Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe kijken Gereformeerde Bonders tegen de Gereformeerde kerken aan?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe kijken Gereformeerde Bonders tegen de Gereformeerde kerken aan?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Wat is het inderdaad pikant en hoogst merkwaardig om temidden van het bonte mengelmoes van Hervormde predikanten ook eens een gereformeerde te zien optreden, ' n 'goeie dominee', zoals de volksmond zegt. Onder ons is alles gereformeerd. Iets pikants of merkwaardigst ligt er in het optreden ook zelfs van de gereformeerde predikanten onder ons niet. Dat valt niet zo op, zo min als het opvalt vanneer een blanke zich temidden van blanken beweegt. Maar een blanke temidden van bruinen, gelen, roden en zwarten, dat is pikant, dat is merkwaardig, dat moet ik gaan zien.’

Zichier het antwoord van éne (gereformeerde) ds. Huismans in De Rijnlandsche Kerkbode van omstreeks 1920 op de vraag wat men moet denlcen van het kerlcgaan van gereformeerden bij hervormden. Zo keken gereformeerden (althans zo waren er; die van het type 'wij gereformeerden') tegen hervormden aan. 'Bij ons is alles gereformeerd' en in de Hervormde Kerk is een gereformeerde - om even in het aangehaalde kleurenbeeld te blijven - een witte raaf temidden van zwarte.

Bij de veertigjarige gedachtenis van de Doleantie (in de Geref. Kerken gevierd op zondag 7 januari 1927), zegt De Waarheidsvriejid, het officiële orgaan van de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk intussen, dat Then niet spreken wil over het feit, dat slechts e^n gedeelte van het Gereformeerde Volk is uitgetrokken uit 'Babel' (een kennelijk door Gereformeerden gebezigde kwalificatie van de rfervormde Kerk) en ook niet over het feit, dat de Gereformeerde Kerken nu ook niet direct het land van beloften zijn, maar wél dat we 1886 vooral niet moeten gaan nadoen, 'want, is het in 1886 een mislukking geweest, nu zou het zeker een groter teleurstelling nog brengen... De Hervormde Kerk is voor ons iets gans anders dan Babel. Het is onze oude vaderlandse kerk.' En als dr. Kaajan in de Utrechtse Gereformeerde Kerkbode diegenen, die het zingen van gezangen in de Gereformeerde Kerken willen tegenhouden, scherp kritiseert, verzucht prof. dr. H. Visscher in het Geref. Weekblad (het in Bondskring verschijnende): 'De heren zullen het wel niet willen geloven maar met droefheid zien we het aan, hoe langzaam maar zeker de tijd komt, waarop men zal zeggen: wat onderscheidt ons nog van de kerk waaruit wij zijn uitgegaan? ’

De rollen omgekeerd?

De rollen lijken omgekeerd. Nu wordt mij de vraag gesteld hoe Gereformeerde Bonders tegen de huidige Gereformeerde Kerken aankijken en ik hoop niet te vervallen in de wijze van beoordeling van ds. Huismans terzake van diens kijk op de Hervormde Kerk. Trouwens, hoe zou ik kunnen. Wanneer hoor ik dominees in de Gereformeerde Kerken preken. Wel lees ik bladen als het Centraal Weekblad, het Gereformeerd Weekblad en Credo. Daarmee moet ik het doen, mitsgaders met wat er van de discussies in de Gereformeerde Kerken overwaait middels de dagbladpers. Vraagt men mij dan hoe ik tegen de Gereformeerde Kerken aankijk dan is mijn antwoord: met wisselend hoop en zorg (gróte zorg, dat wel). Maar liever gooi ik het over een andere boeg. Met De Waarheidsvriend van 1927 zeg ik: De Doleantie een mislukking! En met prof. Visscher vraag ik: wat onderscheidt u nog?

Verwachting

Voor ik dit uitwerk echter iets anders. De Gereformeerde Bonders hebben vanaf de opricliting van de Bond in 1906 grote verwachting gehad van de Gereformeerden. Gesteld werd, dat het herstel van de Hervormde Kerk van de zijde van de staat moest komen, die immers óók de kerk onder de reglementenbundel had gebracht. Men keek dan ook met verwachting uit naar de christelijke kabinetten Kuyper en trok middels de ARP schouder aan schouder op met de Gereformeerden. Toen Kuyper overleed bevatte de Waarheidsvriend dan ook een overlijdensadvertentie.

Verder profiteerden de Gereformeerde Bonders zéér van de theologische arbeid der Gereformeerden aan de VU en in Kampen. Niet dat de Bonders in alle opzichten geestelijk accordeerden met de Gereformeerden. De veronderstelde wedergeboorte verwierpen zij. Het geestelijk leven was meer, bevindelijk van aard, met een bevinding die niet een buitenbijbels, mystiek 'extra' was, zoals Gereformeerden wel beweerden, maar een beproefd zijn, een innerlijk doorleefd hebben van wat de Schrift als objectieve waarheid geeft. De Heilige Geest werkt om zo te zeggen het geloof tegen de ingeboren vijandschap van de mens in. De mens is niet zó maar ingewonnen voor het heil. Ook de gedoopte mens moet ervoor ingewonnen wórden.

Maar als het om de kern ging, om het centrale van de leer des heils, zoals die in de belijdenisgeschriften vervat is, dan waren Gereformeerde Bonders bij de oude Gereformeerde theologen van de VU en Kampen grosso modo thuis. En het heeft zeker een theologisch vacuum betekend toen de VU de laatste decennia koers wijzigde.

De Doleantie mislukt

Na alles wat zich de laatste tijd voltrokken heeft menen Gereformeerde Bonders in gemoede dat de Doleantie mislukt is. Niet dat de Doleantie geen vruchten zou hebben afgeworpen voor het gereformeerde leven in Nederland. Zij heeft ongetwijfeld een stuk levend gereformeerd leven bewaard, zég dan uitgeleid uit de Hervormde Kerk. Maar daar is het bij gebleven. Het herstel van de (nationale) kerk is uitgebleven, herstel in de zin van de Belijdenis. De Belijdenis is thans in de Gereformeerde Kerken even be-en omstreden als in de Hervormde Kerk, zodat de vraag inderdaad gewettigd is: wat onderscheidt u nog van de kerk waaruit u bent uitgegaan? Ook kerkelijke gerformeerden voeren thans aan, dat de belijdenisgeschriften gezien moeten worden in het raam van de tijd, waarin ze ontstonden. De twintigste eeuw plaatst immers voor heel andere vragen. Welnu, dat werd in de Hervormde Kerk in de 19e eeuw óók al beweerd. Gereformeerde Bonders echter menen, dat met de belijdenisgeschriften van de 16e eeuw in principe alles is gezegd, let wel, raeialles, maar in-principe-alles. De Gereformeerde theologie is in de 16e eeuw niet in een slop gerangeerd. Die gaat vóórt, bezint zich op telkens nieuwe vragen, die zich voordoen. Maar ze is in de Reformatie van de 16e eeuw wel op een bepaald spóór gezet. De Gereformeerde theologie blijft zich op de nieuwe vragen bezinnen vanuit hetzelfde/7r/«c/ep als de Reformatoren deden, n.l. het Schriftprinciep. Geen tijd staat, naar reformatorisch princiep, twee bronnen toe, waaruit geput kan worden, t.w. de Bijbel én eigentijdse ontwikkelingen in wetenschap, cultuur, levensgevoel.

Sola Scriptura, alléén de Schrift, dat is het reformatorisch princip. Met dit princiep is dunkt ons bepaalde theologische arbeid binnen de Gereformeerde Kerken - en dat móét uitwerking op'de prediking hebben - bepaald in strijd. Te denken valt aan b.v. Rothuizens ethische verhandeHngen, b.v. in 'Eén Gids, twee wegen' en Kuiterts Schriftvisie, als bv. ontwikkeld in 'Verstaat gij wat gij leest? ’

Samen op Weg

Als Gereformeerde Bonders nu zélf in een kerk zitten, die moeite heeft met haar belijdenis, dan kunnen ze er toch niet zóveel bezwaar tegen hebben als Hervormden en Gereformeerden samengaan in 'Samen op weg' ? Toch wél! Samen-op-weg is geen herstel van de Doleantie. Het is een samengaan van twee gelijkwaardige kerken. Voor Geref. Bonders blijft de Hervormde Kerk de kerk, waarin zij hun plaats weten vanwege het Verbond., In de meest desolate toestand van de Hervormde Kerk hebben zij de Hervormde Kerk niet prijs kunnen geven, ook na de Doleantie niet, toen het Gereformeerde leven scheen te gaan floreren in de Gereformeerde Kerken, terzijde van de Hervormde Kerk. Met dr. J. G. Woelderink hebben zij gezegd de Hervormde Kerk niet te kunnen prijsgeven, omwille van het volk in die kerk, vanwege hét Verbond. Gods trouwzo wisten zij - wordt door onze ontrouw nooit teniet gedaan. Voor Gereformeerde Bonders is daarom alleen zulk een samengaan van Hervormden en Gereformeerden rriogelijk, dat gebaseerd is op gezamenlijke schuldbelijdenis voor Gods Aangezicht, waarna zich de Gereformeerden weer voegen binnen de grenzen van de nationale gereformeerde, dat is Hervormde Kerk. Maar dan ook zó, dat de Belijdenis als gezamenlijk erfgoed weer wordt aanvaard en gehonoreerd. Is dat namelijk niet het geval, dan wordt in feite de band met de Historie doorgesneden. Want de Belijdenis van de kerk is nauw verweven met het ontstaan van onze natie.

Komen de Gereformeerden terug in waarachtige bekommernis om de Belijdenis dan zijn we saam verheugd. Maar zo zien Gereformeerde Bonders het gezien de actuele situatie in de Geref. Kerken, nog niet zitten.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 1978

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Hoe kijken Gereformeerde Bonders tegen de Gereformeerde kerken aan?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 1978

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's