Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Diakonaal beleidsplan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Diakonaal beleidsplan

Teken van leven

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Balans opmaken?

Nu in ons blad zowel de Hervormd Gereformeerde Bijdrage aan 'Samen beleid maken' als de beleidsnota 'Teken van leven'is weergegeven, zouden we de vraag kunnen stellen, de balans opmakend, of er van die Bijdrage het één en ander in de nota is te vinden. Wie op deze punten het beleidsplan onderzoekt, vindt inderdaad verscheidene opmerkingen en suggesties in 'Teken van leven' verwerkt, al is duidelijk gekozen voor een eigen woordkeus en een eigen vormgeving. Ik wil trachten nog eenmaal de verschillende hoofdstukken langs te gaan, te zien waar de 'Bijdrage' op één of andere manier terug te vinden is in het definitieve stuk 'Teken van leven' en hier en daar enige kritische kanttekeningen maken.

Diaken en Gemeente

De nota laat de gestalte van de diaken als ambtsdrager niet alleen opkomen uit de gemeente, maar laat tevens uitkomen, hoe deze in zijn dienst in de gemeente gesteldis namens Christus (pag. 23). 'Als ambtsdrager mag de diaken iets van de dienst van Christus aan de gemeente verrichten'. Hij heeft de gemeente 'te bepalen bij de tekenen van Zijn heil in de wereld' (pag. 23). Hierin mogen we kennelijk iets horen van het 'tegenover' waarover de 'Bijdrage' schreef: de diaken is van Christuswege tot ambtsdrager geroepen om met het Woord van God, dat spreekt van priesterlijke barmhartigheid en koninklijke gerechtigheid, de gemeente op te roepen tot dienstbetoon. De 'Bijdrage' pleitte sterk voor een weder-• zijdse betrokkenheid en samenwerking van de verschillende ambten in de gemeente. De diaken arbeidt in samenhang met de andere ambtsdragers, de ouderlingen en de predikanten. 'Teken van leven' honoreert dat element, door op pag. 27 te stellen, dat een waarlijk diakonaal klimaat in de gemeente het best kan ontstaan als alle vormen van gemeenteleven op het dienstbetoon zijn gericht - bijvoorbeeld catechese, toerusting, prediking, eredienst, pastoraat. Daarbij is nodig openheid en medewerking bij andere ambtsdragers en de gemeenteleden.

Ook het pleidooi van de Bijdrage voor de eenheid van inzameling en uitdeling is niet aan dovemansoren gesproken: op pag. 24, maar ook elders, worden deze twee diakonale taken onlosmakelijk met elkaar verbonden gezien. Het diakonaal huisbezoek ontbreekt in het beleidsplan evenmin. Dit ouderwetse middel wordt zelfs als voortreffelijk aangemerkt (pag. 24). Jammer, dat de invulling van dat voortreffelijke gebeuren niet uitvoeriger wordt gegeven. Het gaat er toch om, dat de diakenen de gemeenteleden zelfstandig bezoeken en niet meedoen als hulpkrachten voor de ouderlingen bij heipastoraal huisbezoek! Ter synode is er terecht op aangedrongen de term 'diakonale gemeente' zo weinig mogelijk te gebruiken. De gemeente is wel geroepen diakonaal te zijn, te leven en te handelen, maar zij is tot zoveel méér geroepen: tot belijdenis, getuigenis, bevinding, lofprijzing, gemeenschap.

De Bijdrage had ook gewezen op de wenselijkheid van een nauwe, zorgvuldige en respectvolle samenwerking met en erkenning van de Overheid, waar diakonaat en 'sociale za­ ken' elkaar ontmoeten. Met zoveel woorden vinden we dat in het beleidsplan niet terug. Telkens vinden we in 'Teken van leven' een teruggrijpen op de aan de gemeente van Chrstus geschonken gaven, waar we op mogen vertrouwen, zelfs mogen we 'in de gemeente geloven' (pag. 16). De gemeente mag op die genadegaven worden aangesproken, in de verwachting dat ze hun werk zullen doen'. Hoezeer ik weet, dat hier geschreven wordt over Gods gaven en niet over eigenmenselijke activiteit, heb ik toch wel wat moeite met dit geloof in de gaven der gemeente en zo in de gemeente zelf. Komt zo de gemeente niet te zeer in het vizier als een soort reservoir, een pakhuis, een arsenaal van gaven? Het lijkt me beter, christologischer en pneumatologischer, over de gaven der gemeente te spreken op de wijze van de Heidelberger Catechismus zondag 21, vraag en antwoord 55: 'Wat verstaat gij door de gemeenschap der heiligen? Eerstelijk, dat de gelovigen allen en een iegelijk, als lidmaten aan de Heere Christus en al zijn schatten en gaven gemeenschap hebben. Ten andere, dat elk zich moet schuldig weten, zijn gaven ten nutte en ter zaligheid der andere lidmaten gewilliglijk en met vreugde aan te wenden': deze taal der confessie zou niet hebben misstaan in een zo kerkelijk geschrift als het besprokene!

In het hoofdstuk Diaken en Gemeente wordt ook weinig of niets geschreven over een bijzondere, eerste verantwoordelijkheid van het diakonaat (c.q. de diakonie) voor de eigen gemeente. De Bijdrage wijst daar op met een beroep op dè bekende tekst Galaten 6 : 10 ('.. .laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten dés geloofs'). Er geschiedt toch ook diakonaat door de gemeente aan de gemeente. De tekst verdedigt allerminst een stuk kerkelijk egoisme, maar concentratie op een eerste verantwoordelijkheid, 'zuiver functioneren van het eigen organisme van de gemeente', beoefening van broederliefde, die bevorderlijk is voor de vervulling van de universele taak van de gemeente (aldus prof. dr. P. A. van Stempvoort in zijn commentaar op Galaten).

Diaken en Samenleving

Zeer verblijdend is in 'Teken van leven' de onlosmakelijke eenheid van Woord en Daad in gemeente en samenleving. Die band wordt consequent gezien en telkens wordt er op gewezen, dat de daad van diakonale actie geworteld is in en geïnspireerd is door Gods Woord, door de profetische oproep van het bijbels getuigenis (zie 'Rekenschap', met name pag. 12 vv. over 2 Kronieken 28 : 5-15).

Opvallend is een ingehouden en behoedzaam spreken over diakonaat en politiek. Openlijk en niet zonder reden wordt gezegd, dat diakonaat 'niet om de politiek heen kan' (pag. 34), maar er wordt beslist niet gekozen voor een 'conflictmodel', voor progressief aandoende politieke actie. Wel wordt gewezen op de noodzaak tot keuze, ook tot politieke keuze en de hoop wordt onder woorden gebracht, dat de gemeente een oefenplaats moge zijn om 'op een andere wijze' (dan op de wijze van conflict en tegenstelling) met politieke vragen om te gaan. 'Dan zoeken we naar eikaars motieven en proberen gestalte te geven aan de broe­ derschap in de dienst van de Heer' (pag. 34). Ik waardeer deze zinsnede als een wettige oproep aan de christelijke gemeente tot antipolarisatie. Of zou deze gedachte naief zijn? Of is het daarvoor te laat?

Als ik dit hoofdstuk goed lees en versta, dan houden 'gemeente' en 'samenleving' elkaar om zo te zeggen in evenwicht, zij zijn als gelijkwaardigen op elkaar betrokken, een verhouding, die te vergelijken zou zijn met een ellips met twee brandpunten. Het is mij liever de gemeente en de samenleving anders te zien. En wel als een tweetal concentrische cirkels om het ene middelpunt Christus, vanuit het middelpunt (het Woord, de Christus, de kerkdienst) is dan de diakonale beweging naar de wereld, naar de samenleving toe. De gemeente is van andere orde. Zij heeft bijzondere roepingen, waaronder diakonale, vóór die samenleving. Onze kerkorde kent in dit verband grote betekenis toe aan de kerstening van de samenleving door en vanuit de gemeente. Deze gedachte, in de herv.-geref. Bijdrage opnieuw vertolkt, is niet bepalend voor 'Teken van leven', dat veel verwachting van die samenleving zelfheeft. Diakenen kunnen ook daar gaven inzamelen (pag. 36). Van mensen die een andere hoop hebben en een ander heil verwachten? Met alle respect voor de indrukwekkende ontplooiing van humaniteit in de samenleving heb ik daar toch wel moeite mee. De roeping van de gemeente voor de samenleving komt niet (mede) voort uit de mogelijkheden in die samenleving, maar uit de profetische roeping voor die samenleving. Krijg je trouwens geen merkwaardige vermenging van geestelijke gaven en scheppingsgaven? Het beleidsplan maakt de grenzen tussen kerk en wereld, gemeente en samenleving, wel erg vloeiend, vind ik; alle antithese lijkt er uit te zijn. En hoe voorzichtig we ook met dat begrip moeten zijn: er is een principiële, diepe tegensteHing tussen gemeente en samenleving, die samenhangt met het al of niet kennen en volgen van de Meester, Jezus Christus. Wel is te waarderen én te volgen de solidari­

teit en de inzet, waarvoor 'Teken van leven' hartstochtelijk pleit, voor de gedeukten en ontrechten, de eenzamen en de slachtoffers, waarmee de samenleving gevuld is. Wie schiet daarin niet te kort?

Terecht vraagt de nota aandacht voor en studie van het welzijnswerk. Daarover schreef ook de Bijdrage. Welzijnswerk in ons land is ontstaan als reactie op negatieve bijverschijnselen van de welvaart. Welzijn is geen luxe, maar een goed, dat mag en moet worden nagestreefd. De nota gaat misschien wel wat te snel voorbij aan de bijbelse vulling van.het begrip welzijn. Overigens bedenken we hier wel, dat een beleidsnota slechts contouren tekent, lijnen schetst. Het bijbelse woord voor welzijn, sjaloom, heeft ook verticale dimensies. In sjaloom komt de verbondenhefd van God, mens en wereld tot uiting, daar ontmoeten liefde, trouw en gerechtigheid elkaar. Onze roeping tot welzijnsbevordering is ge­

geven met het volgelingzijn van de Heiland, d.i. de 'heil-aanbrenger', die heel maakt wat stuk is.

Persoonlijk had ik graag een voorkeur zien uitgesproken voor confessionele welzijnsorganisaties, als betuiging van solidariteit met hen, die confessie en welzijn op elkaar zoeken te betrekken (die zijn er trouwens ook beslist in de algemene organisaties). Ook in de Bijdrage was daarop gewezen.

Werelddiakonaat

Er staat veel goeds in het hoofdstuk van 'Te-

ken van leven' over het werelddiakonaat. In de Bijdrage was gewezen op de eigen plaats daarvan naast de zending en op de noodzaak van tweerichtingsverkeer, wederkerigheid, partnerschap. Daaraan wijdt het beleidsplan een goed stuk (pag. 53) vooral als het gaat over wederkerigheid in het aanreiken van elkaars gaven. Minder aandacht wordt gegeven aan de verhouding van het dienstbetoon tot de prediking der verzoening. In de Bijdrage werd 6en waarschuwing opgenomen tegen onkritische overname van de marxistische analyses van de samenleving. Die had ik best willen terugzien in het beleidsplan.

Genoeg hierover. Ik voor mij ben er gelukkig mee, dat de vragen rondom het werelddiakonaat intensief worden bestudeerd in de nieuwe Commissie Werelddiakonaat van de G.D.R., waarin ook enkele hervormd-gereformeerden zitting hebben. Het moet ons, diakenen in dienst der Kerk, veel waard zijn onze deelname aan het werelddiakonaat niet te hoeven overhevelen naar buitenkerkse, particuliere stichtingen, maar vrijmoedig te kunnen medewerken aan de kerkelijke projecten.

Tenslotte

Het staat vast, dat tal van diakonieën, ook in onze herv.-geref. gemeenten, weinig zicht meer hebben op hun diakonale roeping in deze tijd. Dat is tot schade van de gemeente en van de samenleving. Het is ontrouw aan onze diakonale roeping. Het bestuderen van 'Teken van leven' zal steHig vraagtekens oproepen inzake het beleid in zijn geheel of op onderdelen. Daarnaast biedt het veel goeds. Het zette ons op zijn minst aan het denken over onze diakonale beleidslijnen. In het bijzonder de diakenen kunnen en mogen daar niet omheen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1979

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Diakonaal beleidsplan

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1979

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's