Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Goddelijk heilsfeit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Goddelijk heilsfeit

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heere is waarlijk opgestaan.

Dat is de Paasboodschap, die in deze dagen overal in de wereld klinkt. In honderden talen gaat dit Evangelie over de aarde heen om mensenharten te troosten en het leven te vullen met een nieuwe hoop.

Een bestreden zaak

Dit Paas-evangelie heeft de wereld stormenderhand veroverd. Maar niet zonder dat het op zijn weg grote tegenstand en felle kritiek heeft ontmoet. Het Paasfeit heeft het altijd weer moeten ontgelden. Reeds in de oudheid was er een zekere Porfyrius (derde eeuw na Christus), die als Voltaire spotte met het christelijk geloof en die het opstandingsverhaal van de Bijbel maar erg ongeloofwaardig vond. Christus had moeten verschijnen, meende hij, aan Pilatus, Herodes, Ka j af as of aan de Romeinse senaat; dat zou onnoemelijk veel meer effect hebben gehad dan een verschijning als aan Maria Magdalena, een vrouw van verdachte zeden.

Kritiek op het Paaswonder als historisch feit is zo oud als dat Paaswonder zelf. En ook in onze tijd is die kritiek nog niet verstomd. Integendeel, het lijkt, alsof ze in verhevigde mate komt opzetten. En juist dan is ze het minst onschuldig, als ze zich het meest hult in het kleed van een theologische taal, die de opstanding als heilsfeit niet schijnt aan te tasten. Voor ons Jezus-geloof, zo beweert men dan, is hét van minder belang, of men gelooft, dat Christus lichamelijk uit Zijn graf is opgestaan, ja dan neen. Jezus hoeft er voor de moderne mens, die leeft bij de laatste waarheid van 'dood is dood', niet minder om te zijn, ook al heeft het kruis geen vervolg gekregen in een opstanding uit het graf. Dat laatste mag gerust een discutabele zaak zijn, als we de boodschap van vrede en gerechtigheid, die de historische Jezus ons bracht, maar verdisconteren in ons leven, in onze politieke keuze, in onze strijd tegen onrecht en macht. Dan, ja dan zou Jezus ten diepste pas zijn opgestaan, tot nieuw leven gebracht, hier en nu. En... zo beweert men dan, is dat niet ook de diepe zin van de opstandingsverhalen in de Evangeliën ? Zij laten ons weten, dat de eerste christenen Jezus ondanks Zijn kruisdood niet hebben kunnen wegdenken uit hun leven, dat ze Hem door de dood niet hebben laten wegredeneren. En zo leefde Hij in hun midden voort.

Een historisch feit

Wie echter zijn Bijbel in onbevangenheid des geloofs leest, komt tot andere conclusies en ontdekt in deze manier van denken, theologiseren en preken de venijnigste aanval op het hart van het Evangelie. Want één ding is duidelijk, nl., dat in het Nieuwe Testament telkens weer met grote stelligheid de lichamelijke opstanding van Christus wordt beklemtoond. Hoewel geen mensenoog gezien heeft, hoe het Goddelijk wonder van de herleving van Christus in het graf zich voltrok (het Paasgebeuren blijft geloofsgeheim), toch zijn daar in de Evangelieverhalen de vele naakte feiten, die Jezus' terugkeer uit het dodenrijk voor het geloof legitimeren.

Daar is het lege graf, de afgewentelde steen. Daar zijn de ordelijk saamgerolde graf doeken. Daar zijn de engelen, grenswachters van de hemel, die honderduit vertellen, wat er is geschied, terwijl de wachters der aarde sidderend wegvluchten. En daar komen dan bovendien nog bij de vele menselijke getuigen der opstanding, mannen, vrouwen, meer dan vijfhonderd broeders zelfs, aan wie Jezus Zich levend vertoond heeft met vele gewisse kentekenen. Vraag het bij hen na en ze zullen u allen zeggen: De Heere is waarlijk opgestaan.

Zonneklaar is het apostolische woord van 1 Korinthe 15, dat ons vertelt, dat Christus' opstanding geen discussiepunt kan zijn. Zonder het open graf is Paulus' prediking vals en het geloof van de gemeente ijdel. Zonder ket open graf is het kruis een slag in de lucht. Met de levende Christus, Die op de Paasmorgen Zijn donkere graf verliet, staat of valt de ganse kerk. Al het heil is aan dit feit verbonden. Pasen is een strikt onmisbare schakel in de keten des heils.

Zeker, Christus' opstanding is alleen voor het geloof een onloochenbaar en onweerlegbaar historisch feit. Het is niet op een moderne journalistieke wijze te verifiëren (als waarheid te bewijzen).

Het is alleen een vaststaand feit op grond van het onfeilbaar getuigenis van God Zelf, in Zijn Woord vervat. Maar daar - valt het geloof dan ook onvoorwaardelijk voor. 

Gunning schreef eens: 'Ware de opstanding niet geschied, in waarheid, het geloof aan die opstanding, gelijk wij het bij de eerste discipelen aantreffen, zou groter wonder zijn dan nu de opstanding zelf is'. Hoe moeten die verslagen, twijfelende en moedeloze christenen, die na Jezus' kruisdood volkomen uit het veld geslagen waren, opeens aan zo'n stralend opstandingsgeloof zijn gekomen ? Dat is volmaakt een raadsel, tenzij wij geloven, dat de opgestane Christus Zelf hen oorzaak en grond heeft gegeven voor dit opstandingsgeloof.

In dat licht bezien, is ook het ter discussie stellen van Christus' lichamelijke opstanding als historisch feit een ruïnering van de christelijke prediking, het christelijk geloof, de christelijke kerk.

Gerechtigheid voor God

Om drie redenen nu is de opstanding van Christus als Goddelijk heilsfeit van 't hoogste belang. Allereerst immers kan er geen sprake zijn van een gerechtigheid, waarmee een zondaar voor God bestaan kan, zonder het open graf. Zonder het lege graf is er rondom het kruis groot misverstand. Men zou Golgotha dan immers moeten waarderen als een toonbeeld van wat de mens te lijden krijgt, wanneer hij tegen onrecht protesteert, zoals Jezus. Golgotha is dan op zijn best toonbeeld van Goddelijk medelijden. Maar redmiddel is het kruis dan niet, redmiddel tegen zonde en schuld, toom vaii God, vloek en dood. En daarmee worden wij geconfronr teerd, als wij bevindelijk door de ontdekking des Geestes op Golgotha terechtkomen. De dood, die Jezus sterft, is de dood van de mens, die onder het vonnis van God doorgaat tot in de helse godsverlating. Godgotha is de plaats, waar God met de mens afrekent. Wie dat doorleeft, houdt geen draad gerechtigheid over.

Maar nu is dit het wonder van het Evangelie, dat het kruis verstaan mag worden in het licht van de Paasmorgen. Golgotha krijgt zijn vervolg in 't open graf van Jozefs hof. Dat wil zeggen, dat God in Jezus' kruisdood met de mens afhandelt. De dood als oordeel van God wordt door Jezus maar niet ondergaan, maar ook doorstaan. God haalt Zijn Kind er bovenuit. Hij ontslaat Zijn Zoon van verdere rechtsvervolging door Hem op te wekken uit de doden. Hij geeft Zijn Vaderlijke garantie aan het werk van de Zoon. Zonde, dood, vloek en satan moeten de rechtvaardige Jezus loslaten. Zij hebben hun deel gehad. Het was niet mogelijk, dat Jezus door de dood zou gehouden worden (Hand. 2 : 24). En zo mag de zondaar, die op Golgotha onder Gods recht leerde buigen, in de hof van Jozef de vrijspraak vernemen. Opgewekt om onze rechtvaardigmaking. Hij heeft de Zijnen in Zijn hart gehad, toen Hij oprees uit de schuld en vloek, uit de dood en het graf. Wie dat doorleeft, houdt in Hem enkel gerechtigheid over, waarmee hij voor God kan bestaan.

Luther heeft eens gezegd; 'Al gevoelt gij, dat de zonden u nog drukken, zeg dan toch desondanks: 'Ik voel ze niet en dat komt, omdat ik op Goede Vrijdag nog al mijn zonden aan Christus zag hangen; maar op de Paasdag zijn ze alle weg'. En John Bunyan zag iedere Zondagmorgen Jezus Christus, lopend en springend en zingend rondom Zijn verlaten graf, omdat Hij op die morgen voor eeuwig John Bunyans rechtvaardigmaking bewerkt had'. Met het Goddelijk heilsfeit van Pasen staat of valt de rechtvaardiging van de goddeloze.

Leven met God

Maar er is nog een tweede ding. Wij moeten wederomgeboren worden. En wedergeboorte betekent, dat wij van dood levend worden gemaakt. Wil een mens werkelijk voor God en zijn naaste gaan leven, dan moet hij maar niet wat energie opdoen uit een inspiratiebron, Christus. Er is een geestelijke opwekking nodig uit onze doodsstaat, waardoor ons leven om een radicaal andere, een vertikale as gaat draaien en waardoor ons bestaan komt te liggen onder de gloed van het gebod der liefde. Dat is onwederstandelijk werk des Geestes.

Welnu, deze geestelijke opwekking uit de doodsstaat van ons bestaan is vrucht van Christus' overwinning op de machten van zonde, dood en hel. Omdat Hij die machten door kruis en opstanding ontzenuwd heeft, daarom kan Hij die machten door Zijn Geest ook de toegang ontzeggen in ons leven en daarom moeten ze zonder pardon wijken voor een wenk van Zijn almacht. Als de tweede Adam, Hoofd van een nieuwe mensheid, maakte Hij in Zijn verrijzenis de krachten vrij, die Gods kinderen werkelijk tot vernieuwing van het leven brengen. De heiliging van het christenleven is vrucht van Pasen, 't Staat nooit op onze naam. Paulus zei: 'Opdat ik Hem kenne en de kracht van Zijn opstanding'. Niet ik leef, maar Christus leeft in mij'. Op Pasen mag ons gepredikt worden, dat een mens niet hoeft te twijfelen aan een mogelijkheid van bekering, ook al is die mens dan aan handen en voeten gebonden door de zonde. Met het Goddelijk heilsfeit van Pasen staat of valt de heiliging van het christenleven. 

Uitzicht op God

En dan tenslotte nog het derde. In Christus' opstanding zijn de grondslagen gelegd voor een nieuwe schepping. Het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden. Het leven komt er anders uit te zien, als het niet meer onder de tyrannieke machten van zonde, dood en satan ligt.

Dat betekent niet, dat we in een handomdraai het paradijs weer terug hebben op aarde. Het betekent wel, dat de aarde, zo vervallen als ze is aan de raachten en hoezeer ze zuchtend aan de ijdelheid is onderworpen, in Jezus' open graf een poort gekregen heeft naar het paradijs. Nee, wij zoeken geen hemel meer op aarde. Daar is te veel voor gebeurd. Wij belijden, dat wij gasten en vreemdelingen zijn. In het geloof worden de accenten verlegd van hier naar ginds, uitzichten geopend van nu naar straks. Het graf mag een wachtkamer der eeuwigheid heten, een kleedkamer, waarin Gods kind zich omkleedt voor de toekomstige heerlijkheid. Straks gaan de graven open. Dood, waar is Uw prikkel ? Hel, waar is Uw overwinning ? Maranatha-kom, Heere Jezus. Wij zijn op doortocht.

Als oudtijds een Israëliet de eerste garven van zijn oogst in het heiligdom van God bracht, wijdde hij daarmee heel de oogst aan de Heere. Christus is zo'n Eerstelingengarve en in Hem is de zalige opstanding van al de Zijnen gewaarborgd. Zo staat of valt dan ook met het Goddelijk heilsfeit van Pasen de christelijke hoop.

De Heere is waarlijk opgestaan.

Van tweeën één. Wij roepen vol aanbidding met Thomas uit: Mijn Heere en mijn God. Of wij behoren bij diegenen, die geen deel dan in dit leven wachten en maken van de buik hun God. Zo zijn wij de ellendigste van alle mensen.

Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1976

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's

Een Goddelijk heilsfeit

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1976

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's