Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reiniging (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reiniging (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

'En het geschiedde, als Hij in een dier steden was, ziet er was een man vol melaatsheid; en Jezus ziende, viel hij op het aangezicht en bad Hem, zeggende: eere, zo Gij wilt. Gij kunt mij reinigen.' Lukas 5 : 12

Regelmatig als een hartslag komen de woorden in het Lukasevangelie terug: 'en het geschiedde'. Ze zijn de signalen van het nieywe leven dat in Christus is geopenbaard. God schrijft heilsgeschiedenis. Waar Christus komt, breekt het Koninkrijk der hemelen zich baan. Hij trekt in Zijn woorden en daden een spoor van leven door Galilea, het land van de duisternis en schaduw van de dood. Zijn Ucht trekt mensen aan die in het donker leven. Ze vluchten tot Hem, terwijl de schaduw van de dood over hen valt.

'En ziet, er was een man vol melaatsheid.' Daar komt zo'n mens tot Jezus. Hij weet van de gevolgen van de zonde in deze wereld. Hij draagt de tekenen ervan in zijn leven mee. Aan hem is zichtbaar welke verwoestende kracht de zonde heeft op Gods goede schepping. Daar komt een mens, die geschapen is om God met lichaam en ziel te verheelijken. Om in liefde met God en de naaste te leven. De schoonheid van zijn lichaam is verloren en het leed heeft diepe sporen in zijn ziel getrokken. Hij is vol melaatsheid. Daarom staat hij alleen in het leven. Hij is een getekende. Hij moet zijn nood langs de weg uitroepen: onrein, onrein. Waar hij komt, vluchten de mensen weg. Voor hem is geen plaats meer in het leven. Maar erger nog: hij heeft geen toegang tot de tempel. De weg tot het offer en de gemeenschap met God in de tempel is voor hem afgesneden. Hij is eeij mens zonder hoop, die de dood in zich omdraagt.

Zo is hij een wandelende prediking. De profeten hebben zijn ziekte gebruikt als een beeld om de zonde en haar gevolgen aan te duiden. Ze brachten de boodschap van God aan Zijn volk: zo ziet het er van binnen bij u uit. Verkijk u niet op de uiterlijke schijn van uw leven. U bent een mens die door de zonde alle hoop op leven verloren heeft. Een mens die zichzelf niet redden kan. Dat geeft aan dit woord van de evangelist een bijzondere klank. 'Ziet een man vol melaatsheid.' Ziet u hem wel? Hij is afzichtelijk, maar draai uw hoofd niet om. Uw zaak is aan de orde. Laat het goed tot u doordringen wat deze man u zonder woorden zegt. Zo is ons leven geworden door de zonde. Geen toegang tot God en de gemeenschap met de naaste verbroken. Het goede leven dat God schonk is verminkt en verbroken, ten dode opgeschreven. Hebt u zo uzelf leren kennen? Dan bent u geen toeschouwer meer. U herkent uw leven in deze melaatse. Of bent u nog nooit aan uw nood toegekomen? Wendt u zich huiverend af van deze werkelijkheid? De Heere zet u erbij stil: ziet deze man. Hij heeft geen hoop. Nergens kan hij genezing vinden. Wanneer dat de nood van uw hart is, moet u op hem letten en hem volgen op zijn weg. Want hij vlucht met zijn ellende tot Jezus.

Christus is in de stad. Wonderlijk is dat. De Heere is daar, waar mensen Hem nodig hebben. Hij is als de grote Knecht des Heeren gekomen om het verlorene te zoeken. Hij geeft hopelozen nieuwe moed. Waar een melaatse man geen uitweg heeft, verschijnt Jezus. Zo kan de melaatse Hem vinden. De Heere gaat niet willekeurig Zijn weg door GaĆ¼lea. Hij trekt voort naar het welbehagen van de Vader. En de Heilige Geest leidt zondaren tot Hem. Ze komen tot Hem, getrokken door Zijn woorden en daden. Dat werk gaat ook nu voort onder de bediening van Woord en Sacrament. De Heere gaat rond om te behouden. Hebben we Hem nodig gekregen? Wie oog krijgt voor de schuld en de verlorenheid van zijn leven, ontvangt in het evangelie een ongehoorde boodschap. Daar straalt de heerlijkheid van Christus, bij Wie alle dingen mogelijk zijn. En de Heilige Geest wekt het verlangen naar Christus en Zijn genade. Daar komen zondaren aan Jezus voeten terecht.

Zo ligt de melaatse man voor Jezus, met zijn hoofd op de grond: 'Heere indien Gij wilt. Gij kunt mij reinigen.' 't Is een nederig gebed. De smeekbede van een bedelaar, die nergens recht op heeft. Hij vraagt om genade. Hij doet een beroep op de heilswil van de Heere, op het hart van Christus. Daar hangt voor hem alles van af. Hij weet: wie melaats is heeft geen kans op genezing. Een melaatse genez^en staat gelijk aan een dode opwekken. Dat kan God alleen. Daarom pleit hij biddend: indien Gij wilt. Het is de schreeuw van een hart in nood, een roep om behoud. Zo bidden we waar de nood dringt. We moeten het belijden: alles erdoor gebracht door eigen schuld. Het is naar recht als we erbuiten vallen. Geen recht op genezing. Maar Gij zijt de Zaligmaker.

De melaatse bidt Christus aan als een Koning. Hij is de Vorst van wie de Psalm zingt: Hij zal de npoddruftigen redden, die daar roept en de ellendige en die geen helper heeft. Indien Gij wilt. Hij klopt op de deur bij de Heere: 't Is toch Uw heilswil Heere, om verlorenen te behouden? Zijn gebed is als een worsteling met God: Ik laat u niet los, tenzij dat Gij mij zegent. Kent u die geloofsstrijd? Leerde u uzelf vastklampen aan de Heere en Zijn Woord, omdat u wist: alleen Hij redt? Alleen Zijn bloed reinigt van alle zonden. Waar dat uw hart vervult, wordt ook gebeden: indien Gij wilt. Daar wordt Christus aanbeden als de enige Hoop voor ons hart.

De melaatse roept de Heere te hulp. Hij ligt op de weg als een blok aan het been van Christus. Maar zo is hij een van de geweldigen, die het Koninkrijk Gods nemen met het geweld van het gebed. Hij belijdt: Gij zijt de Heere, Die macht heeft om te gebieden. Zo Gij wil. Gij kunt. Wat een vertrouwen heeft deze man in Jezus. Hij vertrouwt op de Naam des Heeren. Hij bidt Christus aan als de Messias, de van God gezalfde Zahgmaker. Van de Messias was het immers beloofd, dat Hij alle dingen nieuw zou maken. Hij zou zelfs de melaatsen genezen. Daarom bidt deze man Jezus aan in Zijn majesteit. Hij heeft in Christus ontdekt, waar velen aan voorbijgaan. Gij kunt mij reinigen. In dat vertrouwen belijdt hij Christus zijn nood. Hij doet een beroep op de Koning, die tevens de Hogepriester is. Hij vraagt niet alleen om genezing. Hij wil gereinigd worden. De weg tot het offer, tot de gemeenschap met God in de tempel moet weer voor hem opengaan. Zo zal hij ook in zijn volk weer een plaats kunnen vinden. Hij belijdt: Heere dat kan alleen door Uw wondere kracht. Gij zijt de Weg naar het leven. Hebt u Christus zo leren kennen? Is het uw gebed ook geworden: Heere, wees Gij mijn Uithelper, wees Gij mijn Borg? Alleen Hij is de Weg tot het leven.

Alleen door^Hem is er een weg tot God. Wie dat leert, kal^^et niet meer laten zich biddend aan de Heere en Zijn Woord vast te klampen. Daar leert de Heilige Geest ons, dat Hij een volkomen Zaligmaker is. Zijn bloed spreekt van betere dingen dan het bloed van Abel. Het spreekt van vergeving, verzoening, vernieuwing. Het reinigt van alle zonden. Als uitgestoken vingers wijzen Gods beloften verloren zondaren op Jezus Christus. Er is plaats bij Hem. U kunt daar alleen komen met de nood van uw leven. Als een bedelaar biddend: 'Indien Gij wilt. Gij kunt mij reinigen.' Maar daar klinkt Zijn stem: 'Ik wil, wordt gereinigd. '

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1979

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Reiniging (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1979

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's