Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Staande blijven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staande blijven

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want nu leven wij, indien gij (vast)staat in de Heere.   (1 Thessalonicensen 3:8)

Zo jong al op eigen benen ! Stel u voor: en zendeling heeft ergens drie weken gewerkt; in die tijd is er een gemeente ontstaan; maar de zendeling moet verder; en nu moet de gemeente het zelf alleen verder kunnen doen. Zo was het (volgens Handelingen 17 : 2) in Thessalonica inderdaad gegaan. Onvoorstelbaar. Ik weet wel: er was al een synagoge toen Paulus er kwam. Maar het waren toch meer Grieken ('meelevenden') dan Joden, die tot geloof gekomen waren. Zij hadden het Woord der prediking ontvangen en aangenomen niet als der mensen woord, maar (gelijk het waarlijk is) als Gods Woord. Dat is het geheim van de zegen altijd. Goddank ! Dat Woord wérkt dan ook ! En waar zegen valt, ontstaat liefde (zoals ook andersom waar liefde woont God zegen gebiedt): Paulus had ze 'als een vader zijn kinderen' (2:11) vermaand, vertroost en betuigd nu ook waardig te wandelen. En zodra de vader zijn kinderen had leren lopen, vertrok hij weer, en moesten ze op eigen benen kunnen staan.

Maar als Paulus in het hartje van Griekenland gekomen is bezwijkt hij bijna van verlangen naar zijn achtergelaten kinderen. Hij stuurt zijn medewerker Timotheüs terug voor de nazorg. Hij is ongerust: hoe zouden ze het maken ? Zouden ze niet door de knieën gegaan zijn voor de verzoekingen ? Intussen reist Paulus zelf door naar Corinthe, waar hij een nieuwe gemeente mag stichten — onder nieuwe weerstand. Hier wacht hij op Timotheüs, dus op bericht van Thessalonica. — Wat een zorg om de kerk ! Daar kunnen ambtsdragers van nu over meepraten. Wij voelen samen aan wat deze éne apostel schrijft (in 2 Cor. 11:28): Zonder de dingen, die van buiten zijn, overvalt mij dagelijks de zorg van al de gemeenten'. En de gemeenten mogen dat wéten. Moeten dat weten. Zorg om de kerk. Er is alle reden voor in de 20ste eeuw! Zullen we het verliezen ? Zal de kerk staande blijven in de secularisatie ? Hoe zal het gaan in de grote steden ? In de gezinnen ? Met de jeugd ? De apostel is al zo lang weg. Profeten zijn er o, zo weinig. De verzoeker is o, zo sterk. De kerk is zo verziekt door dwaling enerzijds en versplintering anderzijds. Wie deze zorg niet bij zichzelf herkent is ziende blind ! Hebt u dan wel hart voor Gods zaak ? Dat God voor Zijn eigen Zaak zorgt zal waar wezen. Maar waar? En hoe ? Dat is de klemmende vraag. Ook voor een man als Paulus !

En dan komt Timotheüs terug van visitatiereis. En wat een heerlijk visitatierapport brengt hij uit! 'De goede boodschap van uw geloof en liefde, en dat gij altijd goede gedachtenis van ons hebt, zeer begerig om ons te zien.' (vs. 6). Paulus grijpt zijn pen om hen over zijn blijdschap te schrijven. Wat een feest! Om temidden van alle verdrukking vertroost te mogen worden door uw geloof. 'Want — schrijft hij dan — nu leven wij, indien gij Vaststaat in de Heere'. Dan veren wij, ambtsdragers, weer op. Dan léven wij óp. Van driedubbele blijdschap (vs. 9 !). De Kanttekeningen zeggen: 'dat is: wij zijn vrolijk en welgemoed'. Dat is nu het ambt ten voeten uit: niet gloriëren ten koste van een onmondige gemeente, niet (uit reactie) zichzelf bescheiden overbodig willen maken, maar: vol zorg zijn bij een kerk-in-de-crisis, en vol blijdschap zijn, als de gemeente staat, op eigen benen kan staan.

Op eigen benen? Wat zegt u toch steeds? Kan dat ? Mag dat ? Geloof is toch juist: buigen ? Bekering is toch juist: cnielen ? 't Is toch eerder 'je benen breken' dan 'op eigen benen staan'? Inderdaad. Dat is de grote les, die wij allen leren moeten: dat we voor God geen been hebben om op te staan. Hoogstens van verre staan — net als de tollenaar. 'O, God, wees mij zondaar genadig'. Genade verbreekt het hart. Begenadigde mensen zijn gebroken mensen. Die flinken en die harden, — die zijn het niet. Die eigen mening, die eigen wil, die eigen weg — daar moeten we van verlost worden. Er is vaak veel voor nodig, eer een mens echt buigt, 't Is een hele les, maar een zalige les. 'Wat blijdschap smaakt mijn ziel, wanneer ik voor U kniel'. God is het zo waard. En wie zijn wij eigenlijk ? Sierlijke pronkers — maar krachteloos en teer. Als de wind zich laat horen, knakt de steel. En toch zoveel praats, zelfs tegen God. Dat is nu: vleselijk. Maar de H. Geest leert ons: toegeven en opgeven. En daar valt het licht op Christus Jezus. Hij is ons geworden wijsheid van God, en rechtvaardigheid en heiligmaking, en verlossing. Opdat het zij, gelijk geschreven is: wie roemt, roeme in de Heere.

Maar Hij richt ook op. Kreupelen en lammen zet de Heiland weer recht op hun voeten. Kaarsrecht. Maar dus in de Heere. Met Hem gekruisigd en begraven, maar ook met Hem opstaan in een nieuw leven. Opstaan — en blijven staan. Ook de Heere Jezus, ja Hij alleen, heeft gekropen in de hof als een worm. Hij heeft gehangen — onteerd en machteloos — aan het vloekhout. Hij heeft gebogen onder Gods recht als geen ander. Hij is gestonken en neergelegd in een graf. Maar Hij is verrezen! Hij overwon de dood. Hij stond op. En wij met Hem. Ja toch ? Het geloof is zo verknocht aan de Heere Jezus, dat het buigt waar Hij buigt, verrijst waar Hij verrijst, gaat waar Hij gaat, staat waar Hij staat. Dat geeft het geloof ook iets fiers, iets onafhankelijks.

Wie God vreest, vreest geen mensen meer. Als God mijn schild en hulp wil wezen, wat zal een nietig mens mij doen ? Dat is niet goedkoop. Want het gebeurt middenin de verdrukking. Toen en nu. Nu krijg ik weer hoop voor de kerk ! In de wereld (niet alleen in de communistische wereld, nee, in dé wereld) zult gij verdrukking hebben, maar heb goede moed, zegt de Meester, heb goede moed ! Ik heb de wereld overwonnen. Nu leven wij op, indien gij zó staat in de Heere, de Kurios.

Dat is een vast element in Paulus' brieven: staan'. Zo dan broeders (2 Thess. 2 : 15), staat vast: laat u niet meeslepen door de dwaling, ook niet door de dwaling van het wetticisme. 'Staat dan in de vrijheid (Gal. 5:1), waarmee Christus u vrijgemaakt heeft'. Laat u niet opnieuw het juk opleggen. Blijf ook staan in het Evangelie (1 Cor. 15 : 1). Met twee voeten, bijbelvast. Maak in Uw Woord mijn gang en treden vast. In Uw Woord. Dat is toch nog weer wat dieper dan staan in de confessie of de dogmatiek, hoezeer die ons de weg in de Schrift en in de kerk kunnen wijzen. Maar staan doen we alleen in het Evangelie. Of ook: in het geloof: 1 Cor. 16:13) 'Waakt, staat in het geloof, houdt u mannelijk, zijt sterk'. Ongeloof is de ergste zonde. Het krenkt God en het krenkt ons leven. En toch vallen we er zo gauw in terug. Daarom: waakt , en staat in het geloof. Dat is toch nog wat dieper dan: even uit het gevoel, hoe heerlijk het gevoel der genade ook is. Wij zouden dat altijd zo kennelijk willen gevoelen, maar ook als de vijgeboom niet bloeit en de velden kaal en de stallen leeg zijn, nochtans zal ik staan in het geloof. En als wij somtijds uit zwakheid in zonde vallen, moeten wij niet blijven liggen of wanhopen: mag — om het Verbond — weer gaan staan. En wie staat, zie toe dat hij niet valle. Daarbij hebben we elkaar hard nodig: aulus hoort zo graag (Phil. 1 : 27) dat 'gij staat in één geest', dat wij éénsgeestes zijn. Sta elkaar niet tegen. Sta schouder aan schouder in dezelfde strijd. En dat met de wapenrusting Gods (Ef. 6). 'Opdat gij kunt staan' tegen de duivel, 'wederstaan' in de boze dag en 'staande blijven'. Maar dat staan in de vrijheid, in het Evangelie, in het geloof, in één geest, in de wapenrusting, is geen staan op eigen benen, maar staan in de Heere. Wil mij voor struikelen bevrijden! Hij is machtig u te bevestigen, de alleenwijze God, door Jezus Christus.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Staande blijven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's