Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Indien gij dan Mij zoekt!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indien gij dan Mij zoekt!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Jezus antwoordde: k heb u gezegd, dat Ik het ben; indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan'. Joh. 18 : 8

Wanneer Johannes de gevangennerrjing beschijft in de hof van Gethsémané, dan is er een opvallend verschil met de andere evangelisten. Zij benadrukken sterk dat de Heere Jezus mens is. Een Mens Die bevend en zeer beangst het lijden tegemoet gaat. Onzer één! Jezus Die na ontzettende strijd gewillig het hoofd buigt: Vader, Uw wil geschiede.

Johannes toont Hem in al Zijn heerlijkheid na deze bange strijd, als de sterke Held Die Zich vrijwillig overgeeft, Die uitgaat om voor de Zijnen te strijden.

Door de straten van Jeruzalem zien we nu een grote groep mensen gaan. Het zijn Romeinse soldaten en dienaars uit de tempel, bewapend met zwaarden en stokken en voorzien van lantaarns en fakkels. Voorop loopt een gebogen figuur. Judas Iskarioth. Hij verheugt zich niet in wat hij gaat doen. Eigenlijk is hij in de ban van zijn teleurstelling op weg naar het einde van Jezus, en op weg naar zijn eigen einde. Ziet u met verachting op de verrader neer? Weet u dan wat er in zijn hart is omgegaan, hoe hij heeft geworsteld met de teleurstelling in zijn verwachtingen? Net zo als de anderen trouwens? Hoeveel bladzijden van ons levensboek zouden gelijk zijn aan dat van Judas? Zien we dat, dan verdwijnt de verachting. Dan komt het tot het gebed: Heere, bewaar me, dat het niet zo ver komt als met Judas.

Laten we toch dit bedenken: wie afvalt, moet eerst aanhanger zijn geweest. Om verrader te worden, moet je eerst discipel geweest zijn. Satan boeit velen in de ban van de teleurstelling, wanneer ze bemerken dat de weg achter de Heere Jezus aan, gaat door moeiten en kruis, langs twijfel en ongeloof. Dan komt er opstand tegen God, tegen Zijn heilige wil. Hoe komt nu in dit gedeelte de Heere Jezus naar voren? Als het Lam Gods in overgave aan verraad en gevangenschap. Maar ook als Koning Die Zijn discipelen beveiligt in de verzoekingen door satan.

'Jezus dan, wetend alles wat over Hem komen zou, ging uit' (vs. 4). Als men de hof binnendringt en het licht overal schijnt, komt van tussen de bomen een groepje mensen dat in de richting van de soldaten loopt. Zodra ze gezien worden, maakt Jezus Zich uit de kring van de elve los. Hij gaat uit, uit de kring, en stelt Zich op voor de discipelen. Zo trekt Hij de aanvallers naar Zich toe, dan kunnen de Zijnen vrijuit gaan.

Het gaat door de rijen: We hebben ze! De lichten worden goed opgeheven om... het Licht der wereld te beschijnen. Maar Jezus treedt fier in de lichtkring, zonder spoor van angst, in koninklijke zelfovergave. En als de ongewapende Vredevorst Zich naar Zijn vijanden toe beweegt, rustig en vertrouwenwekkend in Zijn edel voorkomen, dan lijken de zwaarden en knuppels opeens belachelijk overbodig. Ze kunnen maar beter beschaamd achter de rug gehouden worden. Ook Judas' verraderskus is eigenlijk overbodig nu. Jezus is bedroefd over dit alles. Hij lij

Hoor wat Hij zegt: Ben Ik een moordenaar? Verraadt ge de Zoon des mensen met een kus? Maar als Hij Zijn beangste discipelen ziet, neemt Hij met vaste hand de drinkbeker van het lijden en begint te drinken.

Terwijl .lezus daar zo staat, vraagt Hij: Wie zoekt gij? Hij vraagt het aan hen, aan leiders en soldaten. Hij spreekt niet meer tot Judas afzonderlijk. Hoe ontzettend is dit! Jezus' laatste woord tot hem was: Verraadt ge zo de Zoon des mensen? En Judas werpt dat woord ver van zich; hij laat het niet toe te komen in zijn hart, waar dit woord zijn reddingswerk goed en grondig zou hebben gedaan. Nu ketst het af, het wordt een vruchteloos woord. Judas wijkt terug en wordt opgenomen in de kring van de vijanden, waarin hij onder gaat. Ze staan tegenover elkaar: Jezus en de vijanden met de verrader.

Daarbij staat Jezus beschermend voor Zijn kleine groep onderdanen. Zij schuilen achter Hem. Wie zoekt ge? roept Hij Zijn vijanden toe. Jezus de Nazerener! antwoorden ze.

Ik ben het! Nog eenmaal maakt de Heere Zich bekend, nu Hij in het midden staat tussen vijanden en discipelen. Tijdens Zijn hele leven getuigde Hij als Profeet Wie Hij was: Ik ben het Brood des levens, het Licht der wereld, de Deur, de Weg, de Waarheid en het Leven! En nu laat Johannes in zijn evangelie al deze uitspraken uitlopen op dit laatste: Ik ben het! Nog eenmaal staat Hij daar als Profeet, met Zijn machthebbend woord. Hij rijst als het ware ver boven de zwaar bewapende menigte uit^ als Hij krachtig roept: Ik ben het! Zoveel macht heeft Hij dat ze achterwaarts gaan en ter aarde vallen, ook Judas. Zoveel macht heeft Zijn Wóórd. Nog poogt Hij te redden.

Wat de Heere Jezus doet is zo opmerkelijk. Hij heeft vijanden en vrienden en Hij bemoeit Zich met beiden. Hij wil vijanden tot Zijn vrienden maken. Voor vijanden, dood in de misdaden en de zonden, is het nog niet hopeloos, zolang Jezus nog tot hen spreekt. Hij toont Zijn macht waar Zijn Woord weerklinkt, waar het wordt uitgedragen tot op de dag van vandaag. Luister dan naar Zijn stem voor Hij de kracht van Zijn woord voor u gaat verbergen. Geloof toch dat de Heere Jezus liever vóór u staat om u te beschermen, al bent u nog

zo zondig, zwak en klein, dan dat Hij tegenover u staat als tegenover vijanden. Of staan we weer ongebroken op nadat het Woord ons heeft geveld? Of brengt het ons tot belijden? Déze mensen staan weer op. Ongebroken! Wie zoekt ge? klinkt voor de tweede keer Jezus' stem. Jezus de Nazarener. Niets brengt hen van hun doel af.

Zie wat Jezus nu doet. Dat is ontzettend voor vijanden, maar heerlijk voor wie Hem leerde volgen. Hij wendt Zich nu af van de hardnekkige vijanden en keert Zich naar Zijn zwakke, angstige onderdanen. Als de hen beschermende Koning, zegt Hij bevelend: Als ge dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan. Ze zullen veilig zijn. Daar kunnen ze gerust op zijn. Hij smeekt het niet. Hij beveelt het voor hen. In dat bevel is Hij tegelijk de barmhartige Hogepriester Die voor de Zijnen in de plaats treedt. Hier ben Ik, en Hij geeft Zich over in hun handen. Ze binden Hem. Hij laat Zich binden voor Zijn zwakke discipelen, opdat zij zouden ontbonden worden. De discipelen zelf beseffen het hier niet. In andere evangeliën staat: Toen vluchtten al de discipelen Hem verlatend. Later pas hebben ze beseft hoe veilig ze waren in de hof. Maar toen was hun geloofskracht nog niet tegen deze beproeving bestand. In dit evangelie wordt duidelijk waarom geen van hen wordt gegrepen door zo'n overmacht van soldaten. Jezus' bevel verhinderde het. Hij dekt als Koning en Hogepriester hun aftocht.

Achter Jezus is het zo veilig. Is uw belijdenis-doen een zoeken van deze veiligheid, omdat u in uzelf zo'n krachteloze en ontrouwe discipel bent? Dan bent u op het goede adres. Jezus Christus doet verzoening over al de zwakheid en zonde van Zijn discipelen. Hij zou het ook nog voor Judas hebben gedaan als deze zijn zonde beleden had.

Discipelen ervaren dat ze mensen zijn, in zichzelf niets. Maar Jezus de Nazarener, de. Zoon des mensen, is God bekleed met macht. Hij is ook het stemmeloze Lam Gods dat de zonde verzoent door Zijn overgave. Indien ge dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan. Achter Hem, daar bent u behoed en beschermd tot in eeuwigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1978

De Waarheidsvriend | 22 Pagina's

Indien gij dan Mij zoekt!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1978

De Waarheidsvriend | 22 Pagina's