Alleen door genade

Welk een verzoeking! Door alle eeuwen heen. En telkens maar weer opnieuw. Om het evangelie te vermengen met de Wet! Toen en nu.

De gemeenten van Galatië werden beroerd door het Judaïsme. Het Evangelie van Jezus Christus wat aanvullen! Met de Wet van Mozes! God wat en de mens wat. In zake het heil! Deze beroering laat Paulus niet onberoerd. Het gaat om de genade!

Zijn de Galaten dan betoverd? ! Kennelijk. Door de charme van de co-operatie! De medewerking ten aanzien van het heil.

Maar genade is genade! Zij is vrij. Paulus illustreert dit met Genesis 16. Abraham had twee zoons. Eén uit de dienstmaagd, en één uit de vrije. De één uit Hagar. De ander uit Sara. Ismaël en Izak. Ismaël was een zoon naar het vlees. Izak was het kind van de belofte. Ismaël was een zoon van de zelfwerkzaamheid. Izak was de zoon van Gods werkzaamheid. Een diepe betekenis! 'Want deze zijn de twee verbonden'.

God beloofde Abraham tot een groot volk te maken.
En zo zouden alle geslachten der aarde gezegend worden.
God vervulde Zijn belofte op een wonderlijke en bovennatuurlijke wijze.
Toen dit menselijkerwijze niet meer kon. Toen Abraham oud was geworden, en Sara ver boven haar leeftijd.
Toen werd het kind van de belofte geboren. Hagar vergeleken met de Sinaï en met het Jeruzalem, dat het nu is. Dienstbaar! En de slavin Hagar blééf dit, evenals haar zoon Ismaël. En het Jeruzalem, dat nu is, blijft dat tot op de dag van vandaag. Dienstbaar aan de Sinaï. Dienstbaar aan de Wet. Het jodendom!

Sara is vrij. Zij is de moeder van het kind der belofte. Zij wordt vergeleken met het Jeruzalem, dat boven is. Vrij van de Sinaï. Vrij van de Wet. De Kerk van onze Heere Jezus Christus. De Kerk vóór Zijn troon en hier beneden. Tenslotte is onze wandel in de hemelen, vanwaar wij ook de Zaligmaker verwachten. De gelovigen zijn kinderen der belofte. Als Izak.

En eigenlijk is dan Sara hun moeder. 'Zo dan, broeders, wij zijn niet kinderen der dienstmaagd (Hagar), maar der vrije (Sara)'. Sara wordt vergeleken met het Jeruzalem, dat boven is. En zo kan het Jeruzalem, dat boven is onze moeder worden genoemd.

Dan zijn we ook uit haar geboren. Geboren uit het Jeruzalem, dat boven is.

Paulus gebruikt hetzelfde woord, dat Jezus gebruikte in het gesprek met Nicodemus... 'Wederom geboren worden' - lett. 'van boven-geboren worden'. En dit wederomgeboren worden, dit van-boven-geboren worden, dit geboren worden uit het Jeruzalem, dat boven is, belijden wij met één van de belijdenisgeschriften van onze Nederlandse Hervormde Kerk, de Dordtse Leerregels, als: 'een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderbare, verborgene en onuitsprekelijke werking, die, naar het getuigenis van de Schrift in haar kracht niet minder noch geringer is dan de schepping of de opwekking der doden'.

Wederomgeboren op een wonderbaarlijke wijze.
Evenals Izak. Het kind der belofte. Uit de vrije. Toen dit menselijkerwijze niet meer kon.
Zonen en dochteren van de allerhoogste God! Uit God geboren (Joh.), ledere medewerking onzerzijds is uitgesloten. Opdat genade ook genade zou zijn. Want het Jeruzalem, dat boven is, is vrij. En zij is onze moeder.
Uit vrije goedheid waart Gij haar een vriendelijk Ontfermer!

Alléén kinderen der belofte... Alléén Sara tot onze moeder... Alléén het Jeruzalem, dat boven is, en dat vrij is, tot onze moeder... Alléén wederomgeboren... Alléén van boven geboren... Alléén uit God geboren... Als we schade en drek achten alle zelfwerkzaamheid en eigengerechtigheid. Vuil en vies! Om de uitnemendheid van de kennis van Jezus Christus, onze Heere. Blank en rood! In het bloed der verzoening. In Hem zijn alle beloften Gods ja en amen!

Het Jeruzalem, dat boven is, is vrij. Zij brengt de kinderen der belofte voort uit Gods vrije welbehagen. De bewogenheid Gods geopenbaard in de Zoon van Zijn welbehagen. Het betaamde Hem alle gerechtigheid te vervullen. 'Het is volbracht!' Daarom zingen deze kinderen eenparig: 'Door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen'. Vrij! En niet dienstbaar. 'Indien de Zoon u zal vrij gemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn'.

Iedere doe-het-zelf-houding. Al is het met behulp van de Wet. Zij behoort tot een ander evangelie! En wie het brengt, is van God vervloekt. Ismaël kon niet in één huis blijven met Izak. 'Werp de dienstmaagd uit met haar zoon, want de zoon der dienstmaagd zal geenszins erven met de zoon der vrije' (Gen. 21 : 10).

Eigengerechtigheid en geloof in Christus zijn onverzoenlijk!

De uit pure genade geschonken gerechtigheid van Jezus Christus. Daarin beginnen we te zoeken, de dingen die boven zijn. Beginnen we te ademen, te leven, en ons te bewegen.

Vanuit het Jeruzalem, dat boven is, dat vrij is, en hetwelk is ons aller moeder. In de pure gerechtigheid van Christus. Zo leren de kinderen der belofte de naam van Vader zeggen. Abba, Vader! (vs. 6) Maar ook de naam van moeder. 'Jeruzalem, dat ik bemin, wij treden uwe poorten in, daar staan, o Godsstad, onze voeten...'

Nog heel even. En dan zijn Vader, moeder en kinderen samen! Voor eeuwig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen