Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Islam: macht achter de machten

Dat is de titel van een artikel van dr. J. v. d.^ Linden in het Centraal Weekblad van 25 augustus. De schrijver wijst erop, hoe het gebeuren in Iran laat zien dat de Islam in staat is de massa's in beweging te brengen. Het Westen liet de derde wereld achter in bittere armoede en ellende. Miljoenen mensen zien in de Islam de banier die hen de weg wil wijzen in een kruistocht tegen de machten die Moslimwereld de voet dwars zetten. De Islam is meer dan een religie. Hij beheerst elk aspect van het leven. Meer dan ooit is de Islam de stem geworden zowel voor anti-communistiche kruistochten als voor linkse bevrijdingsbewegingen.

In alle landen in het Midden-Oosten en ver daarbuiten zien we daarvan sprekende symptomen. In Egypte vermoordden extremisten, die een terugkeer eisten naar de 'ware' islam, een oud-minister. 'Sindsdien maakte Egypte een sterk islamitische opleving door, vooral onder de studenten, die teleurgesteld over de oude Egyptische traditie en het Westerse ontwikkelingsmodel dat in hun land niet aanslaat, hun hoop weer vestigen op een vernieuwing van hun oude godsdienst.

In Afghanistan heeft de marxistische regering, satelliet van Rusland, de hand meer dan vol aan een islamitische guerrillabeweging, die met sterke steun van de bevolking nog eens weer laat zien dat islam en communisme onverzoenlijke tegenstanders blijven.

In Maleisië heerst een sterke islamitische opwekkingsbeweging. Een aardige illustratie daarvan gaf de dochter van de eerste minister bij haar terugkeer uit Europa. Zij droeg bij haar aankomst niet de laatste Parijse mode maar de traditionele sluier. In Pakistan en daarbij is de zending van onze kerken nauw betrokken, heeft de nieuwe president Zia al-Haq een raad van islamitische geleerden ingesteld en de rechtbanken opgedragen om iedere wet die strijdig is met de islam buiten werking te stellen. Op advies van deze geleerdenraad worden nu alle wetten aangepast aan de leer van de koran.

In het min of meer Westerse halfchristelijke Beiroet in Libanon heeft de jeugd op talrijke gebouwen de portretten aangebracht van de Ayatollah Khomeini. Zelfs de P.L.O.-leider Arrafat, die steeds had gesteld dat zijn strijd tegen Israël niets met de godsdienst had te maken, ontdekte ineens de stuwende krachten verborgen in de islam. Hij was de eerste die na Khomeini's terugkeer in Iran zich bij hem vervoegde onder de roep: 'Palestina vrij samen met Iran onder leiding van Khomeini'. Ook in Indonesië wist de islam iets te herwinnen van z'n tanende macht. Sukarno verdreef de islam min of meer van het politieke terrein. Maar bij de laatste verkiezingen onder Suharto beleefden moslimpartijen een come-back vooral in de grote steden. De tegenwoordige regering doet alles om een mogelijke vloedgolf van islamitische propaganda in te dammen. Het blijft voor Indonesië en de kerken daar een levensvraag of zij daarin zal slagen.

Vanuit het Westen gezien lijkt deze revolutie van de islam soms iets middeleeuws.

Dr. V. d. Linden stelt in het slot van zijn artikel de vraag: Kan de Islam de uitdaging van de moderne technologische wereld aan? Dat is een academische vraag. Want de Islam manifesteert zich als wereldgodsdienst, als drijvende kracht in vele landen van de derde wereld. We zouden er aan toe kunnen voegen dat de Islam ook in het Westen haar invloed laat gelden. Terecht waarschuwt de schrijver voor onderschatting van deze macht. In het verle­ den is er op allerlei wijze een bloedige confrontatie geweest met de Islam. Dat is een uitzichtloze zaak.

Ik laat hier de vragen rond de dialoog rusten. In ieder geval kunnen we spreken van een confrontatie. Zal de Islam een getuigende en wervende christenheid tegenover zich vinden? Of zal het een kerk en een samenleving ontmoeten die geen innerlijk verweer heeft, omdat ze uitgehold zijn door de geesten van bezitsdrift, consumptiedrang, relativisme en defaitisme? Van der Linden stelt de vraag of de Islam een antwoord heeft op de moderne wereld problematiek. We kunnen die vraag ook stellen aan de christenheid. Alleen een bewust positief leven door de Geest uit de kracht van het Evangelie zal kunnen antwoorden op de uitdaging van de moderne tijd en op die van de Islam.

Vooruitgangsgeloof en verantwoordelijkheid

In Credo (juli/aug. 1979) is een interview gepubliceerd mei prof. dr. ir. E. Schuurman. In antwoord op een vraag of het vooruitgangsgeloof nog bepalend is voor de westerse cultuur merkt Schuurman op dat de wetenschap de leidende cultuurmacht gebleven is en dat ondanks veler pessimisme de aanhangers van het systeemdenken erop vertrouwen dat ze door een betere wetenschappelijke aanpak de crisis kunnen bezweren. Dat is een overspannen verwachting.

Ligt het niet voor de hand om met behulp van wetenschap en techniek de huidige problemen aan te pakken? Speelt het vooruitgangsgeloof hier wel zo'n belangrijke rol?

Onder invloed van het vooruitgangsgeloof wordt aan de wetenschap een te belangryke plaats toegekend. De mens wil heden en toekomst geheel beheersen en het enige middel wat hem daarbij ten dienste staat is de wetenschap. Maar de wetenschap is niet in staat alles in de greep te krijgen. Het vooruitgangsgeloof maakt dat men dat onvoldoende inziet. Wetenschap ziet noodzakelijk van allerlei zaken af, zij is abstrakt en algemeen. In de wetenschap heeft men geen oog voor het unieke van alles wat er is. De schepping en haar toekomst zijn voor ons denken ondoorgrondelijk. In zijn concrete omgang met de werkelijkheid beleeft de mens zijn creativiteit, merkt hij schoonheid op, heeft hij lief, gelooft en hoopt hij. Maar die concrete ervaring, daarvoor is in de wetenschap geen plaats. Daarom geeft zij een beperkt beeld van de werkelijkheid en van het menselijk leven. Daarom is zij ook ongeschikt ons naar de toekomst te leiden. Zelf stel ik het begrip verantwoordelijkheid centraal. Daarmee bedoel ik ook dat we onze verantwoordelijkheid niet mogen afschuiven naar de wetenschap en de deskundigen. Ik bepleit het omgekeerde de wetenschappelijke resultaten moeten een bepaalde plaats krijgen binnen het handelen van de concrete verantwoordelijke mens. Die mens is niet alleen verantwoordelijk voor de toekomst, maar voor alle aspecten van het bestaan hier en nu. Verantwoordelijkheid is ten diepste hét koninkrijk van God zoeken. De wetenschap kan daarbij dienen maar niet voorschrijven. Als Christen geloof ik in het koninkrijk van God als de zin van de geschiedenis. Maar als de mens dat koninkrijk zelfstandig zou moeten bouwen, zou ik ook pessimist worden. De geschiedenis is vol oorlog, lijden, verwoesting en dood, en wat dat betreft is er weinig veranderd. De neo-marxisten hebben goed gezien dat een wetenschappelijke beheersing van de toekomst de nood en het lijden doet toenemen. In zoverre voel ik me bij hen beter thuis dan bij de technocraten die veel te optimistisch over de toekomst van de mens praten.

Overal waar de mens bouwt, wordt de natuur teruggedrongen. Hoe noodzakelijk ook, het gaat hier toch om een verlies. Al is er dan misschien vooruitgang voor de mens, de natuur lijkt alleen neergang te kennen. Hoe valt dat te rijmen met een positieve kijk op de geschiedenis? Of is de natuur maar van ondergeschikt belang? In uw boek 'Techniek middel of moloch'? schrijft u op pag. 125: 'In het koninkrijk van God... zal al het geschapene tot zijn eigenlijke bestemming komen'. Kunnen wij ons daar iets van voorstellen? Kunnen daar reeds nu tekenen van opgericht worden?

Romeinen 8 staat niet voor niets in de Bijbel. De 'Schepping ziet uit naar een echt evenwicht tussen cultuur en natuur. In onze cultuur gaat het in hoofdzaak om de mens en zijn materieel belang. Het milieu wordt verwaarloosd. Of iets mooi is, of het helder en schoon blijft en geen vervuiling oplevert, of het past bij de omgeving, dat vormt vaak nauwelijks een punt van overweging. Maar ik geef toe, ook al verwaarloos je die aspecten in de cultuur niet, dan nog blijft het zo dat door die cultuur een stuk oorspronkelijke natuur verloren gaat. Betreur je dat evenwel, dan zegje eigenlijk nee tegen alle cultuur. Ik vind dat spreken over een ongerepte natuur als rustend in zichzelf niet zo christelijk. Ik moet hierbij ook altijd aan de mimtevaart denken. Waarom is die Kosmos als Kosmos er? De mens is de kroon van de schepping, maar hij kon de kosmos lange tijd niet onderzoeken. Hij wordt ertoe uitgenodigd dat wel te doen. Daarbij kan natuurlijk iets verloren gaan maar dat moet ons mijns inziens niet weerhouden. De gegeven oorspronkelijke natuur kan ook angstaanjagend en weerbarstig zijn. Vloedgolven richten enorm veel schade aan, daarom bouwen we dijken. Ongetwijfeld gaat daarbij iets verloren. De cultuur overwint dat angstaanjagende, ze is dus niet alleen negatief in haar relatie tot de gegeven natuur. De cultuur kan de natuur ten zegen zijn. Maar als je de cultuur ontwikkelt op grond van verkeerde motieven, helemaal op de mens gericht, dan gaat de cultuur dezelfde trekken vertonen als de oorspronkelijke natuur in zijn dreiging en weerbarstigheid. Ja, in wezen vormt een cultuur waarin het alleen om de mens gaat, een veel emstiger bedreiging dan de oorspronkelijke natuur.

In het vervolg van dit gesprek komt de overheidstaak ter sprake. Vooruitgangsgeloof is alomvattend. Een wetenschappelijke benadering voert licht tot een grootschalige technocrarische aanpak. Het lijkt alsof de staat als grootste samenlevingsverband dat het best kan doen. Prof. Schuurman meent dat de overheid de taak heeft recht te bestellen in de maatschappij, verantwoordelijkheden te stimuleren. Ze moet corrigeren, bijsturen. Maar overheid en volk mogen niet tegen elkaar uitgespeeld worden.

Je mag overheid en volk niet tegenover elkaar stellen. Je kunt je geen volk voorstellen waarvan niemand meer weet wat verantwoordelijkheid is, met een overheid die dat wel zou weten. Je kunt over de overheid niet spreken los van het volk. Het is onvoorstelbaar dat een overheid het helemaal goed zou doen en het volk slecht. Wat een overheid doet moet weerklank vinden bij het volk. Het moet aansluiten bij wat de mensen als hun verantwoordelijkheden zien. Daar kun je zeer pessimistisch over zijn, want in onze tijd zijn beide geseculariseerd. Toch meen ik datje moet volhouden dat een overheid uit moet gaan van de verantwoordelijkheden van individuen, gezinnen, ondernemingen, etc. En vooral via de christelijke politiek zal men de overheid haar normatieve taak moeten voor-x houden en haar moeten waarschuwen tegen grensoverschrijdingen. De overheid moet zich beperken tot het weer rechttrekken van de cultuur als die cultuur ontspoort. Als je dat niet volhoudt, zal de overheid mee in het spoor van de ontsporing gaan, doordat zij zich taken toeeigent die niet tot haar terrein behpren. Ze moet daar juist buiten blijven

om haar eigenlijke taak goed te kunnen vervullen. Let wel, er is niets tegen als de overheid zich met allerlei levensterreinen bemoeit om daar het recht te bestellen en de ontwikkeling weer in het juiste spoor te krijgen. Het is echter onjuist als de overheid daarbij taken naar zich toetrekt die buiten die juridische sfeer vallen.

Kunt u wat concreter aangeven wanneer de over heid die grens overschrijdt?

Een overheid die zelf ondernemer wordt, die zelf de ontwikkelingen van de techniek ter hand neemt, diezelf het maatschappelijk werk helemaal organiseert, etc. Uiteindelijk zijn dat geen oplossingen. Een overheid die Jjijvoorbeeld het maatschappelijk werk naar zich toehaalt en voor de beheersing daarvan de wetenschap onkritisch gebruikt, legt de basis voor één van de grootste problemen van de toekomst: het sociale probleem. Voor de economie is het ook geen oplossing. De economische ontwikkeling onder leiding van de overheid is ontspoord. Ten eerste wordt er geen recht gedaan aan de creativiteit van de mens die zich uit in de techniek. In een dergelijke economie fungeert de techniek als een neutraal basisgegeven, dus als vanzelfsprekend goed. Maar zo wordt geen rekening gehouden met de mens in het produktieproces. De arbeider is ondergeschikt aan de technische mid­ delen, de machines. Pas als het bedrijf loopt en de machines draaien komt de zorg voor de mens. In de tweede plaats, overheidsinvloed is altijd op de massa gericht, niet op het individu. Dat komt door de gebruikte wetenschappelijke methode. Alleen op die manier kan ze het hele proces beheersen. In plaats daarvan zou ze meer de liefde en de gemeen­ ­schapszin moeten bevorderen. Door allerlei verantwoordelijkheden aan zich te trekken doet ze dat juist niet.

Schuurman is van oordeel dat er bij velen een tweeslachtigheid heerst. Enerzijds streeft men naar een wereldstaat, grootschalig opgezet met als toppunt een staat die zich overal mee bemoeit. Anderzijds pleit men voor democratisering, creativiteit, gemeenschapszin. Hier zien we hoe het vooruitgangsgeloof vast loopt.

Tegenover dit vooruitgangsgeloof in een toekomst, dat in feite geseculariseerd denken is pleit Schuurman voor een geloofsvisie die weet van de verantwoordelijkheid tegenover God in het heden. Zo houden we de weg naar de toekomst open.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 1979

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 1979

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's