Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Woord en Geest in het Nieuwe Testament

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Woord en Geest in het Nieuwe Testament

De verhouding van Woord en Geest

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

6

2

Voord& t Jezus heengaat uit deze wereld naar Zijn Vader bemoedigt Hij zijn leerlingen door hen erop te wijzen dat de scheiding niet blijvend is. 'Ik kom weder tot u' (Joh. 14 : 3, 18, .28, 16 : 28). We mogen deze belofte ongetwijfeld betrekken op de wederkomst. Maar aan de wederkomst gaat Pinksteren vooraf. Jezus komt terug, doordat Hij in de harten der Zijnen de Geest zal zenden. In het Johannesevangelie wordt deze Geest die uitgaat van de Vader en de Zoon de Paraklètos genoemd. In de ons bekende bijbelvertaling is dit woord weergegeven met 'Trooster'. Toch moeten we zeggen dat deze vertaling maar zeer ten dele de rijke inhoud van dit griekse woord weergeeft. Letterlijk betekent het woord 'de erbij geroepene'. In oude latijnse vertalingen vinden we dan bok de vertaling 'advocatus'. De Parakleet is in de griekse wereld de helper, de voorspraak, de rechtsbijstand, die het in het gericht opneemt voor de aangeklaagde. In 1 Joh. 2 : 1 lezen we dat Christus een Voorspraak bij de Vader is, als wij gezondigd hebben. Hij treedt voor de Zijnen in bij Zijn Vader (vgl. ook Hebr. 7:28; Rom. 8:34).

De Parakleet

Nu wordt in Joh. 14 : 16 de Geest de andere Parakleet genoemd. Terwijl de verhoogde Christus de voorspraak der gelovigen bij de Vader is, is de Geest de voorspraak van Christus bij ons. Hij bepleit Gods zaak aan ons hart, als wij dreigen te wankelen. Hij vertroost het hart van Gods kinderen met de enige troost in leven en sterven. De duitse Nieuwtestamenticus, W. G. Kümmel noemt de Trooster, de Parakleet, de 'Gegenwart Jesu, wenn Jesusabwesend ist', d.w.z. terwijl Jezus niet meer op aarde is, maar in de hemel, is Hij present, tegenwoordig door de Trooster (Die Theologie des neuen Testaments, S. 280). Zo mogen we het inderdaad zeggen: de Parakleet zet het werk Gods in Jezus voort. Mits we er bij bedenken dat Christus en de Geest niet vereenzelvigd worden. De Persoon van de Trooster is onderscheiden van Christus.

Opvallend is dat er met nadruk gesproken wordt over de Geest der waarheid. Wat de Geest ons doet horen is waarachtig en betrouwbaar, is Gods getuigenis 'dat eeuwig zeker is. (vlg. Joh. 14 : 17; 15 : 26; 16 : 13). We worden dan ook herinnerd aan de tegenstelling: waarheid-leugen die we in het evangelie en de brieven van Johannes gedurig vinden. Terwijl de leugenpropaganda van de Boze zijn werk doet en velen verleidt, zorgt de Heere toch voor de voortgang van Zijn werk. Gods waarheid zal bevrijdend.en, zegevierend ingang vinden. 

De Geest en Christus

Deze Geest wordt geschonken als vrucht van Christus' werk. 'Ik zal de Vader bidden' zegt Jezus (Joh. 14 : 16). Zie ook Johannes 7: 37, 38, waar Christus spreekt over het water dat Hij schenkt. De Pinkstergave is niet los te denken van Goede Vrijdag, Pasen en Hemelvaart. Wat Joh. 14-16 ons leren, vinden we met zoveel woorden terug in Hand. 2 : 33. Voorts is het werk van de Trooster gericht op de verheerlijking van Christus.

'Die zal Mij verheerlijken', d.w.z. Christus en Zijn werk in het volle licht plaatsen. Ja, hij zal de apostelen indachtig maken alles wat Jezus gezegd heeft (Joh. 14 : 26), Hij zal van Hem getuigen (15:26). Dat is in tweeërlei opzicht een bijzonder belangrijke gedachte. Vooreerst horen we hier hoe de Geest geen nieuwe openbaringen schenkt naast of boven Christus uit. Geestdrijvers van allerlei genre en uit allerlei tijd beroepen zich ten onrechte op deze woorden uit het Johannesevangelie. Want de Trooster gaat niets toevoegen aan Jezus' woorden, maar ze vast maken in de harten der gelovigen en hen aldus leiden in de volle waarheid van Christus' werk. Dat is ook in ander opzicht nog van belang. Laten we niet vergeten dat in Johannes 14 in eerste instantie de apostelen worden aangesproken. Zij zijn de door Christus geroepen en met volmacht uitgeruste getuigen van Zijn Woord en werk (Wie u hoort, hoort Mij, vgl. Luc. 10 : 16). Als zijn getuigen treden zij op voor het forum van dè wereld. En hun getuigenis staat onder zeer bijzondere medewerking van de Heilige Geest. De Geest is het die getuigt in en door het apostolisch woord, en die hen de bedoelingen van Jezus' woorden en de diepe zin leert en indachtig maakt. Daarom is dit apostolisch getuigenis in de openbaring Gods begrepen. En daarom een getuigenis met een uniek gezag. Want dit apostolisch getuigenis vinden we in de boeken van het Nieuwe Testament. Het is het door de Heilige Geest geautoriseerde getuigenis, waaraan de kerk en de wereld voor alle eeuwen gehoor hebben te geven. En al het getuigen en spreken van de latere generaties is aan dit apostolisch getuigenis gebonden, d.w.z. gebonden aan de Schriften die van Christus getuigen.

Ook zo zijn Woord en Geest door een onlosmakelijke band verbonden. Het zal duidelijk zijn dat dit alles voor de aard van het Schriftgezag van uitzonderlijk gewicht is. In de bezinning op Schriftuurlijk Schriftgezag zullen we niet alleen hebben te luisteren naar de bekende Schriftplaatsen als 2 Tim. 3 : 16 en 2 Petr. 1 : 21, maar ook naar Johannes 14 en 16.

Nu wordt ook duidelijk waarom in de Handelingen der apostelen een citaat uit de Schrift ingeleid kan worden met: de Heilige Geest heeft door de profeet gesproken (Hand. 28 : 26).

En tevens wordt de prediking als middel waardoor de Geest tot geloof brengt, gebonden aan de Schrift.

De Geest en de wereld

Want de Geest betrekt mensen — de apostelen en de latere getuigen die op hun getuigenis mogen afgaan — in het geding van God om Zijn wereld. Hij is zelf de getuige van Christus (Joh. 15 : 26) en Hij bekrachtigt en stelt mensen in staat tot getuigen (Joh. 15 : 26; Hand. 1:8).

In de Godevijandige wereld van Jodendom en heidendom plaatst de Heere Zijn getuigen, zijn ambassadeurs. En door het getuigenis van mensen zal de Geest overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel (Joh. 16 : 8vv). Overtuigen betekent hier: tot kennis van zonde brengen; maar let daarop: ok hierin gaat het om Christus. Want de Heilige Geest gaat zondaren tot de erkenning brengen van de waarheid van wat God in Christus gezegd en gedaan heeft. De Geest stelt via de prediking het proces van Jezus weer aan de orde. Hij laat ons zien: wij, mensen zijn de schuldigen, Jezus is rechtvaardig. Hij overtuigt van de zonde van het ongeloof. Dat is zonde: Christus verwerpen. Hij overtuigt van oordeel, door ons te doen horen dat satan's zaak een in feite verloren zaak is.

Zo gaat het getuigenis der prediking de wereld in, als instrument van de Geest opdat we het heil leren zoeken buiten onszelf bij Christus.

Handelingen 2

Hoezeer het werk van de Geest in de betrokkenheid op de prediking samenhangt met de beslissende wending in de heilsgeschiedenis, met de komst van Christus in de wereld, zijn kruis en opstanding, laat ook het verhaal van Pinksteren ons zien. Daar lezen we hoe de Geest wordt uitgestort onder geweldige tekenen. Ik laat rusten of we hier te maken hebben met een hoor-wonder, of een spreek-wonder, of beiden. Eén ding is duidelijk: De grote werken Gods worden verkondigd (vs. 11). De Geest rust Petrus en de anderen toe om van Christus te spreken (vs. 14vv). De Pinksterpreek van Petrus is Christusprediking, geput uit de Schriften. Gods Geest verheerlijkt Hem. We zouden misschien een preek verwachten waarin veel over de Geest gesproken wordt. Maar Petrus zet Christus in het volle licht, gedreven als hij is door de Geest. En, de binding aan het Woord blijkt duidelijk. We treffen aanhalingen aan uit Joel 2; Ps. 16, Ps. 110.

Iets dergelijks zien we ook in Handelingen 8 : 26vv. Daar is het de Geest die de evangelist Filippus tot de kamerling brengt. Maar diezelfde Geest werkt het geloof door het Woord. Filippus gaat immers Jezus verkondigen (vs. 3, 5), naar de Schriften.

En als Jezus verkondigd wordt, blijkt ook hoezeer de spits van de prediking gericht is op het hart van de hoorder. In Hand. 2 : 37 horen we hoe zondaren verslagen worden onder de aanklacht van de Geest: eze Jezus, die Gij gekruisigd hebt Hoe deze prediking voluit appellerend is, en geladen met de liefde van Christus, lezen we in vs. 38-40: wordt behouden uit dit verkeerd geslacht. De Heilige Geest werkt door het Woord geloof en bekering.

En er komt rondom 't woord een gemeente. Een gemeente die volhardt bij het Woord, bij de breking des broods, de gemeenschap en de gebeden (vs. 42). Een gemeente van zondaren die al haar zaligheid vindt in Jezus Christus.

Een gemeente waarin, door het Woord en de Geest de krachten van het Koninkrijk openbaar komen en de vrucht van de Geest gezien wordt. Onder de tucht van de Geest wijkt de rebellie en de vijandschap, komt er plaats voor aanbidding en lofprijzing, en gaat er werfkracht uit. De Heilige Geest leidt naar 't getuigenis van het boek Handelingen in de wegen van het Woord en verheerlijkt de Heere Jezus, want er is geen andere Naam, waardoor we behouden moeten worden (Hand. 4:12).

Utrecht

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Woord en Geest in het Nieuwe Testament

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's