Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Naar het land van de Nijl

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naar het land van de Nijl

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(7)

Na enkele weken onderbreking vervolgen we onze impressies over het land van de Nijl.

Via de Ramses-allee, waar het lOm hoge beeld van Ramses II, uit rose graniet van Assuan gehouwen, op het grote plein van het centraal station aan het grootse verleden van Egypte herinnert, verlaten wij per touring-car Kairo in de richting van Ismailija aan het Timsameer. Vandaar gaat de tocht naar Suez, dat een 90 km zuidelijker ligt. En 's middags wordt de terugrit gemaakt door de Arabische woestijn, een afstand van een kleine 140 km. Het is niet een brede, maar wel een goede, geasfalteerde weg, die zo ongeveer de route is, die de oude karavanen eeuwen geleden en eeuwen lang volgden.

De directe weg.

De weg naar Ismailija, welke stad aan het Suezkanaal zijn ontstaan te danken heeft, loopt geheel oost-west. Ook hier worden wij aan het Oude Testament herinnerd. Twintig kilometer vóór Ismailija komen we in Pithom. Geen wonder, dat archeologen hier gezocht hebben naar sporen van het werk der Israëlieten, want in Exodus 1:11 staat: ij moesten voor Farao schatsteden bouwen, Raamses en Pithom. Men is het er in het algemeen over eens, dat Teil el Maschuta de ruïnes bevat van het oude Pithom. Een stad, die in de oudheid door een of andere catastrophe werd verwoest herbouwde men dikwijls op precies dezelfde plaats: e nieuwe stad had tot fundament het puin van de oude. In de loop der eeuwen konden op deze wijze zes of zeven lagen ontstaan, alle uit verschillende perioden. Maar soms ook liet men de ruïnes voor wat zij waren en bouwde men een nieuwe stad op een andere plaats. Ik denk aan Jericho: et huidige Ericha ligt op een afstand van een paar km van het oude Jericho (Tell es-sultan) en daarnaast is nog rekening te houden met het Jericho uit de dagen van het Nieuwe Testament. Pithom was een voorraadstad, een depot evenals de stad Raamses, dat veel noordelijker lag. Er was veel grensverkeer van dit gebied naar Palestina en Syrië en de oostelijke grens kende een goed opgezet beveiligings-en bewakingssysteem. Er was een directe weg, goed versterkt en met pleisterplaatsen voor watervoorziening en verdere ravitaillering voor legers en reizigers. Het was die weg, die diende voor de veldtochten van Thutmoses (1480 v. Chr.), waarvan een uitvoerig'verslag geschreven is op muren van de tempel in Karnak: ijne majesteit passeerde de vesting Tl (het huidige El-Kantara aan het Suezkanaal) om de aanvallers van de grensen van Egypte te verdrijven door dapperheid. Vele jaren lang lag het land open voor rovers'. Beroemd is geworden het verhaal van de overtocht van het Karmelgebergte om het dal van Megiddo te bereiken en niet minder het verslag van de slag bij Megiddo. Thutmoses trok uit 'op zijn gouden strijdwagen'. Het verslag is merkwaardig eerlijk als openhartig wordt toegegeven, dat het volk de vijand de kans gaf om zich terug te trekken in de stad terwijl het leger bezig was have en goed te plunderen. Maar Megiddo wordt ingenomen en jarenlang blijven de opstandige vorsten van Syrië en Palestina vazallen van de machtige souverein. De lijst van de buit vermeldt: evangenen 843, handen (van gedode vijanden) 83, paarden 2041... Diezelfde weg ging ook Ramses II.

De vluchtweg.

Maar een vluchtweg was het in elk geval niet. In de zeer oude geschiedenis van Sinuhe, die na de dood van Amenemhet I naar Syrië vluchtte, omdat hij vreesde, dat de wisseling van de troon hem wel eens het leven kon kosten, lezen wij hoe hij in zijn eentje ondanks de zwaar bewaakte 'muur van de heerser' ontkwam. 'Ik dook weg in het struikgewas uit vrees, dat een van de wachters op de spits van de toren, die juist dienst had, mij zou zien. Als het donker geworden was ging ik verder'. Uitgeput bereikte hij een eiland van de Bittere meren. 'Ik bezweek van dorst, mijn keel was droog; ik zat onder het stof. Ik dacht: at is de reuk van de dood. Maar ik greep moed, toen ik het geblaat van kudden hoorde en toen ik Bedoeïenen zag'. Dat was in 1962 v. Chr. Zou het met Mozes toen hij uit Egypte vluchtte anders zijn gegaan? Dé weg van Egypte naar Syrië was die via het huidige El Kantara, halverwege de weg van Ismailija en Port Said, waarlangs een spoorlijn loopt van Egypte naar Syrië sinds de eerste wereldoorlog. Die weg was stellig de vluchtweg van Israël niet, want de Heere leidde Israël niet via de weg van het land der Filistijnen, maar via de weg der woestijn naar de Schelfzee. Ex. 13:17.

De naam Pithom geeft dus wel een houvast over het verblijf van Israël in Egypte en ook van hun dwangarbeid, maar deze plaatsaanduiding geeft geen uitsluitsel over de tijd van de uittocht en ook niet nadere inlichtingen, die ons leiden tot de identificatie van de plaatsen, die in Exodus over de uittocht genoemd worden. Wel komt ook in Pithom meer dan eens de naam Ramses n voor, die in het algemeen als de Farao van de verdrukking beschouwd wordt; alleen dat zou ik gaarne willen aanvaarden, als het te passen was in de bijbelse chronologie. Ramses regeerde nl. van 1301-1234 V. Chr. en dan komen wij wel in de knel met de tijd van de Richteren, als wij bedenken, dat de scheuring van het Rijk in 932 moet worden gesteld.

Het Suezkanaal.

De stad Suez, die niet ouder is dan de 15de eeuw kwam eerst goed tot ontwikkeling door het Suezkanaal. De openstelling van deze verbinding tussen Middelandse Zee en Rode Zee was van zeer grote betekenis voor de scheepvaart van het westen naar het oosten; voor Egypte betekende het Kanaal een inkomst van vele millioenen per jaar, zoals het wegvallen van deze kanaalgelden in 1967 na de zesdaagse veldtocht een zware catastrophe was. Ferdinand de Lesseps, het meesterlijke brein en de machtige motor achter de plannen voor een kanaalverbinding van Middellandse Zee en Rode Zee stuitte op enorme moeilijkheden bij de uitwerking van wat hem voor de geest stond: politieke moeilijkheden, Engeland bijvoorbeeld was er tegen, later bij de eigenlijke uitvoering gaf de drinkwatervoorziening van de duizenden arbeiders moeilijkheden; daarbij een cholera-epidemie die een ware slachting onder de werklieden aanrichtte. En daarbij kwam het probleem van het geld; het was toen als nu: de kost gaat voor de baat. Maar het plan ging door en aan het begin van het kanaal werd een gedenkteken opgericht ter ere van De Lesseps, die ondanks alles slaagde, een standbeeld, dat in 1956 werd vernield. Er kwam een andere tijd. Maar reeds eeuwen tevoren had men zich beziggehouden met een soortgelijke verbinding. In dit verband worden Thutmoses genoemd en Ramses. Necho, ongeveer 600 v. Chr. heeft zijn werk niet durven doorzetten. Was het omdat hij zoveel arbeiders verloor? Herodotus noemt 120.000 man. Of heeft een orakel hem gewaarschuwd, dat verklaarde,

dat langs de weg, die hij gereed maakte hij een pad baande voor de vijanden? Later verovert Darius Egypte en deze brengt de zaak van een verbinding van Nijl en Rode Zee tot een goed einde; dat was in 518, wat het Oude Testament betreft de tijd van Haggai en Zacharia. In een inscriptie wordt hij verheerlijkt - of beroemt hij zichzelf-dat hij bevolen heeft dit kanaal te graven van de Nijl naar de zee, die naar Perzië voert. En het gelukte. Meer dan twintig triremen boten met drie rijen roeibanken) bereikten veilig langs de nieuw aangelegde waterweg Perzië.

Suez en de oorlog.

In de tijd van de tweede wereldoorlog werden de havens van Suez sterk uitgebreid in verband met de kolossale verscheping van manschappen en oorlogsmateriaal voor de veldtocht in N. Afrika. Suez en eigenlijk heel de omgeving en heel de zone van het Kanaal hebben erg geleden door de oorlogen met Israël. Al zijn er geen puinhopen (meer) te zien als bij ons in de jaren '40 en '45, er is heel wat •vernield, dat nog bij lange na niet hersteld is.

Ik denk aan een hoofdstraat in Suez, waar wij in een arabisch tentje een warme lunch gebruikten. Hierbenje in het oosten. Dat gevoel moeten de velen, gehad hebben, die vanuit Nederland in Port Said aankwamen op weg naar het toenmalige Nederlands Oost Indië. In de tijd, toen men - in het algemeen - wist: ik ga voor zes jaar. Port Said betekende: hier begint het nieuwe, een andere wereld, een ander leven. Op het haventerrein staat een monument en daar vlakbij een stukgeschoten Israëlische tank als overwinningsteken. Onze Duitse gids kroop er boven op, stralend: Hier hebben wij hen het kanaal overgejaagd. Ik had de eer dit moment voor hem vast te leggen op de plaat. Och ja, aan de andere kant van de lijn, in Israël doet men evenzo: ik zag vernietigde tanks - van Russische makelij - staan op de hoogten van de Golan, vlakbij het totaal vernietigde Kuneitra en ik heb - ik weet niet meer precies, waar het was - ik meen in de buurt van Bhadera, een park vol met buitgemaakt oorlogsmateriaal in Israël gezien. En bij beide dacht ik: alles met bloed betaald, dat betekent duur betaald, erg duur. En je vraagt je af of er werkelijk overwinnaars zijn in een moderne oorlog. Maar inderdaad, hier ligt de brug waarover de Israëlische legers werden teruggedreven, de Sinaitische woestijn in. Het leven gaat verder; de opruimingswerkzaamheden aan en in het kanaal zijn nog niet aan het einde; vlak bij tegen de andere oever ligt een gekapseisde boot. Wij zijn al heel wat borden gepasseerd met de waarschuwing, dat men op militair terrein is, dat het verboden is te fotograferen, maar wij hebben het gevoel, dat men het daarmee niet zo nauw meer neemt. Het is nog de frontlijn, maar niet echt meer. Het is een tijd van wapenstilstand, maar de zwaarden worden nog niet omgesmeed tot spaden. De wapenfabricage is in volle gang. De industrialisatie van Egypte komt op gang; bij Suez blijkt dat o.a. uit een kunstmestfabriek in de buurt en een grote moderne olieraffinaderij.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juni 1977

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's

Naar het land van de Nijl

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juni 1977

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's