Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gelukkige beslissing na een omstreden synode-besluit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gelukkige beslissing na een omstreden synode-besluit

Debat over 2%-ontwikkelingssamenwerking

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In april 1971 ging in onze kerk de zogenaamde 2% actie van start. Na intensieve synodale discussies v^'erd besloten de gemeenten te vragen (op basis van vrijwilligheid!) op de gemeentebegroting twee procent van het totale financiële budget te reserveren voor ontwikkelingssamenwerking. De gelden zouden dan gaan naar het door de Wereldraad van Kerken daarvoor beheerde fonds, gevestigd te Geneve. Van de binnengekomen gelden zou een deel bestemd worden voor 'mentaliteitsverandering' in eigen land. Het overige drie-vierde deel was bestemd voor projekten in de ontwikkelingslanden. Deze twee procentsactie zou een derde tak van kerkelijke arbeid overzee zijn, naast zending en werelddiakonaat.

Na zes jaar

Nu, na zes jaar lag de kwestie weer op de synodetafel, gepresenteerd in een rapport van de commissie ODZ (afkorting voor Raden voor de zaken van Overheid, Diakonaat en Zending). In de inleiding van het rapport wordt (uit een kerkblad) vermeld, dat de Gereformeerde Kerken wel 2% reserveren (het dubbele zelfs) maar niet in het kader van het genoemde fonds, maar in het kader van werelddiakonaat, een zaak die zes jaar geleden ook bepleit werd door tegenstanders ter Hervormde synode van het fonds, omdat men deze zaak niet als een aparte opdracht naast. zending en werelddiakonaat kon zien.

De animo in de kerk voor deze zaak is niet groot geweest. Het aantal deelnemende gemeenten is thans 313 (een vijfde deel van het totaal). In zes jaar tijd werd een bedrag bijeengebracht van ongeveer anderhalf miljoen gulden.

Naast bezwaren van materiële aard ('hoe knopen de kerkvoogdijen de touwtjes aan elkaar? ) leefden er in de kerk bezwaren van principiële aard: ontwikkelingssamenwerking is geen taak voor de kerk maar voor de overheid (al wilde dr Van den Heuvel deze stelling ontzenuwen door op te merken, dat de overheid van de laatste jaren juist gelden via de kerk(en) beschikbaar stelt voor dit doel. De bezwaren golden te méér als bedacht wordt, dat materiële hulp aan behoeftigen in de wereld (een opdracht overigens voor het Werelddiakonaat) niet het eerste doel is. Het rapport zegt: 'De 2% beoogt een veranderingsproces, in de plaatselijke gemeente, in de kerk als geheel, en daarmee ook in breder verband in de samenleving'.

Terzake had de Algemene Kerkvoogdij Raad in een brief aan de synode, waarin zij kritisch reageerde op voortzetting van de 2% actie gezegd: 'Het hoeft geen nader betoog, dat 'bekeringspogingen' via een oneigenlijke druk op de begrotingen door ons niet alleen weinig effectief doch bovendien - om pastorale redenen - uiterst ongewenst worden geacht'.

Synode discussie

In een gebruikelijk rapport van een commissie ter beoordeling van het rapport, dat ter synodetafel lag, werd door een minderheid, waarvan ds. J. Vroegindeweij (Emmeloord) deel uitmaakte, gesteld, dat alles wat de kerk doet herkenbaar moet zijn, als komend uit het Evangehe: 'verbondenheid van verkondiging en daadwerkelijk hulpbetoon. Ontwikkelingswerk is taak van de regering . . .'.

Bij het synodedebat bleek intussen verschil in visie op taak en roeping van de kerk. Ds. J. P. Pronk (Rijsoord) vond, dat een groot bedrag (45%) onderweg bleef hangen en vroeg naar het onderscheid met zending en werelddiakonaat. Dr. F. Th. Frederikse (Wassenaar) was geboeid door het rapport en kwam de kerkvoogdijen tegemoet door te pleiten voor verhaal van de twee procent op de salarissen van de predikanten.

Ds. W. Ph. E. van Kooten (Schoorl) zag óók het onderscheid met zending en werelddiakonaat niet, hoewel (omdat) hij juist zending en werelddiakonaat als ontwikkelingswerk wilde zien.

Ds. L. de Liefde (moderamen-lid) bepleitte de twee procentactie door te stellen, dat de Reformatie toch ook intensief bezig geweest is met de 'ontwikkelingen' in het volksbestel. Drs. H. Bootsma (Raad voor de Zending) kritiseerde scherp de opmerking uit het rapport van 'de commissie van rapport', dat ontwikkelingssamenwerking een zaak van de regering is. 'De kerken uit de Derde Wereld - namens wie hij zei te spreken - begrijpen niets van het rapport van de commissie van rapport', wél van het rapport inzake de twee procent als zodanig.

Dr. H. A. van den Heuvel vond, dat de hoge apparaatskosten educatieve (opvoedkundige) kosten zijn (terwille van de mentaliteitsverandering, v. d. G.); eerst was immers bepleit:100% voor mentaliteitsverandering?

Ds. J. Vroegindeweij pleitte toch (nog eens) voor verbinding met werelddiakonaat. Werelddiakonaat spreekt (de gemeente) meer aan dan de twee procent actie. Dat is gebleken. Toen het op stemmen aankwam waren 36 synodeleden vóór voortzetting van de twee procent actie, zestien leden waren tegen.

Heet hangijzer

Daarna kwam er nog een heet hangijzer. Namelijk de vraag of van de gelden van de Generale Kas ook 2% zou worden bestemd voor ontwikkelingssamenwerking. De vraag was daarbij of men een vrijwillige bijdrage kan en mag inbouwen in een verplichte (als de Generale Kas is). Het antwoord van de Algemene Kerkvoogdij Raad was neen, zo ook dat van de voorzitter van de Generale Financiële Raad (in feite), zo ook b.v. van ds. H. Binnekamp, die waarschuwde voor de consequenties in de gemeenten.

Na een korte discussie koos de synode toen de meest wijze weg: geen twee procent van de Generale Kas (26 tegen 22 stemmen), dit ondanks de waarschuwing van dr. K. Blei (Haarlem) dat afstemming hiervan een anti-effect op de actie zou betekenen.

Conclusie

Wij menen, dat de synode op dit punt een verstandige besUssing heeft genomen (zij het via een Pyrrhus overwinning). Een vrijwillige bijdrage mag niet alleen niet worden ingebouwd in een verpHchte, maar óók is het zo, dat de gelden voor de Generale Kas bestemd dienen te zijn voor binnenkerkelijke doelen. Bij aanneming van het voorstel (door dr. Van den Heuvel b.v. bepleit) om ook van de Generale Kas 2% te heffen voor ontwikkelingssamenwerking, zou dit argument zo niet vervallen zijn, dan toch aan kracht hebben ingeboet. Het merendeel van de synode heeft kennelijk laten wegen, dat men een vrijwillige bijdrage niet langs een achterdeurtje kan verplichten door deze in een verplichte bijdrage in te bouwen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Een gelukkige beslissing na een omstreden synode-besluit

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's