Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is met het woord schepping alles gezegd?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is met het woord schepping alles gezegd?

Art. 13 N.G.B.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een boomkweker in Boskoop deed het eens heel nauwkeurig uit de doeken, hoe hij in God geloofde. 'God', zei hij, 'woont aan gindse zijde van de tijd, heel ver bij ons vandaan. Hij heeft indertijd de wereld, waarop wij leven, in het aanzijn geroepen, maar bemoeit er zich nu niet meer mee. Het gaat hier op aarde allemaal wel zijn gang. 't Is net als ik wanneer ik een klein boompje plant op mijn kwekerij. Daar kijk ik in geen acht jaar meer naar om. Op zijn tijd krijgt dat boompje water. En verder groeit het wel. Na een jaar of acht wordt het verkocht. Zo is het ook met God en de wereld. Ik geloof, dat God bestaat. Maar bidden heeft geen zin. Wij moeten er hier op aarde samen wat van zien te maken. Dat is alles'.

Deisme

Deze man meende, dat met het woord schepping alles was gezegd. Hij verdedigde de oude ideeën van het zg. deisme, dat in de zeventiende eeuw in Engeland opkwam en uitging van de overtuiging, dat God de wereld wel gemaakt had, maar er zich na de schepping niet meer om bekommerde. Een deugdzaam leven, waarin de mens van het leven op aarde maakt, wat hij kan, dat blijft dan eigenlijk alleen maar over. God is goed als verklaring van het raadsel van het bestaan van alle leven. Hij is ook goed voor de onsterfelijke ziel. Hij staat met andere woorden aan 't begin en aan het eind. Maar voor het leven zelf is Hij eigenlijk niet in tel.

Deze opvatting is ten diepste een uitdrukking van een schrikbarend optimisme, waarmee de mens het leven in eigen hand neemt, zich niet langer bewust wil zijn van zijn diepe afhankelijkheid van de levende God en met zijn rede en goede wil de dingen in het leven rond probeert te krijgen. Dat is een geweldig stuk verzelfstandiging van het bestaan. God heeft kennelijk de zaak overgedragen aan de mens. God is slechts memoriepost. Die machtige mens maakt 'zelf de geschiedenis met al zijn verantwoordelijkheden.

Epicurus

Deze leer van het deisme is ouder dan enkele eeuwen. Reeds Epicurus, een Griekse filosoof, die leefde rond 300 voor Christus had soortgelijke gedachten. Hij wordt genoemd in het dertiende artikel van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis, dat we thans bezig zijn te l? espreken. 'Hierin', zo heet het, 'verwerpen wij de verdoemelijke dwaling der Epicureeën, dewelke zeggen, dat zich God nergens mede bemoeit en alle dingen bij geval laat geschieden'. Inderdaad, Epicurus heeft er zijn best voor gedaan om de idee van een goddelijke voorzienigheid uit de gedachten van de men-

sen te bannen. Hij ging zelfs zover, dat hij als Darwin de evolutieleer verdedigde: het leven is vanzelf uit de dode stof ontstaan zoals b.v. wormen in de mest. De goden hebben volgens Epicurus nog met 't ontstaan nog met het voortbestaan van de aarde en de mens te maken. Geen vrees voor de goden, geen angst voor de dood, er is toch geen hiernamaals. Geniet van 't leven, ietwat matig uiteraard, opdat u door uw hartstochtelijk genot niet verteerd wordt.

Een wereld op eigen benen

Ja, zoiets komt er vroeg of laat van, als men God buitensluit buiten het leven vanalledag. Ook de deugdzame mens van het deisme is tenslotte de mens, die de zin en het geluk van zijn bestaan in zichzelf zoekt (eudemonisme) en straks een gevangene wordt van zijn eigen zinloosheid en ongeluk. Want hij kan het niet waar maken. De last van al zijn verantwoordelijkheden, waarmee hij zichzelf belast heeft, nadat hij God uit zijn schepping gebannen heeft, is hem te zwaar. Hij kan die niet dragen. Hij is de overspannen mens, die het tenslotte niet meer ziet zitten. Hij is eigenlijk bezig aan zelfmoord. Hij hangt zich op aan zichzelf. Helaas nemen we ook in onze tijd in modernistische theologieën soortgelijke deistische geluiden waar. Van een betrokkenheid van God op het natuurgebeuren wil men dan niet meer weten. Sociale ontwikkelingen op het veld van de geschiedenis vormen de norm voor het handelen en lijken profetieën van een paradijselijke wereld in de toekomst. Wat in het oude voorzienigheidsgeloof straf van God heette of lijden om Godswil, wordt dan onrecht genoemd, waartegen wij ons hebben te verzetten. Bidden is mediterend bezig zijn met de noden van de wereld, opdat wij onze roeping met betrekking tot die noden beter zouden verstaan. Als wij niet onmiddellijk rechtsomkeert maken, gaat de wereld er binnen de kortst mogelijke tijd aan.

Gelukkig dat onze belijdenis anders spreekt. 'God'heeft de wereld niet aan het geval of de fortuin overgegeven, nadat Hij die geschapen had, maar Hij regeert die zo naar Zijn heilige wil, dat in deze wereld niets geschiedt zonder Zijn ordinantie'. Wat dat laatste betekent zullen wij later zien. Duidelijk is in ieder geval uit heel de heilige Schrift, dat de Schepper betrokken blijft op Zijn scheppingswerk. Hoe verantwoordelijk ook de positie is, die de Heere aan de mens gaf, het voortbestaan van de wereld hangt niet van de mens af. God heeft Zijn regeermacht over al het bestaande niet aan die mens gedelegeeerd. God regeert door alles heen, ook dwars door al de verschrikkingen heen, die de zo verdorven mens op aarde aanricht. Die mens is gelukkig niet de verbondspartner, met wie God het samen doet, zoals moderne theologen ons willen doen geloven. Dat is teveel eer voor een verdorven schepsel. De mens is ook niet maar willoos instrument, een stuk drijfhout op de stroom van de Godsregering. Hij kan door genade het kind van God zijn, door wie God de aarde leefbaar maakt. En als hij die genade niet kent, is hij toch, hoe goddeloos ook, in de hand en de macht van God.

Creatio continua

Met het woord schepping is dus gelukkig niet alles gezegd. God blijft dag en nacht aan de gang in Zijn schepping. We hebben dat onderhouding genoemd. En we zagen zojuist, dat dat tegelijk regering is. Er is een constant inwerken en ingrijpen van God in het bestel der dingen, in de geschiedenis van de wereld. Men heeft in verband hiermee wel gesproken over een creatio continua (doorgaande schepping). Dat is een gedachte, die lijnrecht tegenover die van het deisme staat. God heeft niet maar eenmaal geschapen; daarmee klaar. God is eigenlijk voortdurend scheppend bezig. Met het woord schepping is dan ook in feite alles gezegd, maar dan niet in de zin van schepping als iets, dat klaar is gekomen, maar als iets, waaraan altijd nog maar wordt gewerkt. Het is duidelijk, dat deze gedachte veel dichter bij de Schrift staat dan die van het deisme. Het Hebreeuws kent voor de onderhouding der wereld geen apart woord. Schepping en onderhouding worden in het Oude Testament soms met hetzelfde woord 'bara' aangeduid. En in elk geval is het woord 'bara' niet altijd het woord voor de eerste scheppingsdaad van God. Ja en toch is 't tegelijk zo dat er onderscheid is tussen die eerste scheppingsdaad van God en het vervolg van daden. Na de schepping zijn de dingen er immers. Zij worden niet telkens uit het niets tevoorschijn geroepen door het spreken van God. Zo hebben sommigen het wel willen zien. De wereld zou dan volgens hen elk ogenblik eigenlijk uit het niets opkomen door het scheppend roepen van God de Almachtige. Luther, die ook over een onderhouding nihilo (uit het niets) sprak heeft eens gezegd, dat wij door Gods goedheid uit niets geschapen zijn en uit niets dagelijks onderhouden worden. Toch is dit een oneigenlijke manier van spreken. De Bijbel zegt van de schepping niet, dat ze constant uit het niets voortkomt. Als God de wereld geschapen heeft, is ze gegrondvest. De dingen zijn er. En als God ze daarna door Zijn onderhouding in stand houdt, bewaart Hij ze ervoor, dat ze in het niets terug zouden vallen. Dat is het wonder van het schepselmatige bestaan uit kracht van Gods presentie in de dingen. Bij de onderhouding van de schepping is er dan ook geen sprake van iets wezenlijk nieuws, dat telkens tevoorschijn geroepen zou worden zoals bij de schepping der wereld, hoeveel pluriformiteit zich in de levensvormen daarna ook openbaart.

De verdraagzaamheid Gods - een heden van genade

God onderhoudt de wereld. Er geschiedt niets zonder Zijn ordinantie. Dat is de troostrijke belijdenis van artikel 13 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Inderdaad, geen dorre leerstellige uitspraak, waardoor is aangegeven, hoe het mogelijk is, dat alles voortbe-'staat, maareen geloofsuitspraak, waarmee tegelijk de zin en het doel van het bestaan is beleden. Want God is niet interesseloos aanwezig in de dingen. Hij richt het alles op Zijn heerlijk einde. In de onderhouding der wereld gaat God onweerstandelijk door naar dat doel. Zijn Naam moet verheerlijkt worden op heel de aarde. Daartoe moet alles meewerken. Ook dat allerverschrikkelijkste 'waarom', dat klonk van het kruis van Golgotha: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? ' Daartoe ook de verbreiding van het Evangelie totaan de einden der aarde. Alle knie zal zich eenmaal voor Christus buigen, en alle tong zal Hem belijden. De aarde zal het bezit worden van de zachtmoedigen, die in Zijn Naam leerden geloven. Daar gaat het heen. Dat is de stuwkracht van de geschiedenis, ook als dat een geschiedenis is van brandstapels en concentratiekampen. Met geen ander doel houdt God de wereld in stand. En met het oog daarop is er dan ook de verdraagzaamheid en de lankmoedigheid Gods, waardoor zelfs de goddeloze mensen het hcht in de ogen hebben. God heeft de wereld lief, zo 'lief, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwig leven hebbo'. (Joh. 3 : 16). 'Hij doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen'. (Matth. 5 : 45). En in Zijn gang naar Zijn heerlijk heilsrijk draagt en verdraagt God alles, wat leeft in Zijn algemene goedheid, goeddoende van de hemel, ons regen en vruchtbare tijden gevende, vervullende onze harten met spijzen en vrolijkheid' (Hand. 14 : 17b). Zo draagt de onderhouding der wereld zelfs het karakter van een aanbieding des heils. Onder de verdraagzaamheid en lankmoedigheid Gods worden zelfs de meest goddeloze mensen tot bekering geroepen. Onderhouding is genade, ook al is het voor velen slechts een 'algemene' genade, waardoor het leven leefbaar wordt, de rem gezet is op een al te hartstochtelijk uitleven van de zonde en ook al brengt deze genade velen niet op de knieën. Door hun onbekeerlijkheid vergaderen zij zich toom van God en worden vet voor de dag der slachting. De onderhouding der wereld van Godswege is een heden der genade. En God heeft dat onderhoud van de schepping voor Zijn Goddelijke rekening genomen, omdat Hem het werk Zijner handen zo lief is en omdat Hij in opzoekende zondaarsliefde al Zijn uitverkorenen thuis wil krijgen. Over hen gaat Zijn zeer bijzondere zorg. En daar weten zij ook van. Daarvan leggen ze belijdenis af met de klassieke woorden van artikel 13: Deze lering geeft ons een onuitsprekelijke troost, als wij door haar geleerd worden, dat ons niets bij geval overkomen kan, maar door de beschikking onzes goedertieren hemelsen Vaders, Die voor ons waakt met een Vaderlijke zorg, houdende alle schepselen onder Zijn heerschappij, alzo dat niet één haar van ons hoofd (want die zijn alle geteld), ook niet één musje op de aarde vallen kan zonder de wil onzes Vaders'.

Dat is geen personalistische verenging van het heil. Dat is Bijbelse troost. De enige troost van het zich het eigendom weten van Jezus Christus naar lichaam en ziel, in leven en sterven. God onderhoudt de wereld. En Hij doet dat ook met het oog op mij. Ja, alleen zo zijn we werkelijk in het hart van het voorzienig­ heidsgeloof.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Is met het woord schepping alles gezegd?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's