Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij de drempel van de eeuwigheid (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij de drempel van de eeuwigheid (3)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gelijktijdig met de beide boeken van Raymond A. Moody over 'Leven na dit leven', werd mij een werkje van heel andere aard ter recensie gegeven. Het heet: 'Eerst geloven dan zien', met als ondertitel 'gedachten over het meegaan met mensen in hun laatste levensfase' (onder redaktie van mevr. A. S. Ekelmans-van Klaveren; de 3e druk is uitgegeven bij Oosterbaan en Ie Cointre te Goes, 1979). In dit boekje geven doktoren, verpleegkundigen en een predikant op terughoudende wijze vanuit hun praktijk wenken door die kunnen helpen bij het 'Leiden bij het lijden' (dr. J. R. Poelman). Letterlijk en figuurlijk in het hart van dit boek staat een ontroerend vraaggesprek met een vader en moeder die - kort na elkaar - twee zoons moesten verliezen. Alleen wie het zelf heeft ervaren weet welke ontzettende slagen hen daarmee werden toegebracht. Maar deze ouders mochten er van getuigen hoe én zijzelf én ook de kinderen op hun sterfbed in een wonderlijk blijmoedig geloof hun weg hebben mogen gaan. Dat was nu inderdaad: eerst geloven, dan zien of zoals de vader in het interview het karakteristiek uitdrukt: 'Je krijgt altijd opnieuw je reisgeld op tijd én voldoende. Dat is de basis om vol vertrouwen te leven en te sterven.' Ik wil dit boek graag aanbevelen, zeker ook aan hen die de boeken van Moody hebben gelezen of nog gaan lezen. Ik meen dat die titel' Eerst geloven dan zien' het christelijk antwoord op Moody samenvat. Al kon hij nog duizend rooskleurige getuigenissen van bijna-dood-ervaringen op tafel leggen, dan blijft niettemin overeind staan dat alleen door het ware geloof in de Heere Jezus Christus het echte uitzicht over dood en graf heen geschonken wordt en bestaan kan. Dat betekent niet een zich terugtrekken op het standpunt dat het vraagstuk of er leven is na de dood slechts een kwestie van blind vertrouwen mag zijn (zoals Kübler-Ross in haar voorwoord suggereert). De christelijke hoop is dochter van het geloof in de levende God en als zodanig geen blind vertrouwen. Veeleer een vertrouwen dat meer ziet dan het natuurlijk oog kan zien.

Bezwaren tegen Moody's gedachtengangen

Naast het reeds aangeduide fundamentele be­ zwaar tegen Moody's werkwijze, rijzen er ook ernstige inhoudelijke bedenkingen op grond van Schrift en belijdenis tegen hetgeen hij zoal poneert. Het gaat mij er overigens niet om op alle slakken zout te leggen en ik beperk mij dan ook tot die dwalingen die het meest de kern van de zaak raken.

Moody ontkomt niet aan een religieus indifferentisme. Met andere woorden: het maakt niet uit tot welke godsdienstige traditie men zich rekent. Het is zelfs zo dat de getuigenissen van enerzijds ongodsdienstige mensen en anderzijds diep gelovige mensen in het geheel niet verschillen. Dus hun beider levenseinde en toekomstperspektief is gelijk. Hier zijn we wel ver af van het bijbelse kernbelijden dat alleen de Naam van Jezus onder de hemelen gegeven is tot zaligheid. Hoogst exclusief zegt de Schrift: wie in Zijn Naam gelooft, zal zalig worden - maar wie niet in Hem gelooft, zal verdoemd worden.

In onmiddellijke samenhang hiermee staat dat Moody ook met het oordeel en de hel als bijbelse gegevens geen weg weet. We zagen reeds dat het oordeel bij hem (of in elk geval bij zijn informanten volgens zijn interpretatie) geworden is tot een evaluerende vraag, gesteld vanuit mild begrip. De gemaakte fouten konden door het lichtwezen met humor benaderd worden. Nergens is in dit verband sprake van de notie van schuld voor God, die slechts door verzoening weg te nemen is. De auteur zou zich kunnen voorstellen dat er voor een nazi-misdadiger bijvoorbeeld een ogenblik van diep aangrijpende zelfbeschuldiging en berouw zou zijn. Ook over zelfmoordenaars schijnt aan de overzijde een minder gunstig oordeel te worden geveld. Maar ook al wordt door een aantal informanten inderdaad gesproken van verbijsterde geesten die niet weten waar ze het zoeken moeten, dit wordt door de schrijver uitdrukkelijk onderscheiden van het scherpe (overigens bijbelse) spreken over een oord van eeuwig straflijden, van eindeloze wroeging, 'waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgebust wordt'.

Moody baseert op de resultaten van zijn onderzoek ook een bepaalde ethiek. Hij meent namelijk uitsluitsel te kunnen geven over de criteria die in het oordeel (of liever: de evalua­ tie) na het sterven worden aangelegd. Het gaat daarbij namelijk om medemenselijkheid en zelfverwerkelijking. Derhalve zijn dat dus de hoofdzaken waar het in ons aardse leven op aankomt. Enerzijds de ontplooiing van zichzelf door allerlei onderzoekingen te doen, ook door te rijpen vanuit de ervaring en wijs te worden uit de ondervinding. Anderzijds het afleggen van een zelfzuchtige houding, het bestrijden van egoïstische neigingen, vol begrip en dienende liefde de naaste benaderen. Op zichzelf genomen zijn dit loffelijke doeleinden. Ook kan er geen bezwaar zijn tegen de waarschuwing voor het plegen van zelfmoord en het onderstrepen van de positieve betekenis van het leven. Maar tegelijkertijd moet worden opgemerkt dat er op deze wijze een sterke reduktie wordt toegepast op de bijbelse ethiek. Waar blijven de geboden van de eerste tafel? Moody zegt in dit verband geen woord over de liefde tot God! Ook verzandt hij. in een ondiep moralisme. De mens die tot beter inzicht gekomen is zou op eigen kracht een deugdzaam leven kunnen gaan leiden. Hier geen sprake van vernieuwende genade en van de leiding van de Heilige Geest.

Misschien dat er nu onder de lezers zijn die opperen dat het geen kunst is een schrijver als Moody even na te meten met een liniaaltje (dat wij dan zeggen te fabriceren uit het bijbels getuigenis en het gereformeerd belijden) om dan uiteraard te konstateren dat bij hem alles te kort en te smal is. Is dat geen dogmatistische benadering? Er staat toch ook nog ergens in de bijbel: wie niet tegen ons is, is voor ons? Hiertegenover zou ik willen stellen dat de kwestie minder ongevaarlijk is dan u denkt. In zeer vele boekhandels zult u een gedegen of in elk geval betrouwbaar leerstellig boekwerk vergeefs zoeken, u vindt niet meer een aparte afdeling 'theologie', laat staan een afdeling 'dogmatiek', u kunt wel een plank vinden met de meer neutrale aanduiding 'zienswijze'. Daar vindt u nu uitgerekend dergelijke boeken als de genoemde van Moody wél. Dié worden door de algemene boekhandel op vrij grote schaal verkocht ('Leven na dit leven' haalde inmiddels reeds een derde druk). Er is dus een religieus of levensbeschouwelijk geïnteresseerd lezerspubliek dat zich op deze gedachtengangen oriënteert, vaak zonder de korrektie van het schriftuurlijke-gereformeerde belijden. Het zou ook beslist een misvatting zijn deze lezerskring slechts onder rand-en buitenkerkelijken te zoeken. Ook binnen de gemeenten is de kennis vaak zo gering dat de mogelijkheid om deze en dergelijke literatuur kritisch te verwerken niet aanwezig is. Gegeven deze situatie zal hét in prediking, catechese, pastoraat en apostolaat noodzakelijk zijn de kernwaarheden van het geloof onvermoeibaar te herhalen. Van grote betekenis is kritische doorlichting van de stroom van informatie die wij dagelijks te verwerken krijgen - maar vooral positief getuigenis van de dingen die onder christenen volkomen zekerheid hebben en waardoor ze kunnen 'leven en sterven met verwachting’.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 mei 1979

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bij de drempel van de eeuwigheid (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 mei 1979

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's