen verborgenheid. Dat werd in die tijd openlijk gezien en de Joden hebben er zich zelf over verbaasd dat de deur naar de heidenen openging. Curtenius zegt, dat het hier om het volk Israël, de beminden om der vaderen wil, gaat. Wanneer het tot de Heere bekeerd zal zijn wordt het deksel weggenomen (2 Cor. 3 : 16). Curtenius wijst in dit verband ook op een verrassend sprekende tekst uit Deuteronomium, waar Mozes over het laatste der dagen spreekt en dan tot Israël zegt 'dat de Israëlieten in het laatste der dagen tot de Heere hun God zullen wederkeren'. Vele teksten uit de profetieën noemt Curtenius dan, waaraan wij in dit kort bestek niet allemaal aandacht kunnen besteden. Te wijzen is nog slechts op Hosea 3:5: Daarna zullen de kinderen Israels zich bekeren en zoeken de Heere hun God en David (de ware David, de Messias, Davids Zoon en tegenbeeld, zegt Curtenius) hun Koning; en zij zullen vrezende komen tot de Heere en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen.' Curtenius kiest dan verder als het gaat om gans Israël voor de letterlijke betekenis: et hele volk. 'Want God heeft ze allen onder de ongehoorzaamheid besloten, opdat Hij ze allen zou barmhartig zijn.'

Verborgenheid

Sterke nadruk legt Curtenius op het woord verborgenheid in de tekst. 'Een verborgenheid is in het algemeen zulk een belangrijk leerstuk, dat met het gewone heldere verstand niet kan worden geweten; ook niet geleerd door de ondervinding, maar dat ons enkel door een goddelijke openbaring bekendgemaakt kan worden. En dan komt een naar mijn mening eveneens verrassende uitspraak van Curtenius als hij zegt, dai dit verborgene ook de reden schijnt te zijn waarom men in de Openbaring van Johannes geen onderscheiden melding maakt van het zalig worden van gans Israël, dan alleen in die zin, dat zij vervat is onder 'de verborgenheid Gods'. En dan wijst hij op Openbaringen 10 : 7, waar gezegd wordt dat in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer deze bazuinen zal, de verborgenheid Gods vervuld zal voorden, gelijk Hij Zijn dienstknechten de profeten verkondigd heeft.

Curtenius laat intussen in het midden of bij een bekering van gans Israël er, niet één Jood onbekeerd zal blijven, maar de Heere zal wonderen doen als in de dagen dat ze uit Egypte wegtrokken.

Geen speculatie

Men voelt bij het lezen van deze preek overtuigend duidelijk, dat Curtenius de Schrift slechts minutieus laat spreken en zich niet begeeft op glibberige speculatieve wegen. Hij zegt niet méér dan wat het Woord voorzegt en voorzegt. 'Het is onze plicht — zegt hij — in dit getuigenis eenvoudig te berusten, de vervulling met nederigheid te verwachten en verder de wijze en de middelen aan de goddelijke voorzienigheid over te laten.'

Rechtv aardiging

In bepaald opzicht is de preek van Curtenius ook profetisch vermanend. Hij wijst erop, dat 'het verlaten van de leer der gerechtigheid des geloofs' de oorzaak geweest is van de val der Joden. Maar daarom waarschuwt Paulus de gemeente van Rome, waaraan hij zijn brief richt, dat ook zij hebben toe te zien om in dit geloof te blijven. Want als zij daarvan uitvallen, zegt vers 22, zouden zij nooit, zoals de Joden, weer worden aangenomen, maar verdelgd worden als een geestelijk Babel. Paulus wist — aldus Curtenius — door openbaring van de Geest, dat die kerk van Rome tot zo groot verval zou komen 'omdat zij de leer van de rechtvaardiging door het geloof zonder de werken, de grote hoofdzaak in deze brief, door het verstaan van een verdienstelijkheid van de werken stond te verloochenen.'

Actueel

Curtenius besluit zijn preek als volgt: 'Uit dit alles blijkt klaar, hoe de ganse christenheid te allen tijde, zelfs tot op de voleinding der eeuwen toe, verplicht is om zorg te dragen voor de ongeschonden bewaring van de rechtvaardiging van het geloof, opdat God ook daardoor, op het einde van Zijn wonderlijke wegen, aan Joden en heidenen verheerlijkt zou worden'. Dit is een ernstig en actueel woord. Toen kerk en synagoge uiteen gingen was de rechtvaardiging door het geloof in het geding. Toen Rome en Reformatie uiteen gingen was opnieuw de rechtvaardiging in het geding. En ook thans is de rechtvaardiging door het geloof in het geding nu de kerken vaak op buitenbijbelse dwaalwegen gaan en van de rechtvaardiging door het bloed van Christus niet meer willen weten. In Nairobi heette het: actueel in de tijd van de Reformatie, maar nu betekent deze leer Gods 'ja' tot de onderdrukten.

Maar voor Jood en heiden blijft nodig de rechtvaardiging door het geloof. Wij dan gerechtvaardigd zijnde door het geloof hebben vrede met God door onze Heere Jezus Christus. Voor Joden zijn er geen twee wegen tot het behoud, voor heidenen ook niet.

Klaagmuur

Wie Israël ooit heeft bezocht — niet zo maar als toerist, en ook niet om er Jezus of iets van Jezus nog te vinden (Hij is hier niet, Hij is opgevaren) — maar om het land van de Bijbel te bezoeken en het volk der Joden te zien en te ontmoeten zal nooit vergeten het zicht op Jeruzalem vanaf de Olijfberg 'Jeruzalem, eer dat ik u vergete...'. Maar die zal óók niet vergeten de klaagmuur, waar de orthodoxe Joden bidden en weeklagen — men kan zich de Oudtestamentische tijd dan goed voorstellen. De Joden klagen en schreeuwen om de Messias die komen zal. Wij ervaren dan opnieuw diep hoe zij bij het lezen van Mozes een deksel op hun Aangezicht hebben. Zij verwachten de Messias die al gekomen is. 'Maar toch ervaart men hier ook iets anders. Curtenius zegt: De hoop, die zij op hun herstel hebben, is te vast en algemeen, dan dat wij geloven kunnen dat God die helemaal tevergeefs in de Joodse natie zou willen overlaten.' Er is een diepe kloof tussen Jodendom en Christendom, die bepaald wordt door aanvaarding en verwerping van de Messias. Daarom zal het hebben te gaan om de bekering der Joden. Maar de Schrift geeft er de beloften voor. En ook al is het bijbels legitiem om in Nieuwtestamentisch licht voor Israël de gemeente te lezen — in parallellie met 'de geestelijke steenrots' die Christus is (1. Cor. 10 : 4) — de beloften, die over het concrete Israël gaan moeten dunkt me niet (te snel) vergeestelijkt worden.

Er is een theologie, die de ganse Schrift op de noemer van Israël brengt in een bepaalde vorm van Joods denken. Er is een telkens opduikende tendens om alle bijbelteksten met speculatieve gedachten over de toekomst en de plaats van Israël te vullen (de chiliasten).

Gereforaieerd zijn betekent echter: Sola Scriptura, alleen de Schrift. De Schrift dus ook ernstig nemen als het gaat om de beloften voor Israël én voor de heidenen. Simeon zingt, dat de zaligheid bereid is voor het aangezicht van alle volkeren, een Licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Uw volk Israël !

Ten besluite zij verder gezegd dat ook in deze dingen als het gaat over de toekomst ons kennen ten dele is, totdat ook hier het geloof in aanschouwen overgaan mag. Laten we ook op het heden letten en niet uitsluitend naar de toekomst zien: Elke bekering van een Jood in het heden bevestigt Gods trouw aan Israël.

Petrus Curtenius: De bekering der Joden ? 48 pagina's, ƒ0, 70 (bij meerdere exemplaren korting). Uitgave Stichting Smytegeldfonds (onder redactie van ds. G. A. Zijderveld, ds. W. van Gorsel, ds. J. G. Abbringh e.a.). Te verkrijgen bij drukkerij Pieters, Voorstraat 5, Groede of bij het secretariaat van de Stichting, Herenweg 7, Lisse.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De bekering der Joden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's