Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Samen op weg of... samen-de-mist-in ?

Dit opschrift is niet van mij, maar van de hand van prof. dr. K. Runia. De lezer die op de hoogte is met het kerkelijk leven vermoedt al, waar het over zal gaan: de samenwerking tussen de Hervormde en Gereformeerde kerken. Uit het vraagteken achter dit opschrift wordt duidelijk dat hier voor Runia — en hij is niet de enige — nogal wat problemen liggen. Nu zal niemand de Kamper hoogleraar kunnen betichten van onverdraagzaamheid. Integendeel, hij is een vredelievende man, die op rustige wijze stelling neemt tegen ongereformeerde tendenzen in kerk en theologie. Wat is dan de aanleiding tot dit vraagteken ? Het betreft een persbericht waarin ons werd meegedeeld, dat de hervormde predikant van Haarlem-Oost ds. D. Groeneboer (met instemming zoals later bleek van de Haarlemse centrale kerkeraad) een brief geschreven had aan de synodes van de Geref. kerken en de Ned. Hervormde kerk. In deze brief uitte ds. Groeneboer zijn verontrusting over de synodale agenda van beide kerken. Belijdenis en kerkorde komen daarbij ter sprake, maar — om de letterlijke woorden van Groeneboer te citeren: 'Men huilt niet van politieke-ethische woede'. Bij zo'n zin wordt je natuurlijk nieuwsgierig wat dat dan concreet zou moeten inhouden. We citeren uit het verslag wat Runia geeft in het Centraal Weekblad van 31 juli de volgende zinsneden uit de brief van Groeneboer:

’Ik heb met de gemeente — Gereformeerd/Hervormd — eerbiedig Ulrike Meinhof herdacht, maar u zweeg pijnlijk over haar en ik vond geen stembekrachtiging van u Ik heb in de naam van God verkondigd dat Hij er gekleurd op staat in Rhodesië en in Zuid-Afrika; dat Hij communist is in Italië; dat Hij katholiek is in Ierland; dat Hij Allah wil heten in Libanon, maar ik kreeg geen ruggesteun door ondubbelzinnige uitspraken van uwentwege’.

Verder komen (natuurlijk) nog ter sprake: de levering van kernreactoren aan Zuid-Afrika; de 'beroepsverboden' in Duitsland; soortgelijke verschijnselen aan de V.U.; de fabriek voor atoomafyal, die de Duitsers vlak bij onze grenzen willen bouwen in het Hümmlinggebied.

Aan het slot van de brief schrijft hij:

’Hoe u uw tijd zult verdoen, als u rustig voortgaat met bedisselingen over geloof en leven der gemeenten. Uw belijdenis kan ik bij voorbaat niet luchten en uw kerkorde zal ik van meet af niet lusten'. Tenslotte geef ik nog enkele aanhalingen uit de geref.-herv. kerkelijke herdenking van Ulrike Meinhof:

’Je bent — hoe dan ook —          Al hebben we

gehangen                                      wat moeite met het oor,

in de buurt van Jezus                 en al willen we

Op gehoorafstand.                      je niet perse

En wat het dan ook                    annexeren

moge betekenen,                       als één van ons,

misschien                                  we willen proberen

heb je gehoord:                          bij jou te horen,

'Heden met mij                       zoals we zijn van Jezus....

in het paradijs ? 

Men moet ons goed begrijpen. We hebben er echt geen behoefte aan om met stenen te gooien naar Ulrike Meinhof. Ook hier geldt: Wie van u zonder zonde is, werpe de eerste steen. En een analyse van de achtergronden van dit tragische gebeuren kan in elk opzicht verhelderend zijn. Wat is de aanleiding geweest tot het optreden van de Baader-Meinhof groep ? In hoever­re zijn deze mensen een product van de omstandigheden van het na-oorlogse Duitsland. Daarover kan en mag gesproken worden. Maar wat in hoge mate verbazingwekkend, ja ergerlijk is, is de manier waarop hier het Evangelie van Golgotha misvormd wordt en ingepast wordt in een politiek denkkader, waar terroristen tot martelaars worden. Terecht spreekt Runia hier zijn ontsteltenis over uit.

Toen deze documenten op mijn tafel belandden heb ik ze met grote verbazing en met toenemende ontsteltenis gelezen.

M’n eerste reactie was: wat een grenzeloze zekerheid en arrogantie !

Ds. Groeneboer weet blijkbaar precies wat God vandaag van ons vraagt. Er is geen spoor van twijfel. 'In de naam van God' heeft hij verkondigd M'n tweede reactie: at een angstwekkende eenzijdigheid ! God staat blijkbaar alleen maar — maar dan ook helemaal! — aan de kant van een bepaalde politieke visie en van de mensen die deze visie propageren. M'n derde reactie: at een verbazingwekkende naïviteit! Ulrike Meinhof wordt zo maar even tot een bijna 'heilige' verklaard. Ze hangt op gehoorafstand' van Jezus. Het is blijkbaar al voldoende dat je een, revolutionaire terrorist bent om het Koninkrijk Gods binnen te mogen gaan. Waar haalt ds. Groeneboer dit 'evangelie' vandaan ? Wie geeft hem de opdraclit om 'in naam van God' deze boodschap te brengen ? Hij kan ze onmogelijk van Jezus hebben, want Jezus, die we alleen uit de evangeliën kennen, spreekt heel anders. Het Koninkrijk dat Jezus predikte is heel wat anders dan wat ds. Groeneboer vanaf de kansel in Haarlem verkondigt. Ik vraag me af, of hij wel ooit het woord van Jezus tot Pilatus heeft gelezen: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld; indien mijn Koninkrijk van deze wereld geweest was, houden mijn dienaars gestreden hebben, opdat ik niet aan de Joden zou worden overgeleverd; nu is echter mijn Koninkrijk niet van deze wereld' (Joh. 18 : 36).

Blijkbaar doet ds. Groeneboer dit alless in Haarlem-Oost in het kader van 'samen op weg'. Blijkbaar moet het volgens hem zo en wordt dit in Haarlem-Oost aanvaard door Hervormden en Gereformeerden. Hoe dat kan is mij een raadsel. Dit mag dan 'samen-op-weg' heten, maar vraag niet waarheen hbt gaat! Het is m.i. 'samen-de-mist-in', waarbij de zon van het evangelie dat Jezus en zijn apostelen verkondigd hebben verdwijnt achter de dampen van een nieuw politiek wetticisme, dat Jezus en zijn Koninkrijk, zonder zelfs met de ogen te knipperen, annexeert.

Als dat de politieke consequentie uit de verkondiging moet zijn, zijn we wel ver van huis. Een een samen-op-weg gaan op dit vertrekpunt, voorspelt weinig goeds. De eerlijkheid gebiedt uiteraard te zeggen dat de stem van Groeneboer niet de stem der synoden is. Integendeel, de Haarlemse predikant richt juist scherpe verwijten aan het adres van de synode. Wij voor ons hopen dat de synodenmoderamina deze verwijten (met deze ontstellende concretisering) naast zich neer zullen leggen, en op een bijbelse en geestelijke wijze de zaken van belijdenis en kerkorde aan de orde zullen stellen. Opdat we — ook bij een samen-op-weg gaan — mogen weten, hoe we ons in het Huis van God hebben te gedragen, hoe de Kerk waarlijk kerk zal zijn in deze wereld. Met als eerste opdracht: Predik het Woord, tijdig en ontijdig.

De verleiding van de marxistische denk-wijze

Graag geef ik in dit overzicht ook een gedeelte aan u door van de toespraak die drs. J. Windig in juni hield op de vergadering van de confessionele vereniging. Als iets verleidelijk is, is er sprake van iets dat aantrekkelijk en schadelijk is, en dat we moeten weerstaan. Nu is de marxistische denkwijze niet de enige verleiding. De gedachte b.v. dat de kerk zich maar helemaal niet met politieke vraagstukken bezig moet houden is evenzeer gevaarlijk en verleidelijk. Juist om het marxisme doeltreffend te bestrijden moeten we ons wachten voor eenzijdigheden in andere richting.

Wat is nu het aantrekkelijke in het marxisme ? Windig wijst op de zorg van vele marxisten voor de armen en ontrechten ? Die zorg komen we ook in de Bijbel tegen. Welnu, is het dan geen aantrekkelijke gedachte dat christenen en marxisten samen de handen ineen slaan om te strijden voor een nieuwe maatschappij en tegen corruptie, uitbuiting en onrecht? Zit je dan niet op een bijbels spoor ? Drs. Windig zegt dan: 'ik hoop dat u de verleiding van een toewending tot het marxisme voelt. Anders heeft u geen schijn van kans om met een marxist een stap verder te komen, niet dat ik hoop dat u aan de verleiding zult toegeven'. Want dat is n.l. de grote verleiding. Dat men een marxistische denkwijze wil combineren met een christelijke, bijbelse inspiratie. Windig illustreert dit aan de opvattingen over macht en klassestrijd. Over die klassestrijd schrijft Windig in het Hervormd Weekblad van 15 juli:

De nadruk die in het marxisme op de klassenstrijd gelegd wordt kan christenen en kerkelijke beleidsorganen in de verleiding brengen te menen dat het in wezen, om een simpele keus gaat: in de klassenstrijd partij kiezen vóór de onderdrukte en tégen de onderdrukker. Het heeft geen zin te ontkennen dat in ons huidig maatschappelijk systeem, zeker op korte termijn gezien belangentegenstellingen bestaan tussen verschillende groeperingen. Dat deze zaak veel gecompliceerder is dan het klassieke marxisme ons wil doen geloven, laat ik nu maaar buiten beschouwing. Maar het kan ieder duidelijk zijn, dat b.v. 'lonen' voor ondernemers een kostenfactor zijn, die zo veel mogelijk 'gedrukt' moet worden en voor werknemers een inkomstenfactor die zo veel mogelijk opgeschroefd moet worden. En maar touwtrekken ! Het kan echter niet genoeg benadrukt worden dat er op lange termijn gezien, voor de mensheid maar één gemeenschappelijk belang is op dit gebied, nl. dat er genoeg geproduceerd wordt voor ieders behoefte en dat er menselijk geleefd kan worden. In de gezamenlijke strijd om dit te bereiken kan niemand gemist worden. Voor een marxist bestaat de klassenstrijd niet uit belangentegenstellingen die door redelijk overleg geharmonieerd kunnen worden, maar uit een oorlog dit tot aan de nederlaag van de tegenstander doorgezet moet worden. Het is niet alleen een onvermijdelijke strijd, maar de enige hefboom om tot een nieuwe maatschappelijke orde te geraken. De klassenstrijd heeft een meedogenloos en onmenselijk aspect. Men zegt wel dat dit de enige manier is om ook de tegenstander uit het systeem te halen waarin hij gevangen zit, maar ten koste van wat ? Wat een wonden zijn er niet door geslagen en wat een verbittering heeft het niet teweeggebracht! Tot in zijn konsekwenties doorgedacht is het een oorlog van allen tegen allen op een wereldschaal. Wat een energie gaat er niet door verloren! Waarom zouden werknemers en werkgevers geen bondgenoten zijn in de strijd tegen de armoede in de wereld en, met het oog daarop, in het zoeken naar rechtvaardige en doelmatige structuren. Zouden kerkelijke beleidsorganen zich niet met alle kracht moeten inzetten om deze gedachte te laten zegevieren ?

De schrijver wijst er dan op dat het denken in economische en politieke machtsverhoudingen en in termen van klassestrijd de verleiding met zich meebrengt van een eenzijdig profetisme. Terwijl de oordelen van Israels profeten zowel machthebbers als volksgenoten troffen, wijzen de nieuwe 'profeten' alleen met een beschuldigende vinger naar de machtsconcentraties. Dat is natuurlijk dikwijls raak, want hun zonden zijn velen, maar het is schromelijk eenzijdig en daarom wettisch en gevaarlijk.

Wanneer wij solidair met de onderdrukte zijn, maar verzuimen hem het koningschap Gods als richtlijn mee te geven, dan hebben we het belangrijkste nagelaten. Wanneer straks de bordjes verhangen zijn en wij hem de kans onthouden hebben een ander doel en een andere richtlijn te vinden dan economische en politieke macht, dan loopt hij een groot risico van een onderdrukte een onderdrukker te worden, een feit waarvan bv. de geschiedenis van de dekolonisatie enkele tragische voorbeelden gegeven heeft. Dat is het gevaar van een eenzijdig en verkeerd begrepen profetisme. Waarachtig profetisme vraagt een geweldige nederigheid en. zal óók voor de machthebbers nieuwe wegen naar het dragen van verantwoordelijkheid openbreken, wat méér van ons vraagt dan het slingeren van stenen van kritiek.

Maar Windig ziet de verleiding van het marxisme voor de kerk vooral daarin dat we de mensen de prediking van Gods Koningschap als belofte en gebod onthouden. Vrijheid, welvaart en gerechtigheid komen dan op zichzelf te staan en we bouwen een samenleving op die op een wankel fundament rust.

In dit verband wil ik enige aandacht vragen voor de verhouding tussen personen en structuren. Het is mij meermalen in kerkelijke publicaties opgevallen, dat degenen die betogen dat het zowel om verandering van mensen als van structuren gaat, na dit gezegd te hebben, de verandering van mensen compleet vergeten schijnen te zijn en zich verder geheel wijden aan de noodzakelijke politieke en andere acties om tot verandering van structuren te geraken. Voor wie 'eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid' zoeken, liggen de prioriteiten, m.i. anders. Zegt de Nederlandse Geloofsbelijdenis niet dat 'Chiristus een eeuwig koning is dewelke zonder onderdanen niet zijn kan' ? Zijn onderdanen zijn geen structuren, maar mensen. Het gaat in de kerk niet om verandering van ijiensen én structuren, als twee gescheiden zaken, maar om mensen voor wie het koningschap Gods een zodanige plaats in hun leven inneemt, dat zij, op de plaats waar zij gesteld zijn, ook de structuren gaan aanplakken. Het gaat niet om iets naast persoonlijke bekeringen, maar het gaat om persoonlijke bekeringen die zo diep en ingrijpend zijn, dat mensen ertoe gebracht worden samen met anderen, de ongerechtigheid in de kleine en de grote structuren van de samenleving aan te pakken en meer in overeenstemming te brengen met het beeld van het Rijk Gods. Daarbij is er niet één exclusieve, weg die naar Rome, of nog minder naar Utopia leidt, maar zullen we, ook politiek ploeterend, voortdurend naar nieuwe wegen moeten zoeken die ons verder brengen op weg naar meer recht voor de verdrukte en meer brood voor de hongerige.

In dit verband lijken mij twee zaken van belang: In de eerste plaats: als onze gerechtigheid niet overvloedig is, meer dan die van de schriftgeleerden en farizeeën, van welke ideologische kleur dan ook kunnen wij beter over het Koninkrijk der hemelen onze mond houden.

In de tweede plaats: laten wij onze geestelijke en morele steun aan hen die grote verantwoordelijkheden dragen in de maatschappelijke en politieke kaders niet onthouden. Steun kan ook kritiek inhou­den, maar kritiek zonder meedragen is de doodsteek voor de democratie.

Het is goed dat we luisteren naar deze nuchtere woorden. Windig weet waar hij over spreekt. En terecht wijst hij erop dat het een illusie is te menen dat men er een marxistische denkwijze op na kan houden zonder meegetrokken te worden in het kielzog van hen die streven naar een communistische wereldheerschappij. Hij geeft tenslotte een vijftal criteria aan voor kerkelijk beleid die we ter afsluiting overnemen, in de hoop u nieuwsgierig gemaakt te hebben naar het gehele artikel. Het is broodnodig dat we in onze tijd kennis nemen van deze zaken. Daarom zijn we dankbaar dat te midden van een vloedgolf van 'rode' propaganda dergelijke artikelen verschijnen die nuchter en kritisch vanuit de Schrift de tijdsverschijnselen beoordelen.

Ik heb daarbij niet de pretentie het ei van Columbus gevonden te hebben, maar misschien kan mijn poging bekwamer mensen dan ik ertoe brengen beter en scherper te formuleren, waar het om gaat. Ik kom tot vijf citeria:

1. Proklameert deze beleidsmaatregel (publikatie, oproep enz.) het koningschap Gods over alle betrokkenen of geeft zij alleen maar morele, financiële, humanitaire steun aan de (tijdelijk) onderliggende partij ?

2. Brengt deze beleidsmaatregel (publikatie, oproep, enz.) mensen en groepen dichter bij elkaar of drijft ze hen verder uiteen ?

3. Versterkt deze beleidsmaatregel (publikatie, oproep, enz.) de frustratie, haat en verbittering van bepaalde mensen en groepen of wijst ze voor christenen begaanbare uitwegen ?

4. Zetten we de vertegenwoordigers van invloedrijke groepen en instanties alleen maar in het beklaagdenbankje of geven we ze een christelijke kans tot inkeer waar nodig, en een royale kans tot inzet voor verandering waar mogelijk ?

5. Berust het feit dat een voorgestelde kerkelijke beleidsmaatregel past in de wereldwijde strategie van het communisme om de wereld ideologisch, militair, politiek en economisch te overheersen op toeval, of speelt een combinatie van pro-marxistische en anti-kapitalistische gevoelen ons hier soms te veel parten ?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's