Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een eerlijke en noodzakelijke poging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een eerlijke en noodzakelijke poging

Maatschappelijke dienstverlening

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op zaterdag 20 maart j.l. vond er een vergadering plaats die — naar buiten — nu niet zoveel belangstelling kreeg. Daar was dan ook in eerste instantie niet op gemikt. Toch was het een belangrijke bijeenkomst. Het ging daar namelijk om zaken van de

Maatschappelijke dienstverlening

Eén van de prot. chr. stichtingen voor maatschappelijk werk heeft het initiatief genomen om alle organen op prot. chr. basis, die maatschappelijk werk, gezinsverzorging en bejaardenzorg uitvoeren, eens bijeen te roepen.

Men vond het nodig om vanuit de gemeenschappelijke opstelling die er is, n.l. de christelijke organisatie, met elkaar van gedachten te wisselen.

Immers, de herverkaveling of om het wat professsioneler uit te drukken, de schaalvergrotings-processen zijn veelal achter de rug.

Men moest tot grotere instellingen komen met meerdere functionarissen naar de normen van het ministerie en dat is gebeurd.

Er zijn in ons land — gelukkig — nog veel uitvoerende organen die de mogelijkheid hadden om uitbreiding van hun terrein te zoeken en te vinden op het prot. chr. erf. Zij hebben zich niet laten strikken om binnen de z.g.n. gevulde algemeenheid veelal hun eigen gezicht te verliezen.

Met opzet stel ik, dat deze instellingen de mogelijkheid hadden. In het verleden zijn er ook activiteiten ontplooid, die helaas door een te geringe motivatie moesten mislukken en dan viel er geen keus meer te maken.

Vanuit de organisatorische aspecten was er dus op die vergadering al een gemeenschappelijk uitgangspunt.

De belangrijkheid van deze bijeenkomst werd mede aangetoond door te beseffen, welk achterland in feite op die vergadering aanwezig was. Ruim dertig instellingen — waarbij vele grote organen — vertegenwoordigen daar ruwweg berekend een 1.8 miljoen mensen. Dat is niet gering en geeft tegelijkertijd ook reeds aan welk een belangrijke positie de besturen hierbij innemen.

Vragen

Twee belangrijke vragen kwamen op die dag aan de orde.

Het was heel begrijpelijk, dat de eerste vraag, die werd toegelicht door ds. A. Romein, adj. dir. van de Gereformeerde Sociale Akademie te Ede, ging over de inhoudelijke aspecten van het uitvoerend werk, dus de hulpverlening.

De andere vraag had betrekking op de kwestie hoe men het achterland beter bij dit werk kon betrekken.

Uitvoerig werden deze vragen aan de orde gesteld.

Inhoud

Het is op zijn minst opmerkelijk, dat de zaken over de inhoud van het werk naar bijbelse normen, opnieuw en intensief aan de orde komen.

Niet minder de kwestie dat deze vragen niet voor het eerst worden gesteld. Allerlei inhoudelijke normen zijn in het verleden ook al aan de orde geweest en toen op niveau behandeld. Trouwens als we in dit verband spreken over het verleden, dan bedoelen wij daarmee het tijdstip van na de tweede wereld-oorlog tot aan de zestiger jaren. De discussie van toen is totaal verzand.

Het opnieuw aan de orde stellen van deze vragen is niet een kwestie van een min of meer academische vraagstelling van bovenaf, integendeel!

Juist van de zijde van de personen en gezinnen, waar de hulpverlening plaatsvindt, én van de prot. chr. samenleving bestaat er behoefte aan duidelijkheid op dit terrein. Duidelijk werd bij de vraagstelling gesteld, dat er minstens het vermoeden bestaat, dat het christen-zijn een dimensie toevoegt aan het christelijk maatschappelijk werk. Daar moet opnieuw inhoud aan worden gegegeven en dit vraagt om een verdere bestudering van de huidige methodieken.

Achterland

Het was voor mij de taak om als diakonaal-maatschappelijk adviseur dit thema wat verder uit te werken.

Het begrip 'achterland' is zo langzamerhand aan het inburgeren. Bedoeld wordt: welke mensen staan er nu achter een bepaalde doelstelling en organisatie ? De vraag was duidelijk maar is toch óók opmerkelijk te noemen. Hieruit bleek, dat de bestuurders van de diverse stichtingen niet klaar zijn en niet berusten in het feit dat zij besturen. Zij willen dit graag doen in relatie met allen die zij vertegenwoordigen.

Trouwens bij de vraagstelling: 'wat is nu eigenlijk dat achterland ? ' werden zij — dus de bestuurders — óók en in de eerste plaats als zodanig aangemerkt.

Besturen betekent ook hulpverlening mogelijk maken voor een deel van de samenleving en dat is een verantwoordelijke taak.

Gewezen werd op de verschillende taken van het bestuur met het oog op deze hulpverlening.

In de tweede plaats valt bij het noemen van het woord 'achterland' te denken aan het diakonaat, omdat de geschiedenis heeft geleerd en de feitelijke situatie nóg aangeeft, dat daar ook een stuk medeverantwoordelijkheid ligt.

Zonder bij alle situaties nu direct bestuurlijk betrokken te zijn — ook nu nog — mag van het diakonaat worden verwacht, dat zij een duidelijke visie aanreikt en meewerkt aan de bewustwording.

Tenslotte zal er een modus gevonden moeten worden om iedereen binnen de prot. chr. kring erbij te betrekken omdat:

— daar op het ogenblik de (inhoudelijke) vragen worden gesteld;

— hulpverlening behoort tot de verantwoordelijkheid van de christen, zodat ook het vrijwilligerswerk ingepast moet worden;

— men vooral in onze huidige samenleving moet weten, welke verkeerde beïnvloeding de hulpverlening soms met zich meebrengt.

Nog meer vragen

Uit de reactie daarna bleek, dat de initiatiefnemers met deze vragen in de roos hadden geschoten. Men kwam daarna pas goed los.

Opmerkelijk daarbij was, dat de meeste vragen van organisatorische aard waren. De hele kwestie van de inhoudelijke aspecten kwam bij de bestuurders niet in eerste instantie aan de orde.

Hoe komt dit?

Zeker niet door het feit, dat deze vragen niet leven, maar wel omdat er, op dit moment althans, niet zo maar een pasklaar antwoord voor-handen is.

Dit punt werd duidelijk verwezen naar het adres waar het in eerste instantie ook behoort, n.l. de opleidingen. Waarvan acte!

Enkele brandende vragen uit deze vergadering wil ik u niet onthouden.

Binnen de prot. chr. organisaties moet men beslist niet denken, dat het punt van samenwerking met anderen nu niet meer aan de orde dient te komen.

Gewezen werd op allerlei ontwikkelingen, zoals de totstandkoming van wijk en diensten-centra, die veelal de naam van 'algemeen' dragen.

In de toekomst zal moeten worden afgewogen, in welke mate het waar is, dat vanuit de professie, samenwerking met anderen geboden is.

Bij deze vraagstelling zullen we onze medechristenen, die een weg moesten zoeken via de gevulde algemeenheid, erbij moeten betrekken.

Ook werd aangetoond, dat de praktijk vaak laat zien, dat er soms een duidelijk verschil aanwezig is tussen de doelsteling, die bestuurlijk-statutair vaststaat en de operationele doelstelling, n.l. het werkveld. Als die kloof aanwezig is zal dit door het bestuur bekeken moeten worden. Confrontatie met het werk en de werkers is dringend geboden.

De rol van de overheid en het diakonaat zal in de nabije toekomst onderworpen moeten worden aan een nadere bestudering.

Kritiek

Er kwam ook kritiek uit de vergadering en wel van personen, die betrokken zijn bij de werkzaamheden van landelijke organisaties, die als doelstelling hebben, juist de vragen, die aan de orde werden gesteld te beantwoorden. De doelstelling van deze organen is ook om advies en voorlichting te verstrekken.

Met klem werd geadviseerd zich te wenden tot en medewerking te verlenen aan de reeds bestaande organen op dit terrein binnen het prot. chr. veld.

Dat was duidelijke taal. Niet minder was dit hét geval m.b.t. de reactie, die daarop uit de vergadering kwam.

Als er dan meerdere organen zijn, die voorlichting en begeleiding kunnen verstrekken en een platform willen zijn voor bezinning, waarom is dan deze vergadering uitgeschreven ?

Is het niet omdat die organisaties tijdens het proces van schaalvergroting en het rumoer rondom de opleidingen, totaal hebben gezwegen óf zich duidelijk hebben uitgesproken tégen het overeind houden van een prot. chr. organisatie op het terrein van de hulpverlening en van een positieve opleiding ?

De vraagstelling werd door de vergadering als een conclusie overgenomen en dit geheel terecht, al ontkom je er van beide zijden niet aan om het één en ander wat generaliserend te stellen.

Hoe nu verder  

Het is begrijpelijk, dat deze vraag aan het eind van de dag móést worden gesteld.

Er bleek behoefte te bestaan aan een herhaling van een dergelijke bijeenkomst. De noodzaak van een regelmatig overleg is aangetoond.

Toch zal alles nog wat meer concreter geconstrueerd moeten worden. Daarbij werd óók gesteld, dat er behoefte is aan kader-vorming, vooral met het oog op de levensbeschouwelijke aspecten van de hulpverlening.

Daarbij is het óók nog de vraag of er een eigen organisatie moet komen. Ook om practische motieven werd dit min of meer van de hand gewezen. Er zou te veel tijd verloren gaan bij een zoeken naar een juiste organisatievorm en wat daarmee samenhangt.

Er liggen andere prioriteiten; daarom is het beter te spreken over een regelmatig overleg (beraad) van besturen én werkers; want deze laatste categorie werd deze keer gemist en moet er in de toekomst zeker bijkomen.

Juist de specifieke problemen vanuit de prot. chr. instellingen vragen om zo'n beraad hetgeen, in contact met de reeds bestaande organisaties op dit terrein, kan en in eerste instantie zal moeten gebeuren.

Het antwoord is nu aan de werkcommissie, die in overleg met de werkers en met personen uit de opleidingen, op korte termijn moet zorgen voor verdere realisering.

Daarvan zal mede afhangen of de organisaties met de zelfde doelstellingen elkaar kunnen vinden.

Men wacht er op.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Een eerlijke en noodzakelijke poging

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's