Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hemelvaartsdag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hemelvaartsdag

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zij aanbaden Hem, en keerden weder naar Jeruzalem met gróte blijdschap. Lucas 24 : 52.

De Hemelvaart van de Heere Jezus Christus heeft iets sobers.

De discipelen gaan met de Heere buiten Jeruzalem, spreken met Hem over allerlei vragen.

En plotseling neemt een wolk Jezus weg. Er is géén roerend afscheid. Er is géén laatste woord voor elk van de discipelen afzonderlijk. Ook zij hebben géén gelegenheid om nog wat te zeggen. Er staat alleen maar, dat Hij hen zegende en terwijl Hij hen zegende, scheidde Hij van hen en werd opgenomen in de hemel.

Zij staan nog naar de hemel te staren als twee engelen hun vertellen dat Jezus is opgenomen in de hemel en Hij evenzo zal wederkeren.

En dan komt de terugtocht naar Jeruzalem. En dan zouden wij verwachten: in grote droefheid en met vrees in het hart. Maar we lezen van aanbidding en grote blijdschap.

Nu moeten we nog eens denken aan die keer toen de Heere Jezus sprak van Zijn afscheid. 'Het is u nut dat Ik wegga'.

Toen was het er ver vandaan, van aanbidding en grote blijdschap in het hart van de discipelen. Vanwege dat afscheid hadden ze juist veel zorg en verdriet, daar kwamen veel vragen tegenop. Daar waren ze verslagen onder. Christus heeft daarvan gezegd: 'Indien gij Mij lief had, zo zoudt gij u verblijden, omdat Ik gezegd heb: Ik ga heen tot de Vader'.

De blijdschap over Zijn Hemelvaart zet de Heere Jezus dus nauw in verband met de liefde tot Hem.

En als we nu lézen: en zij aanbaden Hem, dan is er wel wat veranderd, die liefde tot Christus is verdiept en toegenomen. Daar liggen wel 40 dagen van onderwijs tussen, onderwijs in de noodzakelijkheid van Zijn lijden, dat Hij moest lijden en alzo ingaan in Zijn heerlijkheid.

Daarom kunnen ze Hem nu met vreugde zien heengaan en aanbidden. Ze gunnen Hem Zijn eer en heerlijkheid, Zijn thuiskomst. Door datzelfde werk van Woord en Geest is er in het hart van Gods volk wel eens die aanbidding van Hem; dat gunnen aan Hem van Zijn intocht door de eeuwige deuren. Dat is wederliefde, gegrond in de liefde van Hem, die voor hen de heerlijkheid die Hij had bij de Vader heeft verlatenr om de gestalte van een dienstknecht aan te nemen, bij de Vader uit huis, wilde hangen aan het kruis; Die de zonde wilde dragen van Zijn volk. Die daalde in de allerdiepste versmaadheid en angst der hel toen Hij riep: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten, met dorst gekweld is geweest, Die hen zo Gode kocht met Zijn bloed.

Als de Heere Zijn volk daarin meeneemt, in wat dat alles voor Christus moet zijn geweest, dan neemt Hij ze ook mee in wat het voor Christus moet zijn geweest. Zijn intocht als Koning der ere in de hemelse heerlijkheid, en dan blijft daar het hoogste over wat gekend kan worden: de aanbidding: laat ons blijde zijn en vreugde bedrijven en Hem de heerlijkheid geven.

Hij de Vorst der aard' is onze hulde waard.

Dus is Hemelvaartsdagen de eerste plaats aanbidding van de Heere.

Hier beneden neerknielen en heffen de ogen in heilige aanbidding naar-boven. Bewonderen, beminnen. Hem alle liefde waardig schatten.

Maar deze aanbidding wordt hier in het leven van Gods kerk nog telkens onderbroken. Het hemelleven hier op aarde is maar voor een ogenblik. Zo ging het ook de discipelen.

Daar lag nog een taak en roeping van Christus' wege: Maar blijft gij in de stad Jeruzalem, totdat gij zult aangedaan zijn met kracht uit de hoogte en gij zult Mijn getuigen zijn.

Het moet weer op Jeruzalem aan — de bloedstad die van oudsher haar profeten doodt of stenigt. Dat is geestelijk een hele afstand geweest, van de hoogte der aanbidding afdalend naar de diepte van het: in de wereld — te beginnen bij Jeruzalem — zult gij verdrukking hebben.

En toch mochten zij daar iets van meenemen van dat goede toeven. De aanbidding is weliswaar maar een ogenblik, maar de Heilige Geest legde hun vrede en vreugde in het hart over de Koning en Zijn glorie. En dan lezen we: en zij keerden weder naar Jeruzalem met grote blijdschap. Dat is toch wonderlijk die grote blijdschap. Tegen die tocht kwam toch alles op, en toch: met grote blijdschap. En dan ligt de moed om te gaan en de blijdschap hierin verankerd: en Zijn handen opheffende, zegende Hij hen.

Zo ging Hij heen, zo liet Hij hen achter.

Dat doet denken aan de O.-Testamentische priesterlijke bediening. Als de Hogepriester na de offerdienst het volk zegende, dan betekende die zegening: de Heere is in de weg der offerande met Zijn volk verzoend en laat daarom Zijn zegen op Zijn volk neerdalen.

Hier op Hemelvaartsdag staat de enige, de ware Hogepriester.

Alles wat noodzakelijk was voor verlossing en verzoening heeft Hij volbracht. De verwerving van de zegen ligt achter Hem.

Gethsemané — Golgotha — het geopende graf. 

Nu kan Hij zegenen.

Heel Zijn leven — Zijn lijden — Zijn woorden — Zijn wonderen loopt uit op een zegen voor Zijn volk.

In die zegen geeft Hij deel aan Zijn volbrachte werk. En zijn discipelen beleven dit als een geweldige realiteit: de Heere zegent ons en behoedt ons, de Heere doet Zijn aangezicht over ons lichten en is ons genadig.

Daarin ligt nu hun grote blijdschap.

Het zal door diepe diepten gaan, maar in die zegening ligt toch ook: Hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen.

Hij ging zegenend heen. Zo ligt het dus tussen de Koning en Zijn onderdanen. Hij zegenend alle de dagen en zij. vertoevend onder die zegening.

Zo alleen kunnen er nog psalmen liggen, gezongen in de nacht, vanwege die handen van de Heere Jezus Christus opgeheven over Zijn volk.

En daarin gaat het ten tweede op Hemelvaartsdag, dat Gods kinderen daarin geloofshouvast hebben, dat zegenende handen over hen zijn uitgestrekt. Want ook zij gaan voort in het strijdperk van dit leven.

Duizend zorgen — duizend angsten kwellen hun angstvallig hart.

En dat er dan toch nog soms kan zijn, ik zing verheugd Uw grote naam ter eer, dat ze toch niet omkomen, en dat Gods kerk ondanks druk toch niet ten onder gaat en dat ware Godsvrucht toch niet verloren gaat, dat ligt nu allemaal in die zegenende handen.

Dat Christus naar Zijn Godheid — Majesteit — Genade en Geest nimmer meer van Zijn kerk wijkt.

Dit is dus het geheim van de blijdschap. Hij bidt en pleit Voor hen in de hemel. Zij gaan straks ook ten hemel en door de Heilige Geest zoeken zij de dingen die boven zijn, waar Christus is.

Dat is tegelijkertijd de toetsteen of we persoonlijk delen in de vrucht van de hemelvaart.

Hebben we Hem zo nodig, als Voorspreker, die bij de Heere God pleit voor een verloren zaak en een in zichzelf verloren mens.

Daar wordt nog winst uit geboren, uit alles verliezen, alles in het faillisement, om zo nog voor eeuwig behouden te worden. Want op de plaats van het omkomen, kan de Heere Zijn Christus nog kwijt. Zegenende handen zijn naar U uitgestrekt: Komt tot mij, gij allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven.

Als we daar geen acht op geven, dan worden die zegenende handen: veroordelende, afwijzende handen, als Hij wederkomt om te oordelen. Maranatha, de Heere komt.

Ja — volk des Heeren, uw Heere komt. Met zegenende handen om al Zijn kinderen — wier lust het was de ogen opwaarts te heffen om op God te letten — tot zich te nemen in eeuwige heerlijkheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Hemelvaartsdag

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's