Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Geref. synode en het P.C.R.

De drie letters die in het 'kopje' staan aangegeven vormen de afkorting van 'Program to combat Racism', d.w.z. het programma van de wereldraad ter bestrijding yan het racisme. In het kader van dit programma is er een steunfonds opgezet dat geldelijke steun verleent aan de bevrijdingsbewegingen, het z.g.n. anti-racisme fonds. Wel is waar is deze steun niet bestemd voor militaire doeleinden, maar voor humanitaire doelen (scholenbouw, verpleging, ziekenzorg, etc), maar in elk geval betekent het steun toch een steun in de rug aan deze bevrijdingsbewegingen, terwijl men bovendien kan denken aan wat we populair uitgedrukt plegen te noemen: de 'vestzak-broekzak' methode. Bewegingen die voor humanitaire doeleinden geldelijke steun ontvangen, krijgen daardoor de mogelijkheid doeleinden geldelijke steun ontvangen krijgen daardoor de mogelijkheid andere gelden vrij te maken voor wapenaankoop e.d.

Nu zal er bij niemand bezwaar tegen bestaan om te helpen, waar mensen in nood zijn, ongeacht de politieke kleur. Maar het omstreden punt of men zich via deze steun aan de bevrijdingsbewegingen toch niet solidair verklaart met groepen die merendeels op marxistische basis staan en fel gesteund worden vanuit Moskou, Cuba of China.

De Generale Synode van de Geref. kerken heeft zich enkele weken terug hier intensief mee bezig gehouden. Eigenlijk was dit beraad een voortzetting van de discussie op de novemberzitting van vorig jaar. In Waarheid en Eenheid van 5 juni vertelt ds. E. J. Oomkes over de achtergronden van deze kwestie nog het volgende:

Ook de Nederduitse Gereformeerde Kerk in Zuid-Afrika sprak onze kerken aan vanwege onze steun aan dit fonds. De blanke bevolking van Zuid-Afrika, voor het grootste deel behorend tot onze kerken, voelt zich ernstig bedreigd door de door hen genoemde 'terroristische bewegingen. Nu praktisch alle Afrikaanse landen 'bevrijd' zijn, richten zij zich nl. op Rhodesië en Zuid-Afrika om daar een eind te maken aan de blanke minderheidsregeringen van lan Smith en Vorster, via de weg van revolutie en geweld. Deze staan met de rug tegen de muur. Het is daarom dan ook te begrijpen dat de N.G. kerken, met wie onze kerken in nauwe betrekking staan, zich door ons in de steek gelaten voelen, ja, zelfs in de rug aangevallen. Zij hebben bovendien grote bezwaren tegen de gang van zaken in onze kerken, waarin de Nieuwe Theologie' (Kuitert, Wiersinga, Baarda c.s.) steeds riieer invloed krijgt. Ons wordt verweten dat wij het gereformeerd karakter van onze kerken hebben prijsgegeven door het niet meer hanteren van de leer tucht.

Deze beide zaken hebben de N.G. kerken er toe gebracht een schrijven te richten aan onze synode, dat onze kerken voor een bepaalde datum moesten breken met het P.C.R.-fonds, althans onze medewerking daaraan opschorten. Anders zouden wij de band met onze kerken verbreken, wat de z.g.n. Dopperkerk in Z. Afrika reeds gedaan heeft. Men noemt dit wel het ultimatum van de N.G. kerken.

Zo kwam de zaak in de meivergadering weer aan de orde. Een synodecommissie kwam met een meerderheids- en minderheidsrapport: Terwijl het eerste rapport zich aansloot bij de mening van deputaten om zich te blijven stellen achter het fonds van de PCR, stelde het minderheidsrapport voor dat de synode niet zou meewerken aan de steunverlening via dit fonds zoalng de kriteria van het fonds zo kunnen worden uitgelegd, dat morele en financiële steun wordt verleend aan bevrijdingsbewegingen wier doel het is met aanwending van geweid de wettige regering van de republiek Zuid-Afrika politiek, sociaal, economisch en cultureel te breken en vreedzame oplossingen te verhinderen. 

U hebt in de kranten uitvoerig verslager kunnen lezen van de discussie ter synode. Dat laat ik dus hier rusten. Wie erin geinteresseerd is, wil ik wijzen op het verslag in het Centraal Weekblad van 5 juni. Na uitvoerige besprekingen is er besloten dat men wel achter het PCR blijft staan, maar de steun aan het fonds opschort, al blijft de mogelijkheid dat men privé giften kan storten.

Reacties

De reacties blijken erg verschillend te zijn, wat te verwachten is. Opvallend is dat het kennelijk niet eenvoudig is om objectief verslag te doen van besprekingen. Terwijl ds. Oomkes er op wijst dat niemand in de synode het opgenomen heeft voor de politiek van rassendiscriminatie, maar dat men integendeel besloten heeft er bij de blanke kerken in Afrika op aan te dringen zich in woord en daad ondubbelzinnig daartegen te keren, ontsiert de commentator in Hervormd Nederland (van 5 juni) zijn verslag met nogal een aantal insinuerende vragen. Al dadelijk het opschrift van zijn artikel wekt bepaalde gedachten: Hoe betrouwbaar is een gereformeerde synode ? Voorts schrijft de heer G. A. v. Dongen:

De volgende dag om koffietijd was het nieuwe voorstel klaar. De tegenstanders van het PCR trokken aan het langste eind. Toch waren enkelen van hen nog zo onsportief om het voorstel via amendementen nog meer hun kant op te willen trekken.

Het is duidelijk dat de voorstanders van het PCR ter wille van de eenheid (en ook een beetje terwille van de kans dat de tegenstanders een nog veel erger besluit zouden hebben doorgedrukt) door de pomp zijn gegaan, om het op zijn Haags te zeggen. 'Het PCR staat voor ons op een zijspoor, maar het kan er weer vandaan komen en later weer op de hoofdlijn meerijden', zei ds. Appers optimistisch namens de voorstanders van het PCR-fonds. De subtiliteit van het 'opschotten van de aanbeveling' zal menige gereformeerde ontgaan, laat staan allen die daar verder zijn. Dat die aanbeveling nooit veel heeft voorgesteld scheelt natuurlijk wel. Maar de indruk zal bij velen toch zijn: de gereformeerden haken af.

Menig synodelid zal al spijt van zijn stem hebben, gekregen, toen na de stemming de Zuidafrikaanse waarnemer het woord greep. Natuurlijk, dr. F. E. O'Brien Geldénhuys sprak ook voor de tribune en voor het aanwezige ambassadepersoneel. Maar het geeft wel te denken over de vraag, wat men in NGkring onder dialoog verstaat. Met onbekrompen hand strooide Geldenhuys zout in de wonden. Veel dan natuurlijk. Het besluit heeft minstens de deur opengemaakt voor verder gesprek. Het Zuidafrikaanse moderamen zou, dacht hij, wel beraad houden over hoe het ondanks de technisch verbroken band, toch weer in gesprek kan treden, in gesprek kan inlijven. Achter het actuele probleem van het PCR zaten volgens Geldenhuys diepergaande theologische stromingen en beschouwingen. Daarover hadden zijn kerk en an dere kerken steeds grotere problemen. Gelukkig was er de leeruitspraak over Wiersinga, maar Geldenhuys hoopte dat het zo nodig ook tot tuchtmaatregelen zou komen. En wilden de Nederlanders ervoor zorgen dat de hoogleraren in Kampen en aan de VU goede leiding gevenaan de 'jonge ongevormde theologen' uit Zuid-Afrika die zij onder hun hoede hebben en zo, ons helpen om de oude bekende erkende gereformeerde waarheid te bewandelen en te betreden? Geldenhuys was daar niet gerust op.

Een paar synodeleden waren inmiddels al kwaad de gang op gelopen. En de ene zwarte ongevormde jonge theoloog die nog aanwezig was, had ook zijn hielen gelicht. 'Och', zei een wat bedaarder synodelid later, 'zo waren wij vijf en twintig jaar geleden toch precies eender ? 

'Betaald Antwoord' heeft onmiddellijk een 'spijtgiftenactie' ontketend voor het PCR-fonds (giro 148000). Dat is aardig. Een beter idee is misschien, te zorgen dat er op zijn minst vijftien brieven naar de synode gaan. En een klein ultimatumpje in het kader van Samen op Weg (waarheen ? naar het zijspoor) zou misschien ook onthullend kunnen werken.

Ik moet zeggen dat ik dit nogal een polariserend commentaar vind, waarbij het woord 'onsportief' op zijn minst geplaatst is. Men mag in een theologische discussie toch wel beginnen elkaar serieus te nemen, ook als men er zelf, zoals de heer van Dongen, een andere mening op na houdt dan de rapporteurs van het minderheidsrapport.

Naar aanleiding van een advertentie

In Trouw van 29 mei verscheen een grote advertentie van de werkgroep Betaald Antwoord die oproept tot het geven van giften voor de werkgroep, met hetzelfde doel als het steunfonds, n.l. hulp aan bevrijdingsbewegingen. Betaald Antwoord suggereert in deze advertentie dat de synode gezwicht zou zijn voor de druk van de Nederduits Geref. kerk van Zuid-Afrika, en vraagt daarom met nadruk: spijtgiften. Op dat men zo aan de zwarte bevolking zijn spijt kan betuigen over het synodebesluit.

In het Centraal Weekblad van 5 juni maakt dr. Rietveld tegen deze suggestie bezwaar. Hij schrijft onder meer:

Er waren niet twee groepen, waarvan de ene met volstrekte zekerheid koos voor steun aan de onderdrukten en de ander voor steun aan de onderdrukkers! Achter de onzekerheid bij het kiezen lag de afkeer van het tot-een-keuze-gedwongen worden, en er lag achter de sterke behoefte aan een derde mogelijkheid, namelijk de mogelijkheid van een oplossing in de Geest en naar de wil van de Heer der kerk.

Laat men toch goed begrijpen: er zijn in Zuid-Afrika blanke gereformeerden en zwarte gereformeerden. Zijn wij wefkelijk al zo ver, dat de oplossing van de spanningen niet meer in de weg van de heerschappij van Christus te vinden is en alleen nog maar in de weg van partijkeuze tussen twee politieke groepen ?

Er zijn er, die op de laatste vraag bevestigend antwoorden. De situatie kan inderdaad ontstaan, dat men partij kiezen moet in politieke zin. Wij kennen dat.

Onze geschiedenis geeft er voorbeelden van. Maar laat men dan wel weten, dat er een geestelijke nederlaag aan vooraf gegaan is. Omdat West-Europa asl christelijk werelddeel de nederlaag leed ontstond de situatie, dat men kiezen moest, n.b. tussen Mussert of Moskou. Terecht is gezegd, dat zo'n keus niet acceptabel was. In de praktijk kwam de positiebepaling echter wel vaak op die keuze neer.

Desituatie in Zuid-Afrika en veler houding er tegenover is zo griezelig verklaarbaar en voor mensenverstand logisch, dat ik althans verlang naar één van die vreemde woorden van Christus, die vaak niet zomaar op het eerste horen verklaarbaar waren. Men spreekt van het historische moment en van de geloofwaardigheid van de kerk.

Ik wil dat ook graag doen.

Als de kerk niet anders weet te doen dan wat men overal ter wereld gedaan heeft bij de overgangen in de gesschiedenis in het opwerpen van barricaden, het uitvechten van oorlogen, het verzetten van de wet, in alle opzichten (politiek, sociaal, psychologisch) zó begrijpelijk, dan mist zij het historisch ogenblik, waarin zij haar heel speciale boodschap geloofwaardig zou kunnen maken door iets te laten zien van wat Christus als evangelie voor de wereld bedoeld heeft.

Als twee groepen christenen, hier kan ik zonder vrees voor misverstand zelfs spreken van twee groepen gereformeerden, niet kunnen laten zien, wat christelijke vrede, christelijke verzoening en christelijke bekering betekenden, dan voel ik dat als een grote nederlaag, een nederlaag, die ik vooralsnog niet wens te accepteren. Ik verwacht van Zuid-Afrika iets anders dan van Ierland of van Libanon.

Deze en dergelijke overwegingen zitten achter de onzekerheden van Leusden. En niet het bezwijken voor een bepaalde druk. Er zit achter de opvatting, dat als Christus iets wil, Hij in de regel iets speciaals wil, en niet iets, dat op het eerste horen voor ieder vanzelfsprekend is.

Terecht onderkent Rietveld het gevaar dat men te gemakkelijk met het schema 'onderdrukkers-onderdrukten' werkt. We vinden dit schema ook terug in een bits en bitter artikel van Prof. dr. J. T. Bakker in het Geref. Weekblad van 4 juni. Bakker is bijzonder slecht te spreken over de synode-uitspraak waarbij men z.i. de zwarte broeders en zusters over het hoofd ziet, en heeft geen goed woord voor het minderheidsrapport.

Prof. dr. J. T. Bakker

We citeren uit zijn artikel het volgende:

Een synode pleegt maar niet zo achter de besluiten van haar voorgangster weg te lopen. Wat is er aan de hand, dat dit nu wél gebeurde ? Daarvoor moeten dan wel zwaarwegende argumenten aan te voeren zijn. Nu, die zijn in elk geval niet te vinden in het rapport van de minderheid van de synodale commissie, die de banden met het fonds wilde verbreken. Om een idee van de inhoud van dit rapport te geven hoeven we maar een paar van de overwegingen te noemen, die aan de synode werden voorgelegd. Zo wordt er vermeld, dat de regering van Zuid-Afrika bezig is een binnenlandse politiek te ontwerpen, waarbij gestreefd wordt naar veelvormigheid met onderling goedvinden, waarbij de zwarte bevolking als gesprekspartner wordt aanvaard een volstrekte onwaarheid, waarvan de onzin duidelijk is voor ieder, die drie minuten met zwarte Zuidafrikanen wil spreken. Er wordt gesteld, dat het rapport van de N.G. Kerk 'Ras, volk en nasie' echt wel uitgangspunten biedt voor een nieuw gesprek; een belediging voor de intelligentie van ieder die weet dat alle uitgangspunten als het er op aan komt door de N.G. Kerk worden omgebogen naar sanctionering van de bestaande toestand. Men wijst op de veelbelovende uitspraak van de N.G. Kerk, dat men echt bereid is alle vragen met de zwarte bevolking door te praten en dan ook de zere plekken van het stelsel wil bekijken. 'Morrelen in de marge' heet dat in Nederland. En verder vond de minderheid van de commissie, dat ons wantrouwen tegen de Zuidafrikaanse politiek en onze zusterkerk geen christelijk uitgangspunt is voor de dialoog. Achter al deze overwegingen schuilt één dominerend besef, waardoor heel hpt rapport gedragen wordt: Onze broeders in Zuid-Afrika voelen zich bedreigd. Zij staan — ik citeer — zonder helper in de wereld. En het zijn de bevrijdingsbewegingen, die de wettige regering van Zuid Afrika willen breken, die 'een vreedzame oplossing van het conflict verhinderen'.

Het is de moeite waard deze laatste zin een paar maal over te lezen en op zich in te laten werkan. 'De bevrijdingsbewegingen verhinderen een vreedzame oplossing van het conflict'. Waar komen de bevrijdingsbewegingen vandaan ? Hoe lang heeft de blanke minderheid stijf en strak volgehouden dat er helemaal geen conflict was ? Langs welke wegen zijn de leiders van de zwarte bevolking in de oppositie gedreven ? Heeft ook maar één vap de opstellers van dit rapport de geschiedenis van b.v. de A.N.C, ooit werkelijk nagelezen om te ontdekken, dat de vrijheidsbeweging resultaat is van blanke onderdrukking en dat men werkelijk alles geprobeerd heeft om niet op de weg van het geweld terecht te komen ? Bevrijdingsbewegingen ontstaan niet als bij toverslag. Ze zijn het laatste middel van een bevolking, die geen enkele kans meer ziet om werkelijk zijn stem gehoor te doen vinden.

Dat ligt wat in de lijn van Kuitert's opmerking die volgens het verslag ter synode gezegd moet hebben: 'Waarom zouden de communisten de zwarten willen helpen ? Zou dat niet komen omdat wij hebben nagelaten — en nu opnieuw weigeren — hen te helpen ? 

Dat de nood in Afrika groot is zal niemand ontkennen. En dat we oog moeten hebben voor de geweldige verschuivingen die er zich voordoen, wie zal het betwisten ? Men kan de kritische vraag stellen of de politiek van Vorster e.a. niet achter de feiten aanloopt. Men zal — vanuit de schrift — stellig ernstige vragen moeten stellen inzake de rassenideologie die daar soms wordt aangehangen. Maar men schiet zijn doel voorbij als men blank Zuid-Afrika tot zondebok maakt voor alles en blind is voor het werk van hen die in constructieve zin een oplossing zoeken. Ik vrees dat men in ons land te weinig onderkent hoezeer ook kritiek op Zuid-Afrika ingegeven kan zijn vanuit allerlei vooronderstellingen, die eerder een klassenstrijd-model tot achtergrond heb­ ben dan bijbelse denkpatronen. Nog maals, dat betekent niet dat er geen kritiek kan zijn op het optreden van de blanken tegenover de niet-blanken in dat werelddeel. Maar laten we, juist in ons land — in ons spreken erg bescheiden zijn. En bovendien, bij alle zorg en verontrusting om het lot van de onderdrukten die er uit Bakker's artikel spreekt, verwaarloost hij het gevaar van de communistische infiltratie, de machtspolitiek van Moskou etc. Daarom vind ik Kuitert's hierboven gereleveerde uitlating grenzeloos naief. De geschiedenis kan ons toch leren dat Moskou of Peking bepaald niet uit menslievende overwegingen hulp bieden aan onderdrukte minderheden. En wie de loop der gebeurtenissen nagaat in Angola en Mozambique kan — bij alle kritische vragen — toch veel begrijpen van de zorg van de blanken in Zuid-Afrika. Solidariteit met de onderdrukten is niet alleen solidariteit met de zwarte broeders en zusters, maar zou in dit tijdsgewricht ook wel eens kunnen betekenen: solidariteit met .de vervolgde christenen die slachtoffer geworden zijn van een nieuwe, dictatuur, in menig deel van de derde wereld.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's