Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op Hem hopen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op Hem hopen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

'De Heere is mijn Deel, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen'. Klaagliederen 3 : 24

U kent waarschijnlijk het verband waarin het Boek Klaagliederen staat tot Israels geschiedenis. De griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuagint, heeft vóór de woorden van hoofdstuk 1 : 1 de-volgende inleiding: Nadat Israël in gevangenschap gevoerd en Jeruzalem verwoest was, zette Jeremia zich wenend neer, klaagde over Jeruzalem en sprak'. En dan volgen de eerste woorden van het Bijbelboek: Hoe zit de stad zo eenzaam, die vol volks was'.

Jeremia is dus in hoge mate betrokken bij de profetie die hij in de Naam des Heeren brengt. Een oudtestamenticus schreef ergens, dat Jeremia en Ezechiël het meest van al de profeten hebben geleden aan de boodschap die zij moesten brengen.

Jeremia weent over Jeruzalem, de stad waarover straks de Koning Die komt in de Naam des Heeren, zal wenen. Die betrokkenheid bij het oordeel is nu ook de achtergrond van Klaagliederen 3 : 'Ik ben de man, die ellende gezien heeft door (of: onder) de roede van Zijn verbolgenheid'. En hoewel de profeet in vers 33 zegt, dat God de mensenkinderen niet van harte plaagt of bedroeft, somt hij toch maar in de eerste zestien verzen van hoofdstuk 3 op, hoe God Zich tegen Zijn volk keert. In maar liefst vierentwintig spreuken omschrijft hij de slagen, die God op Israels rug doet neerkomen, om dan te eindigen met de rechtstreekse aanspraak: 'Gij hebt mijn ziel ver van de vrede verstoten, ik heb het goede vergeten' (vs, 17). Wie is eigenlijk die 'ik'? Bedoelt Jeremia dat God alle slagen op hem persoonlijk deed neerkomen? Neen, hier zijn de persoon van de profeet en het volk waar zijn boodschap, ook zijn tranen, voor bestemd zijn, tot eenheid versmolten. Jeremia is in de last die hij draagt en in het volk welks verdriet hij vertegenwoordigt en tot in zijn gebeente voelt, voorloper van Hem Die de straf droeg, welke ons de vrede aanbrengt.

Na die 17 verzen, die ene grote klacht vormen, komt dan ineens de omkering: 'Dit zal ik mij ter harte nemen, daarom zal ik hopen'. En dat zegt dan de man die drie verzen eerder zei: 'Mijn hoop is vergaan (weg) van de Heere'. Vanwaar die plotselinge omkeer? Er zijn twee redenen voor. Allereerst ontdekt Jeremia, dat hij en zijn volk er nog zijn, dankzij Gods goedertierenheden en barmhartigheden en Zijn grote trouw (vers 22). Met het oog op dit wonder zegt hij: 'Dit zal ik mij ter harte nemen, daarom zal ik hopen' (vers 21). Gods volk is zelfs temidden van de oordelen niet uitgegroeid, maar blijft bestaan als teken van GoMs trouw. Dat is het wonder van wie door al hun deugden beenzakken als.een lekke mand. Zij kunnen voor God niet bestaan en Hij tuchtigt hen. Maar in het midden van Zijn toorn gedenkt Hij aan het ontfermen. Er is een grens. Ik ben er nog. Zijn trouw is groot.

De tweede reden waarom de profeet vóór het volk uit hoopt op God, van Wie de hoop vergaan was, is dat de Heere zijn Deel is. Het hebreeuwse woord, door 'deel' vertaald, ziet op het erfbezjt. Israël en Juda zijn hun steden, huizen en vooral hun land kwijt. Dat land was immers onderpand van Gods belofte, het erfbezit binnen het verbond met God. Wég is dit alles! Zal God dan Zijn volk in leven behouden, maar Zijn verbond stop zetten? Waar zijn de tekenen, door Zijn gunst gegeven? Hoor! De Heere is mijn Deel. Hij komt in de plaats van wat ik kwijtraakte. Hij vervult Zelf door het oordeel heen de lege plek, die Zijn slagen achterlieten. Daarom zal ik op Hem hopen. Jeremia klaagt... Jeremia zingt! Er gaat een poort open. Hoop en toekomst door het oordeel heen. Na zeventig jaar keren ze weer als in een blijde droom. Het land der belofte gaat open. En daarachter de belofte van het Vaderhuis en het nieuwe Jeruzalem.

Zo is de Heere. Wie op Hem hopen, zullen niet beschaamd worden. Zij zullen beschaamd worden, die trouweloos handelen zonder oorzaak.

Tot half november gelieve men zich voor dringende zaken betreffende ons blad te wenden tot drs. K. Exalto, Herv. Pastorie te Hasselt (Ov.), tel. 05209-1342. Berichten voor Kerknieuws e.d. kunnen gewoon naar Postbus 177 te Huizen worden gezonden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Op Hem hopen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1977

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's