Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze catechisatie (4) - De catecheet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze catechisatie (4) - De catecheet

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De catecheet als verbi domini minister

In de praktijk van de catechese speelt de persoon van de catecheet een grote rol. Het welslagen van de catechese hangt voor een groot gedeelte af van de wijze waarop hij catechiseert.

Daarom staan we nu stil bij de persoon van de catecheet en willen we bezien, welke overwegingen voor hem van belang zijn.

Allereerst stellen we, dat de catecheet verbi domini minister is, d.w.z. dienaar van het Goddelijke Woord. Dit betekent niet, dat we het onderscheid tussen prediking en catechese uitwissen. De prediking zouden we kunnen noemen de verkondigende dienst aan het Woord en de catechese de onderwijzende dienst aan het Woord. Hoewel beide in elkaar kunnen overlopen (de catechismuspreek), houden we het onderscheid tussen beide scherp in het oog.

De catecheet staat dus in dienst van de sprekende God, Die zich in Zijn Woord geopenbaard heeft. Derhalve is het een onmisbare voorwaarde voor het welslagen van de catechese, dat de catecheet zelfheeft leren luisteren naar en leven uit het Woord van God. Hoe kan hij anders zijn leerstof op de catechisanten overbrengen? De Heilige Geest is zijn Leermeester, hijzelf is een levenslange catechisant van Christus.

Een catechese, waarin deze persoonlijke geloofsband van de catecheet met de Heere God ontbreekt, moet van te voren reeds mislukt heten. Wat is het nodig, dat de catecheet zijn catechetische arbeid draagt door zijn gebed. Dat hij daarbij zelf toeneemt in geloofskennis. Dat hij meer en meer zichzelf leert kennen. Nooit mag de catecheet zich verheffen boven zijn catechisanten, als degene, die het weet. Zelfs boven de meest onverschillige catechisant mag hij zich niet verheffen, daar hijzelf alleen van genade leeft. Wie zo catechiseert behoeft niet bang te zijn zijn gezag te verliezen. Integendeel, hij motiveert juist door deze houding zijn gezag.

De catecheet als herder en leraar

We zagen in de gegevens van de Schrift telkens weer de pastorale elementen in de catechese oplichten. We willen nu zien, hoe dit pastorale element wordt gehonoreerd in het optreden van de catecheet.

De catecheet is tevens pastor. Daarom pleiten we er voor, dat de predikant zelf de catechese verzorgt. Kan dit niet, dan zal men er scherp op moeten letten, dat de relatie tussen catechese en pastoraat niet verloren gaat.

Wat een herder kenmerkt is de zorg voor zijn schapen. Laat deze zorg bij de catecheet gevonden worden. Laat hij bewogen zijn met het tijdelijk en eeuwig heil van zijn catechisanten. Laat hij dicht bij zijn catechisanten staan en hen trachten te begrijpen in hun eigen leefwereld. Tegelijkertijd is het zijn taak zijn schapen voor te gaan en te leiden volgens de norm van het Woord van God. Zelf geleid door dit Woord, kan hij voorop gaan, hetgeen iets anders is, dan boven zijn catechisanten verheven te zijn.

Wil de catecheet ernst maken met het pastoraat in de catechese, dan dient hij ook oog te hebben voor de gemeenschap van de gemeente. De catechisanten zijn geen losse individuen, maar schapen (lammeren) van de kudde der gemeente. De catechisanten dragen het kenteken hiervan door de Doop aan hun voorhoofd. Catechese bevat altijd het element van het binnenleiden in de heilsgeheimen van de gemeente, uitlopend op het afleggen van de openbare belijdenis van het geloof, waardoor men lidmaat der gemeente wordt. De catecheet mag en kan nooit 'op zijn eigen houtje' catechiseren. Catechese is catechese van en aan de gemeente. De verantwoordelijkheid ligt bij de kerkeraad. Het zou goed zijn, dat de catecheet zou worden begeleid door een catechese-commissie, aangewezen door de kerkeraad, bestaande uit enkele leden van de kerkeraad en enkele andere gemeenteleden, onder wie iemand uit het onderwijs en enkele ouders.

Tot de herderlijke liefde behoort ook het oog voor de enkeling. Dat geldt ook voor de catechese. Er zijn schapen, die extra zorg nodig hebben. Niet alleen degenen, die in bijzondere omstandigheden verkeren, of zieken en gehandicapten, maar ook degenen, die 'als aanwezigen afwezig' zijn, of andersom. Wat kan er toch al niet achter het uiterlijk gedrag van een catechisant schuilgaan. Laat de catecheet toch in deze gevallen iets kennen van de opzoekende liefde van Christus voor het verlorene.

Tenslotte dient de catecheet als pastor het hele heil voor de hele catechisant op het oog te hebben. Dat bepaalt zijn leerstof en zijn methode. Allerlei facetten van het christelijke (geloofs)leven dienen hun plaats te hebben in de catechese. Vergelijk de drieslag van de Heid. Catechismus: ellende, verlossing en dankbaarheid. Ook zal de catecheet niet alleen het verstand willen bereiken (cognitieve catechese), maar ook de wil en het gevoel (affectieve catechese). Pastorale catechese is gericht op hoofd, hart en hand van de catechisant.

De catecheet en de praktijk

Wat moet er nu aan leerstof door de catecheet aan de orde gesteld worden? De kerkorde noemt in Ord. 9, 1, 3: de Bijbel, de belijdenis, de geschiedenis van de kerk, in het bijzonder de reformatie, de zending en oecumene, het kerkboek en kerklied. Deze leerstof dient verdeeld te worden over de verschillende leeftijdsgroepen, rekening houdend met de leeftijd.

De kern van alle leerstof is de Schrift en de belijdenis. Methodisch kan deze kern concentrisch aan de orde komen. De stof in een lagere groep kan in een hogere groep verdiept aan de orde komen. De belijdenis catechisatie laten we even buiten beschouwing, daar zij apart besproken wordt.

De verdeling van de stof over de groepen kan er alsvolgt uitzien:

12-14 jaar - Bijbel; 14-16 jaar - Bijbel en Belijdenis; 16-18 jaar - Bijbel en Belijdenis; 18 en ouder-Bijbel, Kerkgeschiedenis, reeks onderwerpen; Bel. catechisatie - afzonderlijk programma.

In de opbouw van de leerstof zal men voortdurend oog moeten hebben voor de vragen van de catechisanten zelf. Zij raken hun dagelijks gebeuren. Ook zal er aandacht voor het kerklied moeten zijn. Laat de catecheet, als het kan, met zijn catechisanten zingen.

We willen vervolgens zien, hoe de catechese gedurende één seizoen kan worden gepland. We krijgen de indruk, dat er hier en daar te weinig keren wordt gecatechiseerd. Zo is het te summier, om alleen van dankstond tot bidstond te catechiseren. Er vallen al heel wat weken af, bijv. de weken in december-januari, de crocusvakantie, de week van begin-en slotuur (sommigen zijn hierin zeer listig). Hoeveel gewone catechisatieavonden blijven er dan eigenlijk over?

Laten we het catechetisch programma van te voren plannen. Per seizoen dient toch minstens 20 keer gecatechiseerd te worden (als het kan!). Dan kan de leerstof tot zijn recht komen en dan kan er ook een band groeien. Laat de catecheet dus in de zomer reeds een leerplan opstellen voor het seizoen, dat in september begint.

Het afzonderlijke uur (plm. 45 min.) dient steeds weer goed voorbereid te worden. Het is altijd te merken, wanneer de catechisatieles goed voorbereid is. Wie enkele jaren gecatechiseerd heeft, loopt het gevaar, te denken, de leerstof wel onder de knie te hebben en ontslagen te zijn van voorbereidingen. Mis. Hoeveel tijd wordt er uitgetrokken voor de methodiek? Juist als men enige ervaring heeft gekregen, kan aan de methodiek gewerkt worden.

Soms behoort de catechese tot de randwerkzaamheden van een predikant. Vele andere dingen hebben voorrang. Is dat juist? Nee. Het gaat in de catechese om een stuk wezenlijke opbouw van de gemeente. Het gaat om het heil van de catechisanten. Dat vraagt onze algehele inzet. Laat de catecheet een kwartier voor de aanvang van de catechisatie aanwezig zijn. Dan kan hij alles klaar zetten en zijn catechisanten opvangen. Laat er ook tussen de uren een kwartier tussenruimte zijn. Dat komt de wisseling van de groepen ten goede.

En... last but not least, laat de catecheet niet uitgeput in het catechisatielokaal verschijnen. Dan is hij al moe voordat de catechese begint. En moeheid is één van de oorzaken van ordeproblemen. Al deze dingen, en we zouden nog vele andere kunnen noemen, komen de catechese ten goede.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juli 1979

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Onze catechisatie (4) - De catecheet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juli 1979

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's