Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verwerking van verdriet (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verwerking van verdriet (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie regelmatig bijhoudt wat er zoal verschijnt op de boekenmarkt, zal het niet zijn ontgaan dat vele publikaties die de laatste jaren verschenen het levenseinde van de mens tot onderwerp hebben. Zo vindt u in de boekhandel een hele plank met boeken over begeleiding van ernstig zieken en stervenden (denk bijvoorbeeld aan de best-seller van E. Kübler-Ross 'Lessen voor levenden - gesprekken met stervenden'), over euthanasie en de verschillende problemen die daarmee samenhangen, over de rouwreakties bij nabestaanden. Van de zijde van de psychologische wetenschap wordt grote belangstelling aan de dag gelegd voor wat er zoal omgaat in mensen die met de dood worden geconfronteerd. De vraagstelling waarvan veelal wordt uitgegaan bij het voeren van gesprekken met stervenden en nabestaanden, als ook bij het bestuderen van gedragingen en reaktiepatronen is de volgende: kan er worden gesproken van een bepaalde wijze van verwerking van verdriet die typisch menselijk is, bepaalde gevoelens die bij allerlei mensen in soortgelijke situaties telkens weer blijken voor te komen? Op deze vragen antwoordt de psychologie positief. Bekend zijn de verschillende stadia die in een stervensproces worden onderscheiden: onwetendheid, onzekerheid, ontkenning, opstandigheid, marchanderen, depressie en aanvaarding. Uiteraard maakt niet elke stervende al deze gevoelens in déze volgorde door, maar intensief kontakt met stervenden heeft toch wel uitgewezen dat deze gevoelens vrij algemeen worden doorgemaakt. Op dezelfde wijze kan er ook een bepaalde, grove indeling worden gemaakt in de rouwreakties die voorkomen bij mensen die een geliefde naaste moeten missen. In dit en een volgend artikel wil ik mij beperken tot laatstgenoemde vormen van verwerking van verdriet. Welke rouwreakties worden er zoal onderscheiden in de desbetreffende literatuur?

Rouwreakties

Het grote verlies zal de mens allereerst in een shock-fase doen belanden. De schok is zo groot dat er een bepaalde verdovingstoestand optreedt. De realiteit dringt nog niet ten volle door. Vaak wordt er later gezegd: et was alsof ik tussen slapen en waken in verkeerde, het ging allemaal grotendeels langs mij heenmensen praatten tegen mij, maar ik verstond ze niet eens. In deze fase is de rouwdragende zo overmand door de schrik dat hij/zij nauwelijks in staat moet worden geacht tot communiceren met anderen - althans tot het onderhouden van een wezenlijk kontakt. Na verloop van enige tijd zal hij/zij zichzelf meer onder kontrole krijgen. Wanneer de begrafenisondernemer op bezoek komt, blijkt het dan mogelijk (uiterlijk) heel rustig allerlei zakelijke punten te bespreken en regelingen te treffen. Er schijnt een zekere aanpassing te hebben plaatsgevonden aan de situatie die is ingetreden. Dit is echter inderdaad niet meer dan schijn. Langzaam maar zeker gaat immers het gebeurde nu pas doordringen - en meer dan eens komt het verdriet zo na verloop van enige tijd eerst góéd los. Nu komt een gevoel van wanhoop op. Hoe moet ik nu verder zónder hem of zonder haar? Hoe kan ik nog verder leven? Het verdriet is zo overstelpend groot dat nauwelijks begrepen wordt dat de wereld gewoon verder draait om zijn as en dat de buren het dagelijkse werk weer opvatten alsof er niets gebeurd is! Men spreekt in dit verband ook wel van een 'regressieve fase'. Daarmee is bedoeld dat de rouwende telkens weer het aangrijpende, smartelijke gebeuren opnieuw doormaakt in zijn gevoel - bijvoorbeeld het moment dat de echtgenoot, echtgenote een hartverlamming kreeg of het ogenblik dat de 'Jobs-tijding' werd overgebracht. Er is een grote behoefte om maar telkens weer dat gebeuren tot in de kleinste bijzonderheden toe te vertellen ('toen zei hij nog dit', 'toen kwam de verpleegster nog binnen', 'toen was het 12 over 2', 'toen trok hij zijn laken nog recht') om op die wijze wat lucht te geven aan de opgekropte emoties. Laten er in zulke omstandigheden niet al te gauw goedbedoelde, opbeurende troostwoorden gesproken worden. De rouwende is veel meer geholpen met een luisterend oor, met een zwijgende nabijheid. Vergeten we niet dat ieder mens zijn eigen verdriet als hoogst uniek ervaart. De gedachte komt op: iemand kan mij begrijpen in deze smart, niemand kan er inkomen. Troostpogingen worden dikwijls als al te goedkoop ervaren. Ze moesten eens weten! Ze hebben er geen besef van hoe mijn wereld in één keer is ingestort! Job zei tot zijn vrienden die ook al zulke 'moeilijke vertroosters' waren: Och, of mijn verdriet recht gewogen werd en men mijn ellende samen in een weegschaal ophief! Want het zou nu zwaarder zijn dan het zand der zeeën; daarom worden mijn woorden opgezwolgen (6 : 2-3). Door deze stormvloed en stortvloed van gevoelens heen kan de nabestaande uiteindelijk komen tot een zekere aanpassing, om er mee te leren leven dat de geliefde is weggevallen. Er treedt dan in zoverre een onthechting op dat verder leven weer mogelijk blijkt.

Verwerking van verdriet

Naast de felle rouwreakties die optreden in de tijd die onmiddellijk op het verlies volgt, is er ook de verdere verwerking van het verdriet - een proces dat zich vele jaren, niet zelden over het gehele leven uitstrekt, zij het met wisselende intensiteit. Hierbij kunntnschuldgevoelens naar voren komen. Ook bij mensen die bijvoorbeeld hun jarenlang tobbende vader of moeder, man of vrouw jarenlang op alle mogelijke manieren hebben verzorgd en bijgestaan, kan tóch het schuldgevoel zich opdringen: heb ik wel genoeg gedaan? Ben ik tóen en daar niet te kort geschoten? Kon ik dit of dat nog maar overdoen! Daarnaast zijn er gevoelens van woede, van agressiviteit. Hierbij worden de verwijten dus niet tot zichzelf, maar tot anderen gericht, met name aan het adres van dokters en verpleegsters die zouden hebben gefaald. Er kan sprake zijn van een grote angst of een gevoel van leegte, van verlatenheid. Sommigen trachten met het gemis te leren leven door hun verdriet als het ware te conserveren: dan wordt er bijvoorbeeld in de kamer van de overledene niets veranderd, angstvallig wordt er voor gewaakt dat alles precies blijft zoals het was op de sterfdag, zodat de gestorvene zó zijn kamer weer zou kunnen gaan bewonen. Dit is eigenlijk een vlucht in een illusie, een blijvende ontkenning van de werkelijkheid van het overlijden, waarmee men maar niet klaar kan komen. Het komt voor dat de eigen woning zoveel mogelijk gemeden wordt, dat men een zwervend bestaan gaat leiden, terwijl anderen juist de neiging hebben zich op te sluiten en te isoleren om maar alleen te zijn met het grote verdriet. Wanneer na verloop van tijd een zekere aanvaarding optreedt, sluit dat niet uit dat er met name bij bijzondere gedenkdagen toch weer van een tijdelijke terugval sprake is.

Hoe omstanders reageren

Tot nog toe heb ik in enkele grote trekken iets beschreven van wat er om kan gaan bij hen die het verdriet het meest direkt treft. Ook de omstanders die het gebeuren min of meer vanuit een distantie beleven, zullen een bepaald reaktiepatroon vertonen. Er zijn mensen die voor al les wat met de dood, rou w en verdriet te maken heeft voortdurend op de vlucht zijn. Ze zullen liefst met een grote boog om het sterfhuis heengaan en het kontakt met de rouwdragende familie-indien onvermijdelijk-ofwel zo kort en nietszeggend mogelijk doen zijn ofwel door overdreven, theatrale blijken van medeleven (die dan ook zeker onecht overkomen) zichzelf veilig stellen. Het is immers veel moeilijker zich door een open, luisterende, invoelende houding werkelijk met het ver-

dnet van de ander te laten konfronteren. Maar juist dat is voor onze rouwende naaste veel heilzamer en helpt hem, haar oneindig veel meer dan een stortvloed van beklagende woorden. Al te veel wordt de mens met zijn verdriet in een isolement gedrongen. Het is heel veel waard ergens een horend oor te vin­ den. Dat kan dan ook een hulpmiddel zijn om opmerkzaam te worden op hét horend oor-dat van de Heere - die de moeite en het verdriet aanschouwt, opdat men het in Zijn hand geve.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 1978

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Verwerking van verdriet (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 1978

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's