Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Loven en Geloven, opstellen van collega's en medewerkers aangeboden aan Prof. dr. N. H. Ridderbos, ter gelegenheid van zijn 25-jarig ambtsjubileum als hoogleraar aan de VU te Amsterdam, 307 blz. Prijs ƒ 35, —. Bolland, Amsterdam 1975.

De Amsterdamse oud-testamenticus, aan wie deze feestbundel in 1975 is aangeboden, is vooral bekend geworden door zijn publicaties over de Psalmen. Het was daarom een goede gedachte deze bundel studies af te stemmen op een rede die Ridderbos in 1970 gehouden heeft over de plaats van het loven en bidden in het Oude Testament. In verschillende bijdragen wordt op aspecten uit deze rede teruggegrepen.

Zo komen de psalmen 7, 45, 76, 96, 118 en 133 in deze bundel in soms uitgebreide studies aan de orde. Over Psalm 118 schrijft Oosterhof dat deze psalm voorexilisch is, maar ook later zijn plaats kreeg in de tempeldienst van de na-exilische gemeente. Met de Godvrezenden zijn niet de proselieten bedoeld, maar de kern van de gelovigen in Israel. Een uitvoerige studie van dr. Houtman over Ps. 96 : 12b belicht een bepaald aspect van Israels visie op de natuur. Ja'ar betekent struikgewas, wildernis, heeft doorgaans een negatieve klank. In de heilstijd echter zal de dreiging die er van de wildernis uitgaat weggenomen zijn en zullen de struiken zelfs jubelen. Een voortreffelijk stuk woordonderzoek dat ook aandacht geeft aan allerlei andere passages.

Gispen en Hulst gaan beiden in op de Abrahamsgeschiedenis. Gispen laat zien hoe de actualiteit en de historiciteit met elkaar verbonden zijn in de verhalen uit Genesis. Hulst schrijft over Abraham en de belofte. De Genesis-traditie beklemtoont doorgaans het eenzijdige genadekarakter van het verbond en de belofte, terwijl in latere tradities de gehoorzaamheid van de aartsvader beklemtoond wordt, terwijl deze lijn in het latere jodendom in de richting van de verdienste-gedachte wordt uitgewerkt. Of in Genesis 22 en 26 hier aanknopingspunten voor liggen, waag ik te betwijfelen. Gaat het daar niet veel meer over de correlatie van belofte en geloof ? Koole schrijft over de beeldenstorm. Uitvoerig komt de polemiek van Dt. Jesaja ter sprake. Ten diepste is de vraag naar het initiatief in het geding: Maken mensen goden of maakt God de mens. De profetische polemiek is in het licht van de godsdiensthistorische gegevens bepaald geen misverstand geweest.

M. A. Beek behandelt de woorden die de lichamelijke verrichtingen aanduiden die gebed, lofzang of klaaglied begeleiden, 't Lichamelijk gebaar heeft zijn plaats in de eredienst.

Enkele opstellen gaan het specifieke O.T.ische terrein te buiten. Zo schrijft Van Es over vroomheid in Egypte, en wijdt Baarda 'n interessante beschouwing aan enkele regels uit de Oden van Salomo over de gebedshouding met uitgestrekte handen. Uit deze houding spreekt het geloof in de Gekruisigde en de verwachting dat dit teken de biddende weg zal openen tot de rust in God.

Van dr. H. Mulder is er een boeiende bijdrage over de formule X M Ch. Volgens Mulder hebben we hier een magische formule, ontstaan onder invloed van het Jodenchristendom, vooral in Syrië en Egypte: Christus-Michael-Gabriël die dan aangeroepen worden ter afweer van demonen. Later zou een andere verklaring het gewonnen hebben: Christus, zoon van Maria. Met deze verklaring nam men dan afstand van de joods-christelijke gnostiek.

We laten het bij dit summiere overzicht, in de hoop u een indruk gegeven te hebben van de rijkdom van deze bundel. Wie zich deze bundel vakstudies aanschaft — en de prijs is voor wat geboden wordt niet hoog — zal er geen spijt van hebben. Stuk voor stuk bieden de opstellen een exgetische of theologische handreiking. En voor de prediking uit het O.T. kan men daar zijn winst mee doen. Een opstel als van Koole b.v. bevat een 'handvat' voor weer eens een nieuwe aanpak voor een catechismusprediking over het tweede gebod.

Nog een ding: De Tabula gratulatoria zal in een dergelijke bundel wel niet kunnen ontbreken. Eerlijk gezegd zou een goed tekstregister mij liever geweest zijn, omdat dat de bruikbaarheid van het boek ook als naslagwerk verhoogt. Nu moet men zelf in eigen kaartsysteem de nodige verwijzingen aanbrengen. Het fraai uitgegeven boek verdient de aandacht en de bestudering van allen die prijs stellen op grondige exegese van de Schrift.

Dr. M. J. Mulder, De targum op het Hooglied, deel 4 van de serie 'Exegetica', Oud en Nieuwtestamentische studiën, 128 blz. Prijs bij intekening ƒ14, 90 los ex. ƒ16, 90. Bolland, A'dam.

Het Hooglied neemt in de geschiedenis van de uitleg van de Schrift en in de geschiedenis van de prediking een bijzondere plaats in. De methoden van uitleg zijn nog al omstreden. Een uitleg waarbij dit boek betrokken wordt op de verhouding tussen Christus en zijn gemeente, — een uitleg met een traditie van eeuwen — staat tegenover een letterlijke verklaring die het boek beschouwt als Israëlitische liefdespoëzie of moeten we hier spreken van een 'tegmom'. Ten onzent hebben Prof. v. d. Meiden en dr. Boot studies gepubliceerd over het Hooglied." Nu ligt daar in een keurige uitgave voor ons een vertaling (plus inleiding en aantekeningen) van een joodse verklaring op het Hooglied. Zo'n verklaring, waarbij de bijbeltekst in het aramees geparafraseerd en omschreven wordt en met behulp van rabbijnse uitlegmethoden wordt verklaard noemen we een targum. Dr. Mulder laat in zijn inleiding zien hoe hier een wijd veld van onderzoek ligt, hoe er naast targumim die 'n meer letterlijk karakter dragen, ook targumuitgaven zijn die allerlei predikende uitweidingen vertonen, zgn. midrasjim. De Targum die hier vertaald is en die dateert van voor de zevende eeuw na Christus, bevat brede uitweidingen. In de joodse liturgie op de feestdagen nam het Hooglied als een van de feestrollen een grote plaats in. Wie nu deze vertaling bestudeert, ontdekt, hoe ook hier al van de letterlijke verklaring wordt afgeweken. Deze Targum op het Hooglied beschrijft Israels geschiedenis in grote lijnen vanaf de uittocht tot de komst van het messiaans rijk. Bestudering van deze Targumtekst met de bijbeltekst van het boek Hooglied er naast geeft een interessante kijk op de rabbijnse wijze van bijbeluitleg, een methode die ons niet zo zeer vertrouwd is, maar die b.v. iemand als Paulus ongetwijfeld gekend heeft.

Misschien dat deze of gene zich afvraagt: Wat is voor ons de waarde van een dergelijk joodse bijbeluitleg ? Een recensie is niet de plaats daar breed op in te gaan. Ik moge volstaan met te zeggen dat het luisteren naar joodse stemmen belangrijk is voor het verstaan van de ontmoeting: jodendom-christendom, de eeuwen door. Voorts dienen we niet te vergeten dat de christelijke kerk het Oude Testament als deel van de gezaghebbende Heilige Schrift heeft ontvangen. Kennisname van joodse bijbeluitleggers die als geen ander thuis zijn in hun Bijbel, kan verhelderend zijn voor de wijze waarop we de Schrift lezen en uitleggen. En tenslotte kan men stellen dat een dergelijke joodse verklaring, toch ook laat zien hoe het N.T. en de rabbijnse uitleg van het O.T. verschillende wegen gaan.

In een afzonderlijk hoofdstuk gaat Mulder in op de kwestie van de allegorische uitleg van het Hooglied in het Jodendom en in de christelijke kerk. De auteur spreekt uit dat een allegorisch-typologische duiding legitiem is. Niet duidelijk is me geworden of Mulder allegorie en typologie op een lijn stelt. Ik meen dat het onjuist is om t.a.v. Gal. 4; 1 Cor. 5 en 1 Cor. 10 te sprekerf van allegorische uitleg. De verbanden met de heilshistorie worden door de apostel toch niet losgelaten. Een scherper uit elkaar houden van allegorese en typologie zou m.i. verhelderender zijn voor de beoordeling van het onderhavige onderwerp. En bij de uitleg van het Hooglied in de christelijke gemeente zal men bij een typologische uitleg toch hebben te rekenen met de heilshistorie (het profetisch spreken over Israel als de bruid) en met Paulus' woorden uit Efeze 5. Genoeg om u te laten zien dat we hier een uitermate belangrijke uitgave voor ons hebben. Tekstuitgaven in goede vertaling zijn een waardevolle aanwinst voor de bibliotheek van studenten en predikanten, vooral waneer de grondtekst niet in ieders bereik ligt, maar ook voor die gemeenteleden die belang stellen in populair-wetenschappelijke studies over uitlegkundige vragen.

Dat brengt me er toe hier ook een goed woord te spreken voor de serie in zijn totaal. Wat er jaarlijks verschijnt op het gebied van exegese, oudheidkunde, bijbelse theologie is bijna niet bij te houden. Daarom is een serie exegetische studies die nieuwere inzichten en ontdekkingen voor een breder publiek toegankelijk maken, een welkome uitgave. In een tijd waarin cursussen geestelijke vorming veel belangstelling ondervinden, zouden dergelijke boeken als van dr. Mulder weg moeten vliegen. Laat u niet afschrikken door de titel 'Exegetica' of door het woord 'Targum'. De boeken zijn zo geschreven dat niet alleen de vakman maar ook het belangstellend gemeentelid met enig doorzettingsvermogen er veel van kan opsteken. U krijgt voor betrekkelijk weinig geld bijzonder boeiend studiemateriaal in huis. De eerste serie is compleet. Voor de nieuwe serie staan op stapel een boek over de toekomst, getiteld: arousia, van dr. Matter; een studie van dr. de Ru over Col. 1 : 24 (Heeft het lijden van Christus aanvulling nodig ? ); een boekje van Prof. v. d. Wonde over de profeet Micha en mogelijk ook nog een studie van Prof. v. Oyen over de ethiek in het N.T. Een interessant programma waarvan we hopen dat het op de geplande tijd ook uitgevoerd kan worden. En u begrijpt: abonnementen op de serie zijn voor de levensvatbaarheid van een dergelijke opzet bijzonder belangrijk. Daarom: van harte aanbevolen!

A. Noordegraaf

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's