Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kennis van Gods voorzienigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kennis van Gods voorzienigheid

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een zee van vragen spoelt over ons heen, als wij ons verdiepen in de voorzienigheid van God. Het woord voorzienigheid kennen we. We verstaan er onder, dat God alle dingen naar Zijn raad leidt en bestuurt, Zijn vaak verborgen wil. Nu, het is maar al te moeilijk om zicht te krijgen op dat, wat de Heere met ons leven wil. Als wij letten op de gang der dingen in het grote geheel van de wereld, dan is ons dat soms zelfs compleet een raadsel. Het lijkt, alsof het alles op zijn kop staat, net als dia's, die verkeerd in de projector staan. Het hoe van Gods voorzienigheid is ons vaak o zo duister.

Een aangevochten belijdenis

Dat is wel het allermeest het geval bij velen die van God weinig meer weten dan dat Hij bestaat.

Van huisuit zijn zij wellicht gewend geweest om overal, zelfs in de kleinste dingen van hun leven Gods wil te ontdekken. Maar door een opeenstapeling van verdrietigheden in hun leven zijn ze zo teleurgesteld in die leiding van God, dat zij aan alles gingen twijfelen, zelfs ook aan God zelf. Er klopt immers niets van, als de Bijbel zegt: 'God is liefde!'? Kijk het maar na in het wereldgebeuren. Onnozele kinderen, die sterven door oorlogsgeweld. Duizenden, die een plotselinge dood vinden door een aardbeving. De wereld is vol van een nameloos lijden. En waar blijft dan God, die naar het oordeel van de Kerk zo goed is? De boodschap van de Bijbel lijkt hun ongeloofwaardig. Gods voorzienigheid is het grote struikelblok. Er blijft hun weinig anders over dan maar te hopen op een handvol geluk temidden van het raadselachtige bestaan. Of geworpen in dat bestaan als zij zich gevoelen (ze hebben er zelf niet om gevraagd) gedragen zij zich als een held en zullen er zich zo goed mogelijk doorheen slaan. Desnoods zetten zij met alle geweld de dingen op aarde recht. En zo bonzen ze hartstochtelijk op de gesloten deuren van het paradijs.

De belijdenis van Gods voorzienigheid lijkt, een erg ondoorzichtig iets. Niet alleen bij mensen, die uitgaan van een eenzijdig onbijbels godsbeeld en met die voorzienigheid van God overhoop komen te liggen, omdat nu eenmaal lang niet overal en altijd blijkt, dat God liefde is. Niet alleen bij hen, maar ook vaak bij de kinderen van God zijn er de grote vragen, de bange twijfels. Wie denkt niet aan de levensbiecht van het teleurgesteld kind van God, Prediker met zijn IJdelheid der Udelheden? Wie denkt niet aan de aanvechtingen van Job? Wie kent niet op zijn tijd de worsteling van Asaf, die het maar niet klein kon krijgen, dat God de rollen omkeerde: e goddelozen vrede, de vromen enkel tegenspoed. Nochtans heb ik gedacht om dit te mogen verstaan, maar het was moeite in mijn ogen' (Ps. 73 : 16). De belijdenis van Gods voorzienigheid is een aangevochten belijdenis. Het probleem van de zg. theodice, de rechtvaardiging van Gods wereldbestuur is zo oud als de wereld. Wat moeten wij aan met deze ondoorzichtige en aangevochten belijdenis omtrent Gods voorzienigheid? Kunnen we er maar niet beter het zwijgen toe doen? God is groot en wij begrijpen Hem niet. Is zwijgen hier niet welsprekender dan iedere schoonklinkende rede, die de knopen van het raadselachtige Godsbestuur zoekt te ontbinden? Nee toch niet. Want in ons zwijgen ligt God maar al te vaak onder zware verdenkingen. En dat is voor het geloof onverdraaglijk.

Twee bronnen?

Het eerste, dat we zullen moeten opmerken, als het over voorzienigheid gaat, is, dat we er alleen recht over kunnen spreken in Bijbels licht. We moeten afrekenen met de idee van een voorzienigheid als een articuius mixtus. Dat "wil zoveel zeggen als dat we naast de Bijbel ook de geschiedenis als tweede kenbron van de voorzienigheid willen hanteren. We lezen dan aan de gang der dingen af, wat God met ons wil. We hinken op twee gedachten. De Bijbel zegt ons een paar algemene dingen over het Godsbestuur, waar we overigens dan vaak maar weinig mee uit de voeten kunnen. Voor de rest concluderen we uit het wereldgebeuren en uit de gebeurtenissen van alledag, wat God van ons vraagt. Maar dat is natuurlijk hoogst gevaarlijk. Want practisch komt het er dan vaak op neer, dat de Bijbel maar een klein beetje meedoet, als model of iets dergelijks.

Hitler

Ik geef een tweetal voorbeelden van zo'n voorzienigheidsgeloof, waarin niet het Bijbelse Godsgeloof besUssend uitgangspunt is. Het eerste is dat van Adolph Hitler en zijn kameraden, die met een beroep op Gods voorzienigheid het Germaanse ras vergoddelijken: 'Deutschland, Deutschland über alles.', 'Wij zijn de heersers der aarde'. Zes millioen Joden sterven in gaskamers en concentratiekampen. God wil het. Die God tenminste, die Hitler zich heeft uitgedacht, een voorzienigheid, die als een goddelijke idee opklimt *in een waanzinnig mensenverstand. Weg met de God van het Oude Testament. Weg met dat boek der Joden ook. De idee God wordt geannexeerd voor een ideologie. God is gelijk aan het stuk geschiedenis, dat wij mensen denken te maken.

Het zal duidelijk zijn, dat wie zo over de voorzienigheid wil spreken, zich vergrijpt aan de hoge God Zelf. En de geschiedenis van het Duitse rijk zij ons dan ook een teken aan de wand. Zo mag het niet en nooit. Dat komt er dan van, als men niet uitsluitend wenst uit te gaan van wat heel de Bijbel ons zegt over de voorzienige God. En dat is dan ook onze waarschuwing aan het adres van neomarxistische theologen, die in onze dagen bezig zijn aan sociale structuren in de wereldgeschiedenis af te lezen, wat God met ons wil en wat het heil Gods op aarde is.

Stoicijnse berusting

Een tweede voorbeeld van waar men terecht kan komen, als we niet vanuit het bijbelse Godsgeloof over de voorzienigheid willen spreken, is een soort heidens voorzienigheidsgeloof, dat druk gevonden wordt onder ons, ook bij mensen, die sinds jaar en dag van Zondag tot Zondag onder de prediking zitten. Hoevaak hoort men immers ook onder kerkelijke mensen niet spreken van het Opperwezen, dat alle dingen regeert. Er is dan vaak sprake van een diep religieuze instelling. Er is een besef, een gevoel van grote afhankelijkheid van God. Hij heeft het voor het zeggen. En als de dingen eens radicaal vastlopen in het leven, dan heet het 'Je moet 't maar nemen, zoals het valt.' 'Het wordt je immers niet van mensen aangedaan.' " t Helpt toch niet, al verzet je je ertegen.' 'Berust ér maar in.’

Deze berusting lijkt christelijk. Maar ze is puur heidens. Aan een meisje, dat een ernstig ongeluk had gehad werd eens gevraagd, hoe ze het alles verwerkt had.' Ach, ' zei ze, 'het zal me niet baten, als ik er tegen op sta.' 'En als 't dan wel eens hielp, wannqer je eens goed met je vuist op tafel zou slaan', vroeg men. 'Nu', zei ze, 'dan weet ik nog net zo niet', wat ik zou doen.' Berusting is bepaald niet altijd christelijke overgave aan Gods leiding. Het is soms gecamoufleerde opstand. Het is meestal wat anders dan wat God ons in Zijn Woord voorhoudt, als Hij de grote lijder Job laat zeggen: Zo Hij mij doodde, zou ik niet hopen? ’ (Job 13 : 15).

Leerjongeren van Christus zijn

Wij komen nog een keer tot de conclusie, dat we geen zicht krijgen op de voorzienigheid Gods buiten het Bijbelse Godsgeloof om. Dan alleen maar een karikatuur van de voorzienigheid. Artikel 13 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt: 'Wij geloven, dat die goede God, nadat Hij alle dingen geschapen had, deze niet heeft laten varen, maar ze naar Zijn heilige wil alzo stiert en regeert, dat in deze wereld niets geschiedt zonder Zijn ordinantie'. 'En aangaande hetgeen Hij doet boven het begrip des menselijken verstands, dat zelve willen wij niet curieuselijk (nieuwsgierig) onderzoeken, meer dan ons begrip verdragen kan; maar wij aanbidden met alle ootmoedigheid en eerbied de rechtvaardige oordelen Gods, die ons verborgen zijn; ons tevreden houdende, dat wij leerjongeren van Christus zijn, om alleen te leren hetgeen Hij ons aanwijst in Zijn Woord, zonder deze palen te overtreden’.

Op de berg des Heeren zal het voorzien worden.

Dat is Schriftuurlijke taal. Wij moeten de palen van Gods Woord niet oyertreden. Wij moeten leerjongeren van Christus zijn. Nu, Gods Woord en Christus geven ons genoeg mee om geloofszicht te krijgen op de voorzienige God. Beperken we ons voor dit keer slechts tot twee dingen. Allereerst de geschiedenis van Abral\ams offer op Moria. Over leiding Gods in het leven van een mensenkind gesproken. Abraham moet er alles aan wagen: Izak, zijn lieveling, het kind der belofte, waaraan zijn toekomst en ook die van de wereld hangt; want uit Izak zal de Messias geboren worden. Heeft God ooit met één van zijn kinderen zo aangrijpend wonderlijk gehandeld als met Abraham? Hij de Souvereine, voor wie Abraham stof en as is, vraagt van hem dat hij Hem billijkt, zelfs als Hij Izak moet doden. Dat element kan in een voorzienigheidsgeloof niet gemist worden. Maar dan opeens dat verrassende, dat ondoorgrondelijke en aanbiddelijke genade wonder, dwars door de oordelen heen. Terwijl Abraham klaar staat met het mes om zijn zoon te doden, de

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1977

De Waarheidsvriend | 18 Pagina's

De kennis van Gods voorzienigheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1977

De Waarheidsvriend | 18 Pagina's