Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

de Verzoening

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

de Verzoening

Classicale vergadering van Harderwijk in gespreid met dr. E. Stern over

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het breed moderamen van de classis Harderwijk zond aan de Kerkeraden van de Hervormde Gemeenten in de classis een brief van de volgende inhoud:

Nijkerk 12 april 1978

Geachte colleges,

In het blad 'Militia Christi' van september 1976 schreef dr. E. E. Stern uit Amsterdam een artikel, waarin hij afrekent met de belijdenis der kerk inzake de verzoening door het plaatsbekledend lijden en sterven van onze He er e Jezus Christus.

Naar aanleiding hiervan heeft het Breed Moderamen van de Classis op 16 augustus 1977 een diepgaand gesprek gehad met dr. Stern.

Deze vergadering werd door de praeses ds. J. Vos geopend met gebed en schriftlezing van Hebr. 9 : 16-28.

Na een kort welkomstwoord kreeg dr. Stern gelegenheid zijn genoemde artikel toe te lichten en waar nodig te verduidelijken.

Dr. Stern merkte op dat

- hij het zeer op prijs stelde om met het Br. Moderamen mondeling over deze aangelegenheid van gedachten te wisselen;

- de aanvankelijke weg van het Br. Mod. (rechtstreeks contact over zijn visie met de Generale Synode van onze kerk) bij hem minder prettig was overgekomen;

- hij tot zijn huidige geloof in de verzoening was gekomen door een andere exegese te volgen dan de gebruikelijke. Hij wil daarbij God niets ongerijmds toeschrijven;

- de latere uitleg van de kerk de woorden van Jezus z.i. anders heeft geduid dan oorspronkelijk bedoeld is; deze mag daarom niet in de plaats van Jezus' eigen woorden als Mattheus 21 : 33 e.v. en Joh. 7 : 7 gelden;

- datgene wat geldt voor de verhouding tussen geloof en werken z.i. ook geldt voor de verhouding tussen geloof en exegetiseren: eerst komt het geloof en dan daaruit de werken (der dankbaarheid), nooit omgekeerd;

- men niet door exegese tot een waar geloof komt, maar door (waar of vals) geloof tot exegese. Hierbij doet dr. Stern niets af van het respect voor de Heilige Schrift. Hij keert zich alleen tegen overschatting van de theologie;

- hij meent niets 'ontworpen' te hebben. Hij vraagt slechts aandacht voor de leer van Jezus zelf. De Vader hoopte dat men de Zoon zou ontzien, maar de wereld trachtte Hem te doden (Matth. 21 : 33 v.v.) - hij zich sterk verwant voelt met dr. Wiersinga, na wie hij is gepromoveerd op Romeinen 13.

De bespreking/discussie op deze vergadering vatten we, om u te informeren, in de volgende punten samen:

1. Dr. Stem's uitgangspunt is de gelijkenis van de heer van de wijngaard (Mattheus 21 : 23 v.v.), waarin hij leest dat God Zijn Zoon heeft gezonden met de gedachte, dat de mensen Hem zouden ontzien. Maar de mensen hebben de Heere Jezus gedood.

In dit verband denkt dr. Stern ook aan wat Jezus zegt over de wereld, die Hem tracht te doden, omdat Hij van haar werken getuigt, dat ze boos zijn (Johannes 7:7). In Ezechiel 18 en 33 staat, dat God geen lust heeft in de dood van de goddeloze. Hoe kan God dan behagen hebben in de dood van de Rechtvaardige?

Volgens Dr. Stern kan Christus niet door God zijn gezonden met de bedoeling om Hem te offeren.

De dood van Christus op Golgotha is het werk van mensen, door de duivel daartoe aangezet.

Maar God wekt Hem op tot onze rechtvaardigmaking.

Van de zijde van het Br. Mod. werd hierop geantwoord, dat men dr. Stern in zijn uitleg van de Schrift niet kan volgen.

In 1 Corinthe 15 : 3 staat duidelijk dat Christus gestorven is naar de Schriften. In Jesaja 53 : 10 staat: et behaagde de Heere Hem te verbrijzelen. We lezen ook in Johannes 11 : 50, 51: én voor allen (zie verder ook Romeinen 5, en Hebreeën 8, 9, 10): ieruit blijkt duidelijk, naar de mening van het Br. Mod., het plaatsvervangend lijden en sterven van Christus.

2. De vraag waarom het gaat, is: 'Hoe zie je de schuld en hoe zie je het handelen van God? '

Bij de beantwoording van deze vraag kwam 2 Corinthe 5 : 20, 21 in beeld. Dr Stern stelt: ons laten verzoenen' betekent, dat we als mens een bondgenoot van God worden.

God hoeft Zich niet te veranderen. Hij is altijd Dezelfde.

Ons verzoenen met onze broeder betekent, dat wij onszelf veranderen.

Van de zijde van het Br. Mod. werd opgemerkt, dat er meer te zeggen is dan alleen dat Christus om onze zonden werd gekruisigd. Want er is niet alleen een zondige mens, maar er is ook een God, die gegriefd en onteerd is door onze zonde.

Deze God vraagt genoegdoening, welke wij niet kunnen geven. God geeft als een bewogen God, in Zijn welbehagen Zijn Kind over tot een losprijs, rantsoen. Dit houdt in, dat Hij gedood zal worden. Vanuit de opmerking van het Br. Mod. over wat er staat in Johannes 18 : 11 (n.l. het drinken van de drinkbeker) exegitiseert dr. Stern, dat deze beker, die Christus moest drinken, de beker van God is (n.l. het is de beker van de Pesach, het bevrijdingsfeest, de opwekking om onze rechtvaardigmaking), maar wat erin zit (het zure, de azijn) komt van de mens n.l. de zonde, zodat het lijden van Christus niet een lijden onder de toorn van God is. Volgens dr. Stern wordt Christus nog elke dag gekruisigd.

Van de kant van het Br. Mod. werd nogmaals opgemerkt, dat volgens de Schrift en de Belijdenis het offer van Christus heeft plaats gevonden in het welbehagen Gods. Het gaat God om de redding van zondaren. Zonde is ook zonde tegen God en niet alleen tegen de medemens. Dr. Stern zegt: ook tegen God, zeker. Maar niet alleen tegen God. De zonde 'alleen tegen God' is tegelijk ook zonde tegen jezelf, tegen Gods schepping, tegen de mens zoals door God bedoeld.

Het Br. Mod. zegt: wie in de rechte verhouding tot God komt, zal lijden onder het tekort doen aan God door ons n.l. dat God niet aan Zijn eer komt. Uiteindelijk doet dr. Stern een ernstig tekort aan de verzoening van Christus. Want het gaat daarin om. een meer.

3. Volgens dr. Stern is wat in het Avondmaalsformulier staat over het lijden en sterven van Christus een vervalsing van de ware toedracht. Tegen de tekst van de XII artikelen heeft hij geen bezwaar, omdat daarin staat, dat Jezus Christus geleden heeft onder Pontius Pilatus, wat z.i. niet inhoudt: onder de toorn Gods.

4. T.a.v. Jesaja 53 : 10 (Het behaagde De Heere) meent dr. Stern, dat z.i. niet meer kan worden nagegaan, wat er werkelijk en precies heeft gestaan. In elk geval hield Gods plan niet in, dat Christus gedood zou worden. De leer der kerk, dat God Zijn Zoon heeft gezonden om geofferd te worden voor onze zonden, is z.i. onjuist. Want dit zou een tegenstrijdigheid in Gods gerechtigheid en liefde aanbrengen. God is alleen subject van de verzoening en geen object. Het Br. Mod. is van mening, dat - mede lettend op de eerste verzen van Jesaja 53 - er wel degelijk sprake is van een 'Zich moeten overgeven tot in de dood’.

5. Het onderscheid: rechtvaardigmakingheiliging kan dr. Stern niet zien. Hij wil alles veel meer laten opgaan in de heiligingging

Rechtvaardiging is z.i. geen rechtvaardigverklaring, maar rechtvaardigmakin

In het bovenstaande verslag is, na schriftelijk contact, rekening gehouden met het commentaar van dr. Stern op een aanvankelijk opgestelde samenvatting.

Conclusies

Naar aanleiding van de bespreking is het Br. Mod. tot de volgende conclusies gekomen: Dr. Stern geeft toe, dat zijn 'ontwerp' anders is dan de belijdenis van de Kerk der eeuwen. Zijn exegese van de betreffende Bijbelplaatsen is evenzo anders dan de gebruikelijke. Hij stemt toe, dat hij meer vanuit zijn 'ontwerp' denkend naar de tekst toe exegetiseert dan vanuit de tekst naar zijn 'ontwerp'. Dit bemoeilijkt het gesprek en raakt het rechte verstaan van de Schriftgegevens.

In de discussie gaat hij een ander spoor en is niet aanspreekbaar vanuit zijn veronderstellingen en interpretaties van de Bijbelse gegevens. De belijdenis der kerk wordt op dit punt dan ook niet door hem aanvaard. Het schuldkarakter van onze zonde tegenover God, alsmede Gods oordeel over onze zonde wordt door hem anders geduid en verstaan en speelt zodoende in het spreken over de verzoening geen rol of in ieder geval een zeer ondergeschikte rol.

Dr. Stern heeft daarbij een andere visie op de toorn van God, die hij opvat als: afwezigheid van God.

Het gevolg is dat het 'meer' van Gods verzoenend handelen in Christus tegenover ons als zondaren en ook de noodzaak van de verzoening met God door de voldoening van Christus Jezus door hem niet erkend Wordt en in zijn 'ontwerp' uit het vizier verdwijnt. De verzoening wordt eigenlijk tot een menselijke aangelegenheid en taak, waardoor er een

duidelijk verschil is met het spreken van de Schrift in dezen.

Wat wij mensen gedaan hebben en doen krijgt op deze manier aandacht boven Gods heilshandelen.

Na het gesprek was het duidelijk, dat dr. Stern bleef bij zijn ingenomen standpunt. Ondanks het getuigenis van de Schrift en de belijdenis der Kerk ontkent hij, dat God Zijn Zoon gezonden heeft om de straf der zonde te dragen, die wij verdiend hadden en dat het God was, die Hem liet sterven aan het kruis. In het gesprek bleek wel, dat er overeenkomst was inzake de schuld en de verantwoordelijkheid van de mens t.a.v. de verzoening, maar ook een diep ingrijpend verschil in het verstaan van Gods heilshandelen in deze. Dr. Stern geeft een interpretatie van wat 'het hart van het Evangelie' wordt genoemd, dieo.i. in strijd is met het getuigenis van Gods Woord en het geloofsbelijden van de Kerk der eeuwen. Het Br. Mod. heeft ds. P. Koeman verzocht een handleiding over 'de verzoening' samen te stellen, waarin een overzicht wordt geboden van de Bijbelse gegevens, waarop de belijdenis der Kerk is gegrond.

Ingesloten doen wij u deze studie toekomen. Wij verzoeken u om deze stukken in uw kerkeraadsvergadering te bespreken. Het Br. Mod. heeft de bedoeling om deze bescheiden eind mei 1978 toe te zenden aan:

het Breed Moderamen van de Generale Synode

het Breed Moderamen van de Prov. Kerkvergadering van Noord-Holland

het Breed Moderamen van de Prov. Kerkvergadering van Gelderland,

de Breed Moderamen van de Classicale Vergaderingen in de Ned. Herv. Kerk.

Hoogachtend,

Namens het Breed Moderamen van de

Classicale Vergadering van Harderwijk

ds. J. Vos, praeses

ds. J. Koele, scriba

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 1978

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

de Verzoening

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 1978

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's