De stem van den discipel
I. Met innige liefde en brandend verlangen, van ganscher harte en met mijne geheele ziel wensch ik U, o Heere! te ontx'angen, zoals reeds vele vromen vóór mij U begeerden, en U in hunne heiligheid en godsvrucht behaagden. O mijn God! Gij zijt mijn hoogste goed; Bron aller zaligheid, U wensch ik te ontvangen met het vurigst verlangen en met den diepsten eer-•^lexi, dien ooit een godvruchtige gevoelde of gevoelen kan.
En hoewel ik een onwaardige ben voor U, toch wijd ik U geheel mijn hart en alles wat een vrome zin bevatten en wenschen kan, ik wijd het U toe met den diepsten eerbied en innige liefde. Niets wil ik voor mij houden, maar mij zelven en al het mijne, blijmoedig en gaarne U ten offer brengen. Heere mijn God! mijn Schepper en Verlosser, met zulk een genegenheid, eerbied, lof en eer e, met zulk een liefde, geloof en een oprechten zin wenscht mijn hart U heden aan te nemen, zooals eens Uwe heilige moeder, de gezegende Maria U aannam, toen zij den engel, die haar het geheim der menschwording aankondigde, ootmoedig en godvruchtig antwoordde: Zie de dienstmaagd des Heeren: ij geschied naar uw woord!' (Luc. 1 : 38). En zooals Uw vrome voorloper, Johannes de Dooper, U aannam, toen hij U wandelen zag onder de menschen en ootmoedig sprak: aar de vriend des bruidegoms, die staat en hem hoort, verblijdt zich met blijdschap over de stem des bruidegoms (Joh. 3 : 29), zoo begeer ook ik mij van ganscher harte aan U en Uwen dienst te wijden. En zoo mogen ook de lofzangen van alle godvruchtige harten, hun genegenheden, hunne bevindingen, hunne deugden en lofprijzingen U toegewijd zijn. Dat allen U waardiglijk prijzen en loven tot in eeuwigheid.
II. Neem mijne geloften genadig aan, Heere mijn God! alsook mijne begeerte, om U zonder einde te loven en te prijzen, zooals het U toekomt naar den rijkdom Uwer onuitsprekelijke grootheid! Ik wensch al de dagen en oogenblikken mijns levens U te loven en te prijzen, met de gezaligde geesten in den hemel en met alle geloovigen op aarde.
Dat U loven alle volken, stammen en talen en dat zij met de vreugde en liefde Uwen heiligen naam prijzen. En allen, die Uw heilig Avondmaal met eerbied en stichting vieren en in het geloof ontvangen, dat zij bij U genade en erbarming vinden! Laat hen, met U vereenigd, vol van Uwe liefde, getroost en wonderlijk verkwikt van Uwen heiligen Maaltijd te-• rugkeeren!
(Thomas a Kempis in 'Over de navolging van Christus')
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1977
De Waarheidsvriend | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1977
De Waarheidsvriend | 14 Pagina's