Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theocratie of ideologie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theocratie of ideologie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bovenstaande titel, is tevens de titel van het laatste boek, dat door dr. W. Aalders is geschreven en is uitgegeven door J. N. Voorhoeve in Den Haag. Door omstandigheden kwam het boek wat laat in mijn handen, zodat ook deze bespreking wat verlaat is.

Intussen blijkt dit niet alleen een bezwaar te zijn, omdat in vele andere kerkelijke en theologische bladen het boek vaak uitvoerig aan de orde is gekomen en wij daardoor ook een indruk hebben gekregen, hoe het is ontvangen. Die ontvangst is over het algemeen gunstig geweest, soms met, vaak goede, critiek vergezeld, soms ook alleen maar met groot enthousiasme.

Nu ik zelf het boek gelezen heb, kan ik me bij deze positieve waardering geheel aansluiten. Er zijn in de afgelopen jaren vrij veel boeken door Aalders geschreven. Een vruchtbare auteur op toch reeds gevorderde leeftijd. Maar bij het lezen ervan overkwam mij wel eens een gevoel van onzekerheid. Ik wist niet altijd hoe ik hem moest begrijpen. Op het ene moment was ik het hartgrondig met hem eens. Op het andere moment meende ik gedachten te ontdekken, die ik niet kon overnemen. Het Met name wanneer ze gingen in een richting, die toch afstand vertoonde met het diepe én brede denken van de Gereformeerde traditie.

Ik moet zeggen, dat ik dit gevoel bij het lezen van dit boek bepaald niet heb gehad. Integendeel. Het verrassende ervan vond ik, dat Aalders hier vanuit een geconcentreerd bijbels denken zijn blik laat gaan over het grote terrein van schepping en wereld, en daarbij ook de hele concrete gestalten van het leven voluit betrekt.

Dat zal dan ook niet alleen aan Aalders liggen maar minstens ook aan het voornaamste doel van zijn boek, namelijk om een schets en actualisering te geven van de grondgedachten van Groen van Prinsterer. Het is Aalders gelukt om zowel de persoon en de grondhouding van Groen van Prinsterer in zijn geloofsstrijd te tekenen alsook om aan te tonen hoe diep actueel deze strijd is in onze tijd én dat deze strijd nu weer opnieuw gevoerd wordt en moet worden. Het is al meer gezegd, dat de bestudering van de 19e eeuw onmisbaar is om de achtergronden van onze eigen tijd te verstaan. Welnu, dit boek geeft daar nog weer eens een overtuigend bewijs van.

Het is bepaald niet geforceerd, wanneer Aalders vanuit de strijd, die Groen van Prinsterer moest voeren komt tot een diepe analyse van de machten, die zich momenteel verheffen, en waarmee de christelijk-reformatorische gemeente diepingrijpend wordt geconfronteerd. Het is daarom niet alleen een vreugde om dit boek te lezen vanuit historische interesse. Het is meteen een boek, dat richting geeft aan onze huidige bezinning en een weg wijst, waarlangs wij kunnen gaan.

Toch wil het bovenstaande niet de indruk geven, alsof er nu geen vragen meer overblijven bij het lezen van Aalders boek. Toen ik dit boek las nam ik tegelijk ook kennis van een ander boek over Groen, geschreven door zijn tijdgenoot en volgeling G. J. Vos Azn. Aalders noemt hem niet en zal hem wellicht ook niet gelezen hebben. Daardoor is het verschil van beschrijving van Groen tussen beide auteurs te groot, hoewel toch ook Vos in het spoor van Groen wilde gaan en meende te gaan. Vos geeft op zijn tijd ook critische beschouwingen over Groen. O.a. deze, dat Groen niet een werkelijk historicus is geweest, maar in zijn Handboek de geschiedenis zo heeft verbonden met zijn (profetische) visie op de geschiedenis, dat aan de feiten niet altijd volkomen recht is gedaan. Toen ik dat las, moest ik gelijk ook aan Aalders denken. Aalders bedrijft in dit boek ook geschiedenis. Maar dan zo verbonden met zijn (profetische) visie op de geschiedenis, dat men op bepaalde momenten wel denkt: hoe is het nu precies geweest. /

De interpretatie neemt in Aalders boek een grote en soms een creatieve plaats in. Zo b.v. als het erom gaat om Groen en Kohlbrugge naast elkaar te plaatsen én met elkaar te verbinden als de man van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en als de man van de Heidel-

bergse Catechismus. Het is aardig gevonden, maar het heeft mij niet overtuigd. Ik vermoed, dat de bedoeling ervan is om daarmee te zeggen, hoe één zij waren. En daarmee is dan meteen ook verklaard, hoe Aalders zelf van Kohlbrugge heeft kunnen overstappen op Groen, zonder Kohlbrugge te laten varen. Maar is er historisch niet wat meer te zeggen, en grijpt het verschil dan niet dieper?

Verhelderend heb ik gevonden Aalders' nadere uiteenzetting van de begrippen geschiedenis en historie. Deze onderscheiding speelde ook al in vroeger geschreven boeken een rol, maar is mij toen altijd duister gebleven, en daardoor ook verwarrend. Nu meen ik Aalders te begrijpen in wat hij bedoelt. Hij ziet de historie als Gods eeuwigheidshandelen in de tijd. Zo hebben, dunkt mij, onze vaderen ook de geschiedenis gezien en gewaardeerd. Daarom is er bij hen altijd de verbinding tussen eeuwigheid en tijd, tussen Gods verkiezend handelen en de voluit menselijke verantwoordelijkheid: een spanningsrelatie, maar onmisbaar. Daartegenover plaatst Aalders de geschiedenis als de één-dimensionale lijn van het handelen van de mens-alleen. Hierin is de eeuwigheidsfactor, de goddelijke factor verdwenen. Dan gaat het alleen maar menselijk toe met alle hybris (overmoed) en ellende, die dit steeds meer in onze moderne wereld tot gevolg heeft. Groen was de man van de historie: Zijn denken en doen was theocratisch. Daartegenover zijn de revolutionairen van toen en de ideologen van nu mensen van de geschiedenis: Niet God maar de mens is norm. Het is een tegenstelling als tussen licht en duisternis, leven en dood.

Deze onderscheiding acht ik dus zinvol. Maar ook dan nog moeten wij voorzichtig zijn met het hanteren van de woorden, die reeds een bepaalde betekenis hebben. Dat is trouwens iets, dat je ook nu voortdurend bij Aalders moet bedenken. Telkens vraag je je af: wat bedoelt Aalders nu met dit woord?

Vragen heb ik ook gesteld bij Aalders' beschrijving van het goddelijk recht (droit divin), dat enerzijds berust op openbaring (blz. 74) en anderzijds voluit in de schepping is gegrond. Hier vind ik Aalders' openbaringsvisie onduidelijk. Hoe ligt hier de verhouding tussen algemene en bijzondere openbaring, tussen schepping en heil, tussen wet en evangelie? Die vragen heb ik niet duidelijk beantwoord gezien. Maar het zijn ook hele moeilijke vragen. En daarom zou het goed zijn, als Aalders daar nog eens wat meer over ging zeggen. Temeer, omdat dit soort vragen-ook al in zijn vorige publicaties bij ons boven kwam.

Ik heb wel moeten denken, dat vooral Kuyper hier aansluiting bij Groen heeft gevonden voor zijn optimistische visie van de gemene gratie, die ook met algemene openbaring en schepping te maken had. Anderzijds zie ik bij Vos weer, dat hij vooral de lijn doortrekt naar het heil in Jezus Christus, dat in het geloof en in de kerk en in de heiliging vooral gestalte krijgt. En natuurlijk komt hier ook de vraag naar voren, hoe wij Karl Barth in dit kader hebben te plaatsen. Aalders geeft hem een zeer negatieve plaats. En voorzover het waar is, zoals Van Ruler al gezegd heeft, dat de berg 'Barth' de muis van de nieuwe theologie gebaard heeft, kan ik er, in mee komen. Maar anderzijds blijkt het ook moeilijk te zijn om elementen uit Earths théologie te halen, die rechtstreeks tegen de nieuwere theologie en de moderne ideologisering van de theologie ingaan.

Wie zal hier het rechte woord spreken, als zelfs de Barthianen zelf hier als kemphanen tegenover elkaar staan. Niettemin overweegt bij mij de gedachte, dat de typering van Aalders tenopzichte van Barth wat het wezen van de zaak betreft juist is

De lezer kan uit het bovenstaande opmaken, met hoeveel belangstelling ik dit boek heb gelezen. Ik zou daarom wensen, dat het ook uw belangstelling daardoor gaande gemaakt heeft.


N.a.v. W. Aalders, Theocratie of Ideologie, Het dilemma van de huidige christenheid, 304 blz., J. N. Voorhoeve, Den Haag. ƒ 37, 50.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Theocratie of ideologie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's