Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. W. C. van Dam, Stanger en Buchman; twee modellen van strijdbare zielszorg. 216 blz. Uitgave J. H. Kok, Kampen, ƒ 27, 50.

De schrijver geeft een praktisch-theologische studie over Stanger en zijn Rettungsarche in Möttlingen en Buchman en diens aanzet tot de Oxfordbe weging en Morele Herbewapening. We krijgen een heldere kijk op wat Stanger en Buchman bewoog. De studie is niet een historische of Bijbelstheologische, maar duidelijk gericht op de praktijk. Bij Stanger krijgt de dienst der genezing alle aandacht. Zijn leven en werken werd dikwijls bepaald door bijzondere Geestesleidingen, ingevingen en teksten. Het gevaar bestaat, dat zo het Woord van God door het ingegeven woord op de tweede plaats komt. Dat heeft dikwijls tot ontsporingen geleid. De schrijver ziet dit gevaar ook bij Buchman. Naar aanleiding van de stille tijd bij Buchman haalt hij met instemming de woorden van Ten Have aan: 'Wordt in het zoeken naar leiding niet de nadruk verlegd van het Woord Gods naar het innerlijke licht?

Worden zo niet eigen gedachten en gevoelens vereenzelvigd met de sprake des Geestes? '

De schrijver legt verbanden tussen Stanger en Buchman, maar ziet toch duidelijk verschillen. Bij Stanger gaat het meer (verticaal) om het behoud van de ziel en gericht op de enkeling, de zieke en gebondene. Bij Buchman gaat het meer (horizontaal) om de relatie tot de wereld.

Het is duidelijk, dat Stanger er bij de schrijver beter afkomt dan Buchman. Immers, in 1955 brak de schrijver met Morele Herbewapening. Reden: in de stichtingsakte van Morele Herbewapening in de Verenigde Staten werd opgenomen: 'ons doel is de vesdging van Gods Koninkrijk overal op aarde in het hart en de wil van mannen en vrouwen'. Schrijver ziet deze lijn al lopen bij Buchman. In een der slothoofdstukken gaat de schrijver een korte konfrontatie aan met Thumeysen e.a. Hij voert het pleidooi voor christocentrische zielszorg, waarbij we lezen: 'Zij die Jezus volgen worden door de Heilige Geest toegerust met genadegaven'. Zo zien we duidelijk de lijn lopen naar de charismatische beweging. De schrijver zegt: 'Charismatische zielszorg is die zorg.aan mensen, die uitgaat van het vertrouwen, dat de Heilige Geest bij elk gesprek aanwezig is met Zijn gaven, (charismata), die gegeven zijn aan de gemeente waarin men wortelt'.

Men hoeft het niet met de schrijver eens te zijn om het toch een goed boek te vinden. Ik las het met veel belangstelling. Voor wie betrokken is bij de zielszorg en daarbij geïnteresseerd is in de charismatische beweging, waarvan de auteur Stanger en Buchman mede als voorlopers beschouwt, is het een interessante studie.

H. Veldhuizen

Ds. M. P. van Dijk: Theologie tussen gisteren en morgen. Kok Kampen 1977, 158 blz.

Dit boek is samengesteld uit artikelen die al eens eerder verschenen in het Gereformeerd Weekblad en in Credo. Alleen de laatste drie hoofdstukken bevatten niet eerder gepubliceerde stof.

Allen cirkelen zij rondom de 'moderne theologie'. Wij lezen over de theologie van Tillich, van Ro­ binson, van Sölle, van Bultmann, van Moltmann en andere; ook over de apostolaatstheologie, de politieke theologie en de theologie der bevrijding. Vaak gaat ds. Van Dijk een eind met de nieuwe theologen mee, om dan daarna kritiek op ze te leveren.

Hij zegt allerlei dingen waar ik het onmogelijk mee eens kan zijn, b.v. dat de zonde niet alleen in de mensen maar ook in de structuren zit, en dat het God om de aarde gaat. Ik dacht dat de bijbel ons leert dat het God om Zichzelf gaat, en dat de zonde een persoonlijke zaak is.

Over Barth had ds. Van Dijk wat mij betreft echt wel wat minder positief mogen doen, en Kuitert behoeft hij waarlijk zo teerhartig niet te behandelen.-

Hier en daar lijkt Van Dijk mij eindjes aan elkaar te willen knopen van draden die ten aanzien van elkaar wezensvreemd zijn.

Een middenpositie helpt de kerk zo weinig. Het gaat in de nieuwe theologie, al mogen er brokstukken van waarheid in rondzwerven, om een verheffing van de mens die afbreuk doet aan de eer en majesteit Gods. Haar gevolgen zijn voor de kerk zonder meer rampzalig. Zij verwoest de kerk en doet vele zielen verloren gaan. Al deelt Van Dijk hier en daar rake klappen uit, naar mijn gevoelen komt hij niet tot het wezen van de zaak. Het mag niet gaan om een theologie waaraan men een dosis van dit en dosis van dat toevoegt; heel de christelijke religie is in het geding. Het boek is mij te weinig religieus bewogen.

Wat ik er wél verdienstelijk in vind, is de eenvoudige beschrijving van wat diverse nieuwe theologen doorgaans in een moeilijk toegankelijke taal in soms dikke boeken hebben weggelegd. Wie iets van hun opvattingen wil weten en ze gemakkelijk opgedist wil hébben, zou van dit boek een dankbaar gebruik kunnen maken.

K. Exalto

Dr. J. van Genderen: De continuiteit van geloof en kerk. Kok Kampen 1977, 33 blz. ƒ 7, 90

Deze brochure is No. 12 in de serie Apeldoornse Studies. Al is het maar een klein boekje het bevat veel; naar mijn oordeel: veel goeds.

De schijver, prof. Van Genderen, begint met een citaat uit een preek van Miskotte, gehouden in 1930, over Lukas 22 : 32 'maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude; en gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk uw broeders'. Men zou kunnen zeggen dat heel de inhoud van dit boekje geborduurd is op het stramien van deze tekstwoorden.

Is er nog toekomst voor geloof en kerk? Het antwoord is: Zeer zeker. Op grond van Gods belofte. Maar de continuiteit van geloof en kerk is geen vanzelfsprekendheid. Gods beloften heffen onze verantwoordelijkheid niet op.

Aan het begin van het boekje komen ook even de ideeën van de huidige kerksociologen ter sprake. Berkhof wil ze inbouwen in zijn ecclesiologie (leer van de kerk), maar Van.Genderen ziet er blijkbaar niet veel in. Hij wil spreken over geloof en kerk op grond van de heilsopenbaring van God in Jezus Christus (32). Wij gaan daarin gaarne met hem mee.

Enkele bladzijden zijn gewijd aan de kwestie of er van een hebbelijkheid (habitus) des geloofs mag worden gesproken. Van Genderen schijnt dat af te wijzen.

Wij vonden de bespreking van deze kwestie dermate belangrijk dat het ons wat verdroot dat de schrijver er zo spoedig van afstapt en dan overgaat tot een bespreking van Rome's visie op de continuiteit en het voortbestaan van geloof en kerk. Nog altijd liggen er ten aanzien van deze kwestie problemen, die binnen de Gereformeerde Gezindte urgent zijn, en waarbij ook direkt in het geding is de interpretatie van de 'ingestorte hoedanigheden' waar onze Dordtse Leerregels over spreken. Juist Van Genderen die zich zo sterk oriënteert op de Dordtse Leerregels, hadden wij graag er wat meer over horen zeggen. Mogelijk vindt hij daarvoon nog eens de gelegenheid. In elk geval, wij bevelen dit boekje graag aan.

K. Exalto

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1977

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1977

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's