Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nicolaas Schotsman

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nicolaas Schotsman

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

6

In mei 1819 was het 200 jaar geleden, dat te Dordrecht de aldaar gehouden Synode, waarop de zaak van de remonstranten tot een eindbeslissing was gebracht, plechtig gesloten werd. Deze nationale Synode van Dordrecht is, zoals algemeen bekend is, van de grootste betekenis geweest voor de geschiedenis van de vaderlandse Kerk.

Wij hebben aan deze Synode deDordtse Leerregels te danken, welke als een derde belijdenisgeschrift zijn toegevoegd aan de Heidelbergse Catechismus en de Nederlandse Geloofsbelijdenis.

Dat de Dordtse Synode en de besluiten die op haar genomen zijn bij de remonstranten steeds in een kwade geur hebben gestaan is te begrijpen. Dat ook de roomsen deze Synode alles behalve goed gezind zijn geweest zal ook niemand verwonderen. Moeilijker te verteren is echter het feit dat er na verloop van enkele eeuwen ook in de boezem van de Hervormde Kerk zelf een vervreemding* van Dordt 1618-1619 heeft plaatsgevonden.

Zulks was het geval in/ het begin van de 19e eeuw. de tijd dus waarin Schotsman zijn laatste ambtsperiode te Leiden vol maakte.

Een erezuil

Men wist in die tijd in de vaderlandse kerk niet goed raad meer met de belijdenis van 's mensen onmacht tot het goede, de belijdenis van het particuliere van de genade, met de belijdenis van een genadige verkiezing Gods van eeuwigheid, met als keerzijde een eeuwige verwerping.

'Dordts' was een scheldwoord geworden. Men wilde in geen geval nog Dórdts zijn. Een nieuwe tijd was aangebroken; men meende over meer licht te beschikken dan de Dordtse vaderen. Men kon de Dordtse Leerregels niet zomaar aan de kant zetten, maar men wilde ze wel graag vergeten.

Een herdenking van de Dordtse Synode, in verband met haar sluiting in mei 1619, daar dacht men niet aan! Daar had men niet de minste behoefte aan. Er is van officiële zijde, van de Synode der Hervormde Kerk of enige andere instantie, dan ook niets aan gedaan. En men heeft het Schotsman wat kwalijk genomen, dat hij wél deze Synode heeft herdacht; hij heeft dat namelijk wél gedaan. Ook hierin heeft-hij zich een moedig man betoond. Een die durfde optornen tegen de heersende geest van de tijd.

Op de zondagen 9 en 16 mei hield hij twee preken, die hijzelf 'kerkredenen' heeft genoemd, waarin hij Dordt herdacht.

De eerste preek ging over Hand. 20 : 30-3la en de tweede over Openb. 16 : 15. Bij het houden van deze twee preken heeft Schotsman het niet gelaten, hij heeft ze ook uitgegeven. Bij J. van Thoir te Leiden verschenen zij in druk. En zoveel opzien baarden zij, en zoveel aftrek vonden zij dat nog in datzelfde jaar een tweede druk moest verschijnen. Voorin in deze uitgave schreef Bilderdijk enige 'Voorlopige Aanmerkingen', waarin hij zich geheel achter Schotsman stelde. De volledige titel van Schotsmans geschrift luidt Eere-zuil, ter gedachtenis van de voor twee honderd jaren te Dordrecht gehouden Nationale Synode.

Het woord 'ere-zuil' is goed getroffen. De betekenis ervan is door Schotsman zelf toegelicht. In de Voorrede op zijn boekje schrijft hij: Op pleinen richt men erezuilen op, voor helden en staatslieden. De christelijke kerk richt voor haar trouwe dienaren geen standbeelden op van metaal, marmer, cederhout of iets dergelijks, maar tracht hun aandenken aan de vergetelheid te ontrukken door hun roemrijke verrichtingen te beschrijven. Iets van dien aard vindt men nu ook hier in dit werkje. Ik richt hier een dusdanige erezuil op voor de Dordt.se Vaderen.

Ik vraag, zo zegt Schotsman, die inmiddels al critiek had te verwerken gehad, geen verschoning voor de uitgave van dit werkje. Ik heb er echt geen misdaad mee begaan.

Onveranderlijke waarheid

Zijn eerste preek is Schotsman als volgt begonnen: Men denkt heden: De tijden zijn veranderd, en wij met hen. Met andere woorden: wat boodschap hebben wij nog aan Dordt. Maar Schotsman heeft daarop een antwoord. Al veranderen de tijden, daarom verandert nog niet de waarheid. Zou nu niet meer waarheid zijn wat het 200 jaar geleden was?

Zeker, denkt misschien deze of gene, maar men oordeelt nu veel gematigder en men drukt zich thans heel anders uit. En verder brengt men tegen de Dordtse Synode in dat zij meer uit staatkunde, dat wil zeggen om politieke redenen samengeroepen is. dan uit begeerte om de waarheid te behouden. En ook dat de

verschillen te Dordt niet wezenlijk zouden zijn geweest, dat men zich verloren heeft in een woordenstrijd. En dat de Dordtse vaderen zich meer door partijzucht dan door liefde tot de waarheid hebben laten leiden. En dat men met. recht kan twijfelen aan hun bekwaamheid en aan hun gezag. En dat het in onze dagen, nu rnen de broederliefde en de eenheid van alle Protestanten behartigt, niet meer te pas komt om nog eens die oude twisten op te halen en de Dordtse Synode te herdenken.

Schotsman stelt hier tegenover: Men heeft tegenwoordig het hoofd vol van 'schikking' en 'verbroedering' - wij zouden thans zeggen: van de oecumene! - maar zou ons dat het recht geven, geliefde geloofsgenoten, om onze leerstukken prijs te geven, en onze belijdenis te schikken naar de gevoelens die onze vaderen hebben veroordeeld?

Dwaalgeesten

Paulus heeft bij zijn afscheid van de opzieners van de gemeente te Efeze (zie de tekst) gezegd, dat er zware wolven zullen komen, om de eenvoudigen te verleiden en de gemeente te verscheuren.

Ook nu zijn er dwaalgeesten; zij zijn opgekomen uit de Gemeente zelf. En als zij zich nu maar wilden afscheiden, maar neen dat willen zij niet, zij blijven. Tot verderf en ondergang van de waarheid van het christendom. Dit alles is nog wel zo erg als vervolging.

De opzieners der gemeente zullen een waakzaam oog moeten houden op de gelovigen, opdat zij niet verleide worden. Daartoe heeft Paulus immers ook de ouderlingen van Efeze vermaand.

Het is voor opzieners een dure plicht tegen verleidingen op hun hoede te zijn. Daartoe zullen zij er in de eerste plaats voor moeten zorgdragen, dat de leer des geloofs duidelijk en zuiver voorgedragen wordt, opdat de gemeente haar belijdenis zal kennen, zal verstaan, daarbij zal blijven en elke afwijking ervan zal onderkennen; dus weerbaar zal zijn. In de tweede plaats is het de plicht van opzieners , er zorg voor te dragen dat de gemeente niet verstrikt en omgevoerd wordt door verkeerde grondstellingen. Al wat nieuw is moeten zij toetsen aan de regel van het Woord óods. Degenen die hardnekkig dwalen moeten zij buiten de gemeenschap der kerk zetten. Wat moet er van een christelijke kerk terechtkomen als het elk lid vrijstaat te belijden wat hij wil, en als elke leraar mag preken wat hij wil!

Ziehier de reden, zegt Schotsman, waarom indertijd de Dordtse Synode bijeengeroepen is. Om de dwaling te weren. Om te waken voor het behoud van de zuivere leer. En dus niet om politieke redenen. Al voor er nog sprake was van verschillen op politiek terrein waren er mannen die verkeerde dingen spraken. Schotsman noemt in dit verband o.a. de namen van Coolhaas, Coornhert en Uitenbogaart. Deze mensen hebben ergernis gezaaid. Arminius, Episcopius en Bertius kwamen daarna en maakten het nog erger. Vergeefs riepen toen de kerken om een synode. Waren het belangrijke verschillen die aan de orde waren? En of! Het was waarlijk niet alleen maar een strijd om woorden.

Waar lag de bron der dwalingen? Antwoord: In de trotse vooringenomenheid met de zedelijke vermogens van de gevallen en bedorven mens, die stout de eer van de zaligheid God ontrooft en zichzelf aanmatigt. Men verwachtte, nl. van remonstrantse zijde, teveel van de natuurlijke mens. En men drong toen al maar aan op een revisie van de catechismus en van de Belijdenis. Men keerde het Evangelie ondersteboven, beroofde de christenen van alle vaste troost. Of de Dordtse vaderen dan wel bekwaam waren en gezag hadden? Zij waren uitnemende theologen. En waren ook wettige gedelegeerden.

Heeft men zich door partijzucht laten leiden? Dat is gewoon laster. Men nam Gods Woord als richtsnoer.

Kortom, op de Dordtse Synode is de waarheid bevestigd en de dwaling verworpen. De leer der vrijmachtige genade heeft bij dit alles veel gewonnen.

Bedoeling

Ik vier de nagedachtenis van de Dordtse Synode, zegt Schotsman, met een plechtige kerkrede niet om de oude wonden weer open te rijten, ook niet om de zozeer begeerde eenheid (die ik meer wenselijk dan mogelijk acht) tegen te werken, of om een nieuwe scheuring te veroorzaken, maar om u en mijzelf op te wekken tot een betamelijke dankbaarheid aan God voor al de weldaden die uit deze Synode ons toegevloeid zijn.

De heilzame vruchten van deze Synode heeft de God onzer vaderen, ondanks alle omwentelingen en beroeringen in kerk en staat, voor ons bewaard. En zal het ons dan om het even zijn of wij ze behouden of verliezen? Of wij Gods genade de eer geven van ons behoud dan wel de afgod van de vrije wil? Of men onze kinderen de troostvolle leer der kerk inprent dan wel de leer van een algemene en verliesbare genade?

Ook vier ik met u de nagedachtenis van deze Synode om openlijk hulde te bewijzen aan de waakzaamheid, ijver en trouw van onze vaderen.

Wij denken ook met lof aan de hoge overheid. Wij eren de nagedachtenis van Maurits. Ook vier ik deze nagedachtenis om u, mijn geloofsgenoten, op te wekken het voorbeeld van onze vaderen na te volgen. Elke eeuw heeft haar dwalingen. Wij moeten niet denken dat in onze dagen geen mannen zijn opgestaan die verkeerde dingen spreken. Wilt gij ze leren kennen? Zij maken zichzelf openbaar. Deels door hun zogenaamde terloopse aanmerkingen op onze Catechismus en onze Belijdenis, en anderdeels door hun vleiend aanprijzen van de verdraagzaamheid - welke louter bedrog is!

Z sprak Schotsman. In zijn eerste preek, die van zondag 9 mei 1819. Hij schopte tegen heel wat zere benen aan.

Moedig en krachtig kwam hij op voor de Gereformeerde Belijdenis en Religie. Onder de toonaangevende mannen van die dagen was dat iets z, éTdzaams. Het was al verdraagzaamheid wat de klok sloeg. En verder, natuurlijk enige critiek op Catechismus en Belijdenis. Beide verouderd! En Dordt zou door de politiek bepaald zijn. Wat klinkt het ons twintigste-eeuws in de oren! En dan ook nog de heilige koe van die heerlijke eenheid die er al was met de remonstranten en anderen.

De belijdenisgeschriften zouden herzien, gereviseerd moeten worden. Ook al geen onbekende klanken. Men hoorde ze in de 17e eeuw, van de kant van de remonstranten; men hoorde ze in de eeuw van Schotsman; en men hoort ze heden nog.

Men ligt zelf met de belijdenisgeschriften overhoop, en dus moeten die aangepast worden. Niet meer op de hoogte van de tijd, zegt men dan.

Maar er is nog een volk, dat zijn Catechismus liefheeft en hem trouw blijft, zei Schotsman. Naar wij hopen is dat volk er ook nu nog.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Nicolaas Schotsman

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's