Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De prediking van de Nadere Reformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De prediking van de Nadere Reformatie

1

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is niet de bedoeling, in dit artikel de volledige tekst weer te geven van het op de predikantenconcio van de Geref. Bond uitgesproken referaat, doch slechts het slotgedeelte waarin enkele conclusies zijn vermeld. Besproken werd de dissertatie van dr. T. Brienen, 'De prediking van de Nadere Reformatie', een onderzoek naar het gebruik van de classificatiemethode binnen de prediking van de Nadere Reformatie.

Methode

De methode van onderzoek lijkt mij te eclectisch (uitgelezen). Van twee zijden wordt het onderzoek belemmerd: nerzijds door een teveel aan materiaal, althans door een zodanige hoeveelheid voorhanden stof, dat alles niet volledig uitgebuit kan worden. Daarom moet de auteur eclectisch te werk gaan, en komen verschillende facetten niet tot hun recht. De vraag gaat dan knellen: elk criterium wordt er gehanteerd bij het uitzoeken der preken. In de dissertatie van Brienen worden de catechismuspreken buiten beschouwing gelaten, terwijl me opgevallen is, dat er anderzijds betrekkelijk veel Nabetrachtingspreken worden uitgekozen, nl. twee van de negen. Zo is uit de bundel van tien predikaties van W. a Brakel, 'De waare christen of opregte gelovige', de enige daarin voorkomende Nabetrachtingspreek onderzocht. Het is bekend, dat een kenmerkenprediking, gepaard gaande met een aansporing tot zelfonderzoek, eerder aangetroffen zal worden in preken, die betrekking hebben op het Heilig Avondmaal, dan in andere preken, gedachtig het woord der Schrift: Maar de mens beproeve zichzelf'. Was het niet objectiever geweest, juist de Avondmaalspreken buiten beschouwing te laten ? De door anderen reeds aangevoerde bezwaren:

1. wat is de selectienorm ? 

2. er is meer in de breedte gewerkt dan in de diepte, kunnen we wel onderschrijven.

De werkwijze in het wetenschappelijk onderzoek, met name bij het schrijven van een dissertatie, dient toch eerder déze te zijn, dat men van weinig alles onderzoekt, dan van alles weinig. Het was o.i. beter geweest, wanneer de auteur zich beperkt had tot een twee-of drietal oude schrijvers, en van deze alles onderzocht en besproken had, bijvoorbeeld een vergelijking van Van Lodenstein met Smytegelt, of: van Lodenstein - Smytegelt - Van der Groe.

Benaming juist ?

Is de term classificatiemethode wel juist? Het woord klinkt nogal statisch, en het is de vraag, of deze term wel recht doet aan de bedoeling van de oude schrijvers. De term kenmerkenprediking vind ik beter, omdat hij meer stuwkracht heeft en ergens heenwijst. Het is immers niet de bedoeling om te classificeren en daarmee af, maar om verder te helpen. De classificatie is geen doel op zichzelf. De kenmerken worden niet in de eerste plaats gegeven om zich bij een bepaalde groep in te kunnen delen, maar zijn bedoeld als katalysator, aandrijving en lokmiddel. Ze zijn niet bedoeld om een stelling te bewerkstelligen, maar een bewegingsproces op gang te krijgen. Er zit dynamiek in. De kenmerkenprediking is naar een bepaalde zijde open. Van Ruler merkt ergens op, dat de prediker er goed aan zal doen, in deze veelheid van de gestalten, standen en staten der ziel niet alleen de groepen van mensen, maar meer nog de stadiën op de levensweg te onderscheiden. Men zal het mens-zijn namelijk niet moeten verstrakken in een momentopname. Dezelfde mens is er de ene keer zus, de andere keer zo aan toe. (De bevinding in de prediking, Th. W., 'III, 78). Welnu, ik meen, dat de Nadere Reformatie aan deze eis voldoet. Ja meer dan dat, de kenmerken die genoemd worden, zijn vaak zelfs geen stadiën op de levensweg, laat staan classificaties, maar eenvoudig: facetten van het geestelijk leven, of ook wel: ormen van levensgedrag. Zie b.v. in de toepassing van de preek over Hgl. 1 : 4 van Smytegelt, hoe hij daar de zielen evangelisch tot Christus leidt. Handelend over de tekst: Trek mij, wij zullen U nalopen', richt hij zich in het begin van de toepassing tot degenen die nog niet getrokken zijn, doch wel eens gewetensovertuigingen hebben. Dan zegt hij: wilt u weten, of uw overtuiging van de geest is, en van het rechte slag, ik zal het u zeggen. Hierop geeft hij een viertal kenmerken, niet van de niet-getrokkenen, maar van de wel-getrokkenen:

1. De overtuiging van het rechte slag is geen morgenwolk.

2. De ziel is bedroefd over de zonden als zonden.

3. Die zoekt zijn overtuiging niet tegen te staan.

4. Het drijft de ziel naar God in Christus door bekering en geloof.

Als dat niet het geval is: o dan bent u nog niet getrokken ! Wel, wilt gij u nog niet laten trekken ? De Heere breidt nog Zijn handen uit en roept tot u: wendt u naar Mij toe ! Jes. 45 : 22. Hij bidt en smeekt u, laat u toch bewegen en trekken, 2 Cor. 5 : 20. Wat houdt u dan nog terug ? Is het vooroordeel tegen de dienst van God? Wel, gij zult het beter vinden dan gij wel denkt, niemand heeft het ooit geklaagd. Of zal de Heere over u moeten klagen op uw doodbed en in het oordeel: ij hebt al Mijn raad verworpen ? Spr. 1 : 25'. Hier is dus van een starre afgesloten classificatiemethode geen sprake.

Bij sommigen

Nu geloof ik, dat bij sommige predikers deze schematische en stereotiepe classificatiemethode wel voor zal komen. De ene prediker heeft nu eenmaal een andere instelling en persoonlijkheidsstructuur dan de andere. Er was ook in de beweging der Nadere Reformatie een grote verscheidenheid. Vooral in een latere periode is er verstarring opgetreden, doch dan zijn we niet meer in de Nadere Reformatie, maar in wat De Vrijer noemt het Schortinghuisianisme. Ik heb de indruk, dat met name in de vorige eeuw en in deze eeuw bij allerlei predikanten en oefenaars dat schablone-achtige in de toepassing opgetreden is, dat Brienen vooral op het oog heeft, wanneer hij spreekt over de 'classificatiemethode': een vaste fasering van een aantal stations, die men achtereenvolgens moet passeren. Mogelijk is dat reeds bij Lampe en Van der Groe het geval. Maar het is onjuist, deze methode terug te projecteren op de gehele Nadere Reformatie. Immers Lampe en Van der Groe zijn beiden grensgevallen: Lampe staat met één been in het coccejanisme, en Van der Groe is misschien niet een theologisch, maar toch wel een chronologisch grensgeval: hij doet immers het hekje toe.

Tijdsomstandigheden

Er is niet alleen een onderscheid in persoonlijkheid en karakter, waardoor de ene prediker meer geneigd zal zijn gebruik te maken van een kenmerkenprediking dan de andere, maar er is ook het verschil in tijdsomstandigheden, cultuurkring, samenstelling van het kerkvolk, e.d. Het behoeft dan ook op zichzelf volstrekt niet te verwonderen, dat b.v. bepaalde predikers der Nadere Reformatie meer een kenmerkenprediking hebben gebracht dan Calvijn dat deed. Dit behoeft niet een principieel verschil te betekenen. Het zou kunnen zijn, dat er (natuurlijk ervan uitgaande, dat men de caesuur tussen bekeerden en onbekeerden duidelijk stelt, omdat de Schrift ons leert, dat er twee wegen zijn) niet meer verschil is tussen de prediking van degene die géén kenmerken noemt en degene die dit wél doet, dan tussen een preek die niet in punten verdeeld is en een preek die wél in punten verdeeld is. Zo kunnen er inzake het al of niet gebruiken van de classificatiemethode veel verschillen zijn, die puur op formeel vlak liggen. Het lijkt mij dan ook onjuist, om, zoals Brienen doet, te spreken over een 'wezenlijk verschil' tussen de prediking der Reformatie en der Nadere Reformatie, en te zeggen: alleen via wezensvreemde invloeden kon de prediking van Calvijn worden tot wat ze was in de Nadere Reformatie'. Er ligt niet altijd een hele scholastieke theorie ten grondslag aan datgene wat mogelijk grotendeels berust op zin voor orde of het streven om begrepen te worden door dat publiek dat men in de gegeven omstandigheden onder zijn gehoor heeft. In dit verband wil ik wijzen op een praktisch motief, dat door Brienen niet wordt genoemd, maar dat we aantreffen bij W. a Brakel in de negende predikatie van het voormelde werkje, over 1 Cor. 15 : 2: Door het welk gij ook zalig wordt, indien gij het behoudt op zodanige wijze als ik het u verkondigd heb, tenzij dan dat gij tevergeefs geloofd hebt'. (Tussen haakjes: de toepassing van deze preek bestaat uit niets anders dan uit een zevental vermaningen en aansporingen, volstrekt geen classificatie of vermelding van stations). In deze toepassing komt een vermaning aan predikanten voor over de preekmethode: Laat al des Heeren Dienaren die prediken of schrijven, arbeiden om de Memorie der mensen te hulp te komen, en daartoe een bekwame methode te gebruiken; een verwarde stijl in 't preken of schrijven verbijstert de memorie, en een menigte naakte delen, en ondelen, overlaadt ze, maar een klare samenhang, en bekwame manier, helpt ze veel tot begrip en onthouding, de Heilige Geest vernedert Zichzelf daartoe, in verscheiden Schriftuurplaatsen, Psalmen en Spreuken, en Klaagliederen, om door een Alphabeth de zwakke Memorie te hulp te komen; die zaken en manieren moesten ook bij ons gebruikt worden, om des Volks verstand te verlichten, en haar wil te overreden, haar consciëntiën te ontwaken, door hetgeen op haar gemoederen meest hecht en vat heeft, als zij van ons scheiden, want overtuiging, bekering, en troost, komt meest als zij daarna gezettelijk overdenken wat zij van ons gehoord hebben'.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De prediking van de Nadere Reformatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's