Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Omzien naar het verleden ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Omzien naar het verleden ?

Kanttekeningen bij een forumgesprek

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De schijnwerper werd dezer dagen nog weer eens gericht op de Gereformeerde Gezindte. En wel bij een forumgesprek, dat vorige week in Utr, echt gehouden werd, met als forumleden prof dr. K. Runia, prof. dr. J. P. Versteeg, drs. A. Vergunst, ds. S. Kooistra, ondergetekende en - op uitdrukkelijk verzoek van de zaal - prof. C. Veenhof.

Men kan zich afvragen of de verdeeldheid en de mogelijke hereniging van de Gereformeerde Gezindte al niet dood is gepraat en of alles niet stukbreekt op de hardnekkigheid waarmee we ons blijven ophouden in eigen kerkelijke bastions.

En tóch, het is goed dat we elkaar als Gereformeerde belijders blijvend herinneren aan de nood en de schuld van de kerkelijke verdeeldheid. Was het feit dat er driemaal zoveel mensen bij het forumgesprek aanwezig waren dan de organisatoren, blijkens de grootte van de gehuurde zaal verwacht hadden, een bewijs ervan, dat de nood van de gescheidenheid toch in brede kring gevoeld wordt, ook al kan men nog niet zeggen dat het volk hier te hoop loopt?

Groen van Prinsterer

Het is te begrijpen, dat Goen van Prinsterer nogal eens werd genoemd. Hij is de vader van de benaming Gereformeerde Gezindte, gestreden als hij heeft voor het goed recht van de Afgescheidenen, die hij op grond van hun gereformeerde gezindheid voluit bij de Gereformeerde Kerk hier te lande rekende, ook al wees hij zelf de Afscheiding af en voerde hij de strijd voor kerkherstel binnen het Hervormd Genootschap.

Genootschap

Het wordt evenwel een vruchteloos bezig zijn als we met het oog op de situatie in het heden vluchten in het verleden en elkaar blijven vragen of de Afscheiding nu mocht of niet en of de Doleantie nu een goede zaak was of niet en of Groen vandaag toch ook wel in een afgescheiden of dolerende kerk getreden zou zijn en zich afgescheiden zou hebben van de Hervormde Kerk (recent nog van vrijgemaakt-gereformeerde zijde gesuggereerd). We hebben hier te maken met historische feiten, die niet ongedaan gemaakt zijn en niet ongedaan te maken zijn. De vraag is: hoe.staan we in het heden als het gaat om kerkherstel, om het herstel van de gescheurde Gereformeerde Gezindte?

Onbekrompen en ondubbelzinnig

De les, die Groen de Gereformeerde Gezindte gegeven heeft - we hebben daarop bij het forumgesprek geattendeerd - is dat het gaat om de eenheid rondom de belijdenis en het handhaven van die belijdenis en wel onbekrompen en ondubbelzinnig.

Onbekrompen!

Dat wil zeggen, dat het niet gaat en gaart mag om ditjes en datjes om haarkloverijen om details, maar om wat werkelijk beleden is en moet worden en wat als zodanig in de belijdenis voorhanden is. Het gaat om de belijdenis van Gods grote daden. De nood van de Gereformeerde Gezindte is echter, dat zij dit onbekrompene vaak uit het oog verloren heeft en terecht kwam in een ontwikkeling - ik citeer nu ds. H. G. Abma - waarin 'het gereformeerde overtroefd werd door het gereformeerdere en het gereformeerdere door het gereformeerdste' (ik zou er aan toe willen voegen en het gereformeerdste door het reformatorische), 'totdat tenslotte een uiterste verbizondering als alleen zaügmakend overbleef'. Dat we van het onbekrompene terecht gekomen zijn in het bekrompene, en dat we wat wtrkeliik beleden wordt soms inruilen voorde religie der belijdenis, maar dan in die zin, dat ieder aan die religie zo zijn eigen (bevindelijk) cachet ging geven en dat dan de religie van de belijdenis zelf op de achtergrond raakte.

Het tweede waarom het gaat is het ondubbelzinnig. Groen heeft de belijdenis niet ingeruild voor een dynamisch belijden. Hij kwam op voor handhaving van de belijdenis, waarvoor goed en bloed geofferd was. Hoe herneemt de (Hervormde) Kerk haar wettige plaats? Groen zegt:

'Wanneer de herlevende Kerk getuigenis geeft aan het levende en eeuwig blijvende Woord Gods; wanneer zij haar overeenstemming openbaart met de belijdenis welke, ook in haar midden, door woord en daad en schrift geformuleerd is; wanneer zij wederom trouw betoont a& n de goede belijdenis, (1 Tm. VI 12, 19) welke, gegraveerd zijnde in het hart der gelovigen door den HeiHgen Geest, reeds door het bloed van vele martelaren bezegeld was, eer zij, in de Symbolische Schriften der Kerk, als uitdrukking van gemeenschappelijk geloof, als rigtsnoer van gemeenschappelijken arbeid, als onveranderlijk levensbeginsel der Gemeente, met de helderheid en warmte van hen die weten in Wien zij geloofd hebben, opgeteekend werd.’

Het 'onbekrompen' en 'ondubbelzinnig' handhaven van de belijdenis is, zoals Groen dit stelde, een leerzame les, enerzijds naar de geestelijke en kerkelijke strijd; anderzijds naar een oecumene die niet wortelen wil in de confessie en de handhaving daarvan, als we dat momenteel zien in Samen-opweg. Met Samen-op-weg is dunkt me Groens ideaal van de Gereformeerde Gezindte niet naderbij gebracht, omdat er geen sprake is van ondubbelzinnige binding aan de belijdenis. In de overigens verdeelde Gereformeerde Gezindte leeft Groens beeld óók niet, omdat dat de onbekrompen handhaving niet gevonden wordt.

Welke sleutel?

Waar ligt de sleutel dan thans tot herstel van de Gereformeerde Gezindte? Prof. dr. J. Douma zag op een conferentie van het C.O.G.G.enkele jaren geleden de sleutel bij de Geref. Bond liggen, namelijk bij diens afscheiding van de Ned. Herv. Kerk

Ook in de Reformatie van enkele weken geleden roept hij de Geref. Bond weer op tot Afscheiding.

’Wat één in Christus is, moet zich ook als één openbaren. En vanuit dat geloof roep il^ onder meer de Gereformeerde Bond op om tot reformatie van de kerk te komen. Scheidt u af van wat geen kerk is, zeggen wij tegen ir. Van der Graaf, prof. Graafland en drs. Exaltio (om een paar namen te noemen). In heel veel zijn wij het met hen eens. Maar juist daarom moeten wij niet nalaten hen te bestrijden als zij vanuit hun gereformeerde geloof niet willen breken met wat de kerk niet is: het lichaam dat Hervormde Kerk heet. Zij staan geestelijk dicht bij ons. Maar waarom wordt die eenheid dan niet beleefd op de plaats waar dat aller-(eerst verwacht mag worden: in de kerk? ’

De Vrijgemaakten worden niet moe dit ons toe te roepen. Wij zullen proberen niet moe te worden en naar te blijven luisteren. Maar ik zou het net graag ter anderer zijde werpen. Laten we ophouden elkaar toe te roepen: scheidt u af of kom terug. Er ligt nu eenmaal de diepe kloof onder ons van het enerzijds niet kunnen en mogen afscheiden vanwege Gods verbond(s) trouw) en anderzijds het zich geroepen weten tot afscheiding, omdat de kerk niet meer zich gebonden weet aan haar belijdenis.

Zouden we dan in het heden niet terug moeten keren naar de strijd van Groen van Prinsterer? Laat óns (ik bedoel de rechtzinnig Hervormden) dan, afgescheiden broeders, de strijd om kerkherstel voeren in de Hervormde Kerk. Dat heeft ook Groen gedaan. En daarom - dit ten antwoord aan prof. dr. J. P. Versteeg, die in het forum'opmerkte, dat onze positie (nl. van de Geref Bond in de Ned. Herv. Kerk) een onhoudbare was - de strijd om kerkherstel binnen de Hervormde Kerk als een strijd om 't goed recht van de belijdenis zullen wij blijven voeren zolang God ons daartoe de mogelijkheid laat. En in de plaatseli]ke gemeenten en daar klopt toch het hart van de kerk heeft de strijd om kerkherstel toch wel deze uitwerking, dat slechts dat wordt toegelaten wat de toets van Schrift en belijdenis kan doorstaan, ook al menen niet-géreformeerden in de Herv. Kerk dat we uitgaan van eigen gelijk en van machtsdenken. In de gemeente mag bemerkt worden dat de situatie niet onhoudbaar is, en dat de strijd om handhaving van de belijdenis ook gevoerd kan worden.

Maar mogen dan diegenen, die buiten de Hervormde Kerk gereformeerd willen zijn en zich in verschillende kerkgenootschappen gebonden weten & an de Drie Formulieren, óók opgeroepen worden tot kerkherstel? Zal men dan daar niet geroepen zijn bijeen te brengen wat onder dezelfde belijdenis bijeen hoort, onbekrompen en ondubbelzinnig? We zijn dan in ieder geval terug in de situatie waarin Groen stond; hij in het Hervormd Genootschap en andere gereformeerden daarbuiten, voor wie

Groen echter met zijn strijd om kerkherstel binnen de Hervormde Kerk, de weg weer wilde banen naar het 'totdat', nl. afscheiding 'totdat de Hervormde Kerk terugkeert naar de waarachtige dienst des Heeren’.

Verootmoediging

Intussen beseffen we dat we met woorden geen breuken helen. Maar we hebben wel - om het bijbels te zeggen - de breuk te bewenen. Daarbij - eri dat is méér dan een frase - mag er wel diep besef zijn van het 'allen zijn wij afgeweken, samen onnut ge worden'.Wie te hoog te paard zit met zijn kerk of groep moet niet alleen vallen, hij gaat vooral voorbij aan het feit, dat in ons aller kerkelijk leven de afwijking van het belijdeij er diep in zit, hetzij in vervlakking, hetzij in verstarring.

Ik denk dat er én zonde diep bij ons allen ingekankerd zit, namelijk dat we te goed van eigen kerk of groep denken en te weinig beven voor de majesteit des Heeren, die al onze kerkelijke zelfverzekerdheden belachen zal. Het 'keer weder tot Mij' zal Gereformeerde Bon­ ders en Vrijgemaakten, synodalen en vrijgeraakten, christelijke gereformeerden en Gereformeerde Gemeenten in de ziel gegrift moeten zijn willen we niet Farizeeër worden. Misschien hebben we ook in het Utrechtse forum daarbij te weinig stilgestaan en was de nood nog niet tot aan de lippen gestegen, zelfverzekerde oplappers als we allen van nature zijn, met onze diepingevreten hang naar 'des Heeren tempel, des Heeren tempel zijn deze’.

Een broeder ter vergadering, die één en ander schriftelijk geformuleerd had en mij dit overhandigde, zei het zó: 'Het is te vrezen dat (de) verontrusting meer voortkomt uit het zich veilig en behouden gevoelen en hun kerkgodsdienst te moeten verliezen (b.v. met de leer van de veronderstelde wedergeboorte) dan de droefenis en de vrees dat door al de ongoddelijke praktijken de Heilige Geest Zich terugtrekt en we dan toch zeker met ons kerk-zijn en christen-zijn verloren gaan’

Waarvan acte.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1976

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Omzien naar het verleden ?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1976

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's