Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De nieuwe Antithese

Wellicht is de betekenis van het woord u niet direct duidelijk. Letterlijk betekent het woord: tegen-stelling. Wie wat thuis is in de geschiedenis weet, dat Abraham Kuyper er telkens weer nadruk op legde, hoe Zij die zich door Gods Woord lieten leiden en zij die dit Woord verwierpen door tegengestelde uitgangspunten geleid werden. Dat gebeurde zowel in de poHti^k als in het sociale leven. Kuyper bepleitte dan ook afzonderlijke organisatie van christenen op verschillende terreinen van het leven. Ik laat nu rusten in hoeverre Kuypers nazaten met die leer van de antithese in het spoor van Kuyper gebleven zijn. In een artikel in Opbouw van 4 mei stelt drs. H. de Jong de , vraag of Kuypers volgelingen niet te gemakkelijk van de antithese als iets wat vooraf gegeven is, zijn uitgegaan.

Is het niet veeleer zo dat daar waar het Evangelie van Joh. 3:16 gepredikt wordt, dit Evangelie een wig drijft tussen mensen?

Wie over de antithese nadenkt, moet inderdaad zeggen: Het gevaar van een verkeerde toepassing, vereenzelviging van Gods zaak en onze zaak, dreigt steeds. We zullen de antithese steeds weer moeten zuiveren. Steeds weer terug moeten naar het zuivere spreken van de Schrift zelf over geloof en ongeloof. De Jong wijst er dan op, dat Karl Barth in zijn kritiek op de antithese enerzijds behartigenswaardige dingen gezegd heeft, maar dat hij anderzijds gepoogd heeft haar op te heffen doordat in Christus allen verworpen en verkoren zijn. Geen wonder dat na 1945 onder invloed van het Barthiaanse denken de Doorbraak velen er toe bracht de christelijke organisatie vaarwel te zeggen. De Jong schrijft over Barth:

Het is tegenwoordig onder ons mode om over Karl Barth tamelijk positief te spreken. Dat is wel begrijpelijk als je let op de ontwikkelingen na hem. Teruggrijpen op hem lijkt een orthodox gebaar. Het is ook behoudend. Je kunt het vergelijken met de waardering onder gereformeerden voor Willem Drees, de vroegere politieke tegenstander. Maar deze nieuwe taxaties zijn toch meer blijken van gradueel dan van principieel denken.

Principieel gesproken moeten we blijven zeggen dat Karl Barth een volstrekt heilloze wending aan het theologisch denken gegeven heeft. Klaas Schilder had daarin gelijk en krijgt daarin ook nog steeds meer gelijk. De theologie van Karl Barth heeft zichzelf verstaan als een theologie 'zwischen den Zeiten', tussen de tijden, en dat is precies raak gekenschetst. Karl Barth heeft een theologie gemaakt voor tussen de tijden, voor tussen de getijden, voor het ondeelbaar ogenbhk tussen eb en vloed, de eb van het verdwijnende christendom en de vloed van de opkomende secularisatie. Nu dat moment is gepasseerd en de vloed krachtig komt opzetten, beseffen wij hoe onhoudbaar Earth's positie is, hoe krachteloos zijn luchtsprong was, toen hij de antithese verticaal overeind zette en haar zo meende te radicaliseren.

Dat zijn scherpe woorden, maar ik meen dat de ontwikkeling in de zestiger jaren De Jong in het gelijk stelt. Of Barth zelf deze ontwikkeling gewild heeft is iets anders. We kennen zijn niet-malse kritiek op de nieuwe theologie. Maar het Barthiaanse denken dreigt er toch altijd weer toe de grenzen tussen kerk en wereld uit te wissen. Nu is het opvallend dat we een nieuwe antithese zien opkomen:

Want in een leven vol tegenstellingen en in een tijd waarin deze polariserend' worden aangescherpt, laat zich in de antithese natuurlijk niet aan de kant drukken. En deze is dan ook teruggekeerd. In een nieuwe vorm, in een geseculariseerde gestalte. Er is nu niets verticaals meer aan. De antithese is zo plat als een cent geworden, materialistisch. En ze heet: klassen-strijd. Het frappante is dat deze klassen-strijd als nieuwe antithese 't christelijk erf wordt binnengedragen door theologen die stuk voor stuk zeggen bij Barth vandaan te komen. Althans in Nederland is dat zo. Wij moeten hen daarin ook wel geloven. Maar zo wordt wel iets van het mislukken van Barth's theologie tragisch onthuld. Want wat begonnen is als een titanische kritiek ('senkrecht von Oben') op de vereenzelviging, loopt nu uit op een vereenzelviging die zijn weerga niet kent: God en Zijn Evangelie opgesloten in de wereldse strijd der klassen, via het bijbelse gegeven, dat God de God der armen is.

Onderken in deze ontwikkeling de toeleg van de boze. Eerst heeft hij Gods volk door middel van het barthianisme ontwend aan de antithese-gedachte. Een geest van synthese en samendoen is daarvoor in de plaats gekomen. Nu deze synthese is uitgelopen op kleurloosheid en verdoezeling, groeit onder de jongeren een bereidheid tot een weer omhoog heffen van de antithese. Want de anti'these is reëler dan de synthese, sluit meer aan bij de werkelijkheidsbeleving van vandaag. Het motief van kleur bekennen iszeerpopulair. Alleen, de nieuwe antithese is nu niet meer de bijbelse. Ze is afgeplat, vermagerd en verwrongen tot de tegenstelling tussen arm en rijk in de materialistische zin van het woord. Ontzettend, wat knap van de grote tegenstander!

En de grote vraag wordt nu: hoe doorzuiveren wij opnieuw deze nieuwe antithese. Want dat er bij alle verwringing toch een bijbelse kern van waarheid steekt in deze nieuwe antithese, staat voor mij vast. Maar wij moeten die kern onder veel vandaan halen. Daarover een volgende keer.

Op het moment waarop ik dit schrijf is het tweede artikel nog niet verschenen. Ik zou twee kanttekeningen willen maken. Ten eerste: Is in dit alles ook niet de grote invloed van het Neo-Marxisme te bespeuren? En in de tweede plaats: Hebben de ingrijpende ontwikkelingen in de wereld, b.v. de ontdekking van de derde wereld met zijn tegenstelling rijkarm, ook niet mede deze ontwikkeling bevorderd? Zonder iets af te doen van De Jong's scherpe analyse en beoordehng, die ik deel, zou ik wel willen zeggen: Bij de beste vertegenwoordigers van de door hem geschetste denkrichting is toch een stuk bewogenheid speurbaar met de onderliggenden, de armen en rechtelozen, die m.i. bijbels legitiem is. De God van Israël trekt zich het lot der armen aan. Maar dat is wat anders dan het Evangelie persen in een marxistisch klassenstrijd-model.

De massamedia en liet gezin

In het orgaan van de Chr. Geref. Kerken 'De Wekker' schrijft D. Koole over de invloed van de massamedia, met name de TV in het gezin. Hij pleit voor een kritisch volgen en begeleiden van wat we lezen, zien en horen. Dat is niet eenvoudig. Beschikken we over voldoende onderscheidingsvermogen? Juist door een medium als de TV is de gesloten wereld van vele van onze gezinnen, zegt Koole, opengebroken. In korte tijd werden en worden we overspoeld met allerlei visies, meningen en levensvormen. Dat kan een crisis der zekerheden teweeg brengen. Wat staat nog vast? In die snelle ontwikkeling zijn vele ouders met hun kinderen in een open wereld terecht gekomen. Over die open wereld zegt de schrijver:

In een snelle ontwikkeling zijn wij, die misschien nog enigermate de sfeer van een besloten en omheinde leefwereld hebben ervaren, met onze kinderen terecht gekomen in een volkomen open wereld. Via radio en krant en niet in het minst door een simpele druk op de knop van ons televisie-' toestel staan we onmiddellijk in verbinding met landen, volken, culturen en godsdiensten waarvan we het bestaan vroeger misschien niet eens vermoedden. Voortdurend dringen zich via de moderne massamedia mensen met andere levensbeschouwingen aan ons op. Andere godsdiensten presenteren zich. De wijze waarop dat gebeurt is veelal zodanig dat de christen er toe wordt gedwongen over eigen levensbeschouwing en over het christelijk geloof minder absoluut te denken en ruimte te geven aan de gedachte dat ook andere levensvisies waardevol kunnen zijn en dat andere godsdiensten evenzovele wegen zijn waarlangs men uiteindelijk bij God uitkomt.

Nemen we eens al die tv-uitzendingen op godsdienstig gebied, waarbij de betrouwbaarheid van ' de bijbelse informatie ter discussie staat. Wie bijvoorbeeld de KRO-serie 'graven in bijbelse bodem' heeft gevolgd heeft heel wat interessante kennis opgedaan, maar er kwamen wel eens gegevens naar voren die een correctie vormden op bepaalde informaties die de bijbel verstrekt. Ik denk ook aan de NOS-serie 'De christenen', die eerder op zondagen werd uitgezonden en die men nu door de week op het scherm brengt om zodoende een groter aantal kijkers te bereiken. Ook in deze serie wordt boeiende informatie gegeven, maar de eerste uitzending begon wel met de historiciteit van de centrale figuur van het christendom, Jezus Christus, in het midden te laten, terwijl de kanttekeningen van de samensteller van deze serie bepaald niet altijd parallel lopen met de orthodoxe voorstelling van zaken die christelijke kijkers van huis uit meekregen. Een ander voorbeeld zijn de vele natuur-wetenschappelijke uitzendingen via radio en televisie, \yaarbij het ontstaan van het universum en alle ontwikkelingen en verschijnselen op dit ondermaanse en in de ruimte zo worden verklaard dat Gods hand er niet in waarneembaar is en waarbij geen ruimte meer is voor de gedachte dat in bepaalde gebeurtenissen een oordeel van Godswege gelegen zou kunnen zijn. Hiermee hangt dan onmiddellijk samen de vraag naar de waarde van het gebed van Gods kerk waarvan we altijd hebben willen geloven dat het van invloed kan zijn op de wijze waarop God aan de ontwikkelingen op onze planeet richting geeft. Ik heb dan nog niet genoemd wat via de publiciteitsmedia op ons afkomt aan informatie over het menselijk kennen en kunnen op medisch gebied. Er blijft natuurlijk wel het besef dat we ons nooit helemaal van onze afhankelijkheid zullen kunnen ontdoen, maar voor veel christenen wringt het toch erg op het punt van Gods voorzienigheid en het menselijk vermogen om heel veel in eigen hand te nemen.

Verder wijst hij op de vele discussies op poütiek en ethisch gebied die vaak niet boven een woordenstrijd uitkomen, zonder dat een weg gewezen wordt. Het noopt tot nadenken, het kan ook twijfel zaaien. De heer Koole weet natuurlijk ook ^ hij zegt dat ook met zoveel woorden - dat niet alleen de massamedia hier in het geding zijn, maar ook wat er in het onderwijs aan kinderen wordt meegegeven, alsmede in de ontmoetingen op het werk en daarbuiten. Maar hij wil de invloed van TV toch niet onderschatten:

Iedereen ziet, hoort en spreekt over hetzelfde en het dwingt ons tot een houding en soms tot een verantwoording. Christenen geraken daarbij niet zelden in een situatie van verlegenheid. Oude antwoorden op vragen van vandaag blijken niet altijd afdoende te zijn. Voor het slaan van een brug

tussen oude en nieuwe inzichten ontbreken veelal de materialen. Dat schept een situatie van onzekerheid; dat maakt dat veel christenen zich met hun geloof wat zweverig voelen. Als we vandaag klagen over terugval en afval, als het moeite kost jongeren er bij te houden en voor de dienst van God te enthousiasmeren, dan mogen we als kerk en als ambtsdragers wel eens bedenken dat achter wat op het oog onverschilligheid lijkt ten diepste twijfel verborgen gaat, die bij niet'weinigen gewekt is en gevoed wordt door wat via de massamedia aan nieuwe inzichten onze huizen binnenkomt.

Dat maakt het voor de kerk nodig om op deze ontwikkeling pastoraal in te spelen met een catechetisch onderwijs dat deze twijfels onderkent en er adekwaat op reageert. Dat maakt het gewenst op het huisbezoek de ouders aan te zetten en aan te moedigen met de kinderen datgene wat via de publiciteitsmedia op ons afkomt tot gespreksthema te maken en er vanuit de opvattingen van ons christelijk geloof over door te denken. Wat we godsdienstig, poUtiek, sociaal en cultureel zien, horen of lezen vraagt om door een goed gesprek te worden verwerkt.

Onverwerkt kan het negatief op ons leven inwerken en in het ergste geval een proces van losweking van het geloof in beweging zetten.

De vraag is wel: Hoe dit alles te realiseren in een tijd waarin ook het gezinsleven als zoda-nig opengebroken is en er vaak weinig echte ontmoetingspunten zijn. Niettemin is het pleidooi van de schrijver juist. Hoe belangrijk is het dat we de geesten onderkennen en beproeven! Hoe roept dit alles om de bijbelse mondigheid en weerbaarheid om geworteld in de waarheid te onderkennen waarop het aankomt. Dat stelt ook aan de prediking eisen. Niet om in actuahstische zin de krant of de t. v. op de kansel te brengen, zo a.u.b. niet. Maar wel om te laten zien, hoezeer het Woord van God ook vandaag een licht en een lamp is. Daarom is het vormingswerk binnen de gemeente een bijzonder belangrijk punt, naast de zondagse eredienst. Want in een gesprekskring kunnen de grote vragen waar onze tijd ons voor stelt en die via de media oiize gezinnen binnenkomen, bij het licht van de Bijbel besproken worden. Dat vraagt primair van elk van ons dat we - veriicht door Gods Geest - ons mogen laten leiden door dat Woord. Want het Woord van God is bij de tijd. Dat moge ons steeds weer voor ogen staan in de worsteling om te verstaan waar het om gaat, en.om neen te zeggen tegen leringen, stelsels en systemen die geloofsondermijnend werken.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 1979

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 1979

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's