Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ‘Gereformeerde Gezindte’ en ‘Samen op Weg’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ‘Gereformeerde Gezindte’ en ‘Samen op Weg’

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waar blijft onze visie? Sterker, waar is de profetie? Wat hebben wij die nodig! En dan naar twee kanten toe. Als Samen-op-Weg aan de orde is (en dat is aan de orde) zijn er niet maar vóór-of tegenstanders nodig, maar profeten als 'wachters op Zions muren'. Ook en juist daar, waar muren verlegd of verlengd worden; waar bressen geslagen worden.

De spiegel der historie
'En waarom zouden we ons niet mogen vleijen dat menige Afgescheidene, bij het besef dat hij te vroeg alles verloren geacht heeft, en dat het (Ned. Herv.) Kerkgenootschap een historische vorm der Nederlandsche Kerk is, tot ons terugkeeren en in het herwinnen van hetgeen der kerke toekomt, ons de hand zal bieden? ' (Groen van Prinsterer in 1843).

'Mijne begeerte naar broederlijke samenwerking met de Afgescheidenen, voor kerk, school, en staat, is durf ik zeggen overbekend. Daarom hebben zij en wij bij de voortzetting van den strijd, ook in het kerkgenootschap, evenzeer het hoogste belang'.

'Met moed en beleid gevoerd, kan de strijd waarin wij thans geraakt zijn, leiden tot eene sedert lang gewenschte hereeniging met de afgescheiden gemeenten op historischen grondslag. Flauwhartigheid of overmoed daarentegen loopt op nieuwe verbrokkeling en op triumf der vijanden uit' (Groen van Prinsterer in 1868).

'Wat ik aan Da Costa in 1845 schreef was het gevoelen ook van Da Costa zelf: 'Het is volstrekt nodig ons te beschouwen als leden van de historische kerk, welke in Nederland uit Afgescheidenen zoowel als niet-afgescheidenen bestaat' (Groen van Prinsterer in 1872).

Vond deze visie van Groen weerklank bij de Afgescheidenen zelf?

Toen Groen stierf (1876) sprak de afgescheiden ds. A. Brummelkamp op zijn graf het volgende:

'En later, in den langdurigen kerkelijken strijd van den heer Groen dien wij steeds met groote belangstelling hebben gevolgd, heeft het ons altijd getroffen, hoe de Ontslapene naar hereeniging verlangde. Er loopt een licht herkenbare draad door het weefsel zijner kerkelijke geschriften, die wij, Christelijke Gereformeerden, niet kunnen bespeuren, zonder dat ons een trilling door het harte gaat, en die het ons duidelijk maakt dat op kerkelijk gebied almeé geen heerlijker dag voor den heer Groen had kunnen aanbreken, dan die der hereeniging der vanéén gescheurde Kerk van Christus in ons land (-). Wij, Christelijke Gereformeerden, danken God dat Hij een Groen van Prinsterer verwekt heeft, om ook ons goed recht te verdedigen. Wij zullen hem niet vergeten. Wij hebben zijn nagedachtenis lief; en zoolang het Evangelie van Jezus Christus van onze kansels verkondigd zal worden zullen wij zijner blijven gedenken en zijn naam aanschrijven onder de beste mannen uit onze rijke historie.'

Waar blijft de Gereformeerde Gezindte nu?
Waar horen wij deze klanken van Groen nog in de Nederlandse Hervormde Kerk? En waar resoneren deze klanken nog in de gescheiden kerken, zoals bij een Brummelkamp? Groens conceptie van de 'Gereformeerde Gezindte' is kennelijk zoek geraakt. Aan de orde is nu, uit een andere hoek, een heel andere conceptie: 'Samen op Weg' van Hervormd en Gereformeerd. Het verschil is wel duidelijk. Groen zag in de 'Gereformeerde Gezindte' niets minder dan de 'historische kerk', ingegeven door de hunkering naar de ongedeelde kerk der Reformatie in Nederland. Maar 'Samen op Weg' beoogt juist de kerk-van-de-toekomst met oecumenische contouren. Dubbele tragiek! Wat nu de Gereformeerde Gezindte is staat nèt buiten dit Samen op Weg. Hervormdgereformeerden voelen zich er eerder door bedreigd; en Christelijke Gereformeerden, Vrijgemaakten en Geref. Gemeenten kijken toe. Wat aan de orde is, hebben wij niet begeerd. Wat wij begeren is niet aan de orde. Samengaan met de andere gescheiden kerken is immers niet haalbaar. Zo liggen de feiten. De impasse is compleet.

Maar mogen wij ons zo laten regeren door de feiten? Waar blijft onze visie? Sterker, waar is de profetie? Wat hebben wij die nodig! En dan naar twee kanten toe. Als Samen-op-Weg aan de orde is (en dat is aan de orde) zijn er niet maar vóór-of tegenstanders nodig, maar profeten als 'wachters op Zions muren'. Ook en juist daar, waar muren verlegd of verlengd worden; waar bressen geslagen worden. Doet aan de wapenrusting Gods. Wij worden niet geroepen tot bevordering van eenheid ten koste van de waarheid, maar wèl tot getuigenis geven van de waarheid in elke nieuwe historische situatie. Laten we elkaar daarvoor concreet toerusten. Maar laten we ook die andere kant in het oog houden: de Gereformeerde Gezindte. Wij mogen de andere gescheiden kerken minder dan ooit buiten beschouwing laten. (Voor Groen van Prinsterer hing het één met het ander samen: hij streed in de Hervormde kerk om de terugweg van de Afgescheidenen mogelijk te maken!) Hij bleef hen vasthouden, al zag hij scherp hun beperktheden; hij bleef er kerken, al werd hij er eens van het Avondmaal geweerd! Ook wij delen niet alle eigenaardigheden van Vrijgemaakten of Geref. Gemeenten, maar zullen we ons schamen voor de band der geschiedenis en der belijdenis? En maken wij geen dankbaar gebruik van Apeldoornse studies? Bedrijven wij niet samen de gereformeerde theologie? (men zie Theologia Reformata!). Het valt mij op, dat wij hervormd-gereformeerden juist in deze dagen (i.v.m. Samenop-Weg) weer ons niet-afgescheiden kerkelijk standpunt benadrukken (en m.i. terecht). Maar dan moesten wij ook durven doorstoten. Wij moesten de band met de andere gescheiden kerken evenzeer benadrukken en juist nu aanhalen; en wij moesten tegelijk de profetische moed hebben om een appèl te doen: kom over, en help ons. Als wij zó overtuigd zijn, dat afscheiden niet verantwoord is, moeten we dat niet alleen tegen onszelf maar ook tegen de gescheiden broeders zeggen. Discussies over 1834 enz. wil ik niet oprakelen en hervormd kerkisme moeten we bij onszelf kruisigen, maar juist daarom kunnen we bij Groen veel leren: een houding die respekt afdwingt, een visie die aanspreekt.

Laten wij hen in ernst onze nood op het hart binden, laten wij eerlijk zeggen hoezeer wij hen nodig hebben.

Een concreet voorstel
Enkele jaren geleden organiseerden wij (vanuit de RRQR, organisatie van afgestudeerden van de studentenvereniging C.S.F.R., komend uit de Gereformeerde Gezindte) in Utrecht een forum over dit onderwerp: De Gereformeerde Gezindte en Samen op Weg. Prominenten uit de betreffende denominaties waren vertegenwoordigd; de zaal stroomde vol - want dit leeft! Ik heb toen het idee gelanceerd van kansel-opening-naar-de-andere-gescheiden-kerken. Mag ik dat nóg eens noemen? Waarom kan een man als prof. Velema wèl voor hervormd-gereformeerde predikanten spreken over de prediking (dat is gebeurd!) en kan hij niet op onze kansels voorgaan? Ik meen dat ds. Tukker hem dat ook eens aangeboden heeft. Als christelijke gereformeerde reglementen dat beletten, moeten die nodig herzien worden (er kan daar méér...).
Zo'n kansel-opening is nog niet eens kanselruil: zij behoeft niet eens wederkerig te zijn, zij mag plaatselijk en mentaal variëren, zoals dat nu binnen elke denominatie allang het geval is. Ik bedoel er ook bepaald geen kerkelijk spel mee, maar zou een teken willen stellen van verbondenheid binnen de Gereformeerde Gezindte.

Gelukkig bestaan er - door de kerkmuren heen - nog allerlei verbanden: via het onderwijs, via de politiek, de omroep enz. Op allerlei plaatsen komen wij allerlei broeders tegen: bij Protestants Nederland, in de S.G.P., bij de R.P.F., bij 'In de Rechte Straat', de 'Driestar', op de C.S.F.R. en de R.R.Q.R., in het Reformatorisch Dagblad, in Koers en vele bladen meer; de laatste tijd ook in Evangelische verbanden: E.O. en E.H., en E.A. Wij doen eraan mee en er in mee, denk ik dan, zoals Groen in het nationale en internationale Réveil. Maar wat Groen tóén al signaleerde is nu zeker waar: de brandende kwestie van de kerk raakt bijna in het vergeetboek, ja zulke organisaties gaan in sommige opzichten de plaats van de kerk innemen. Groen heeft het ook geweten, toen men eindelijk in de Réveilkring de kerkelijke kwestie aan de orde stelde: de bom barstte. Helaas! Het zal dus veel wijsheid vereisen om het nu beter te doen. Maar mogen wij onze huizen bouwen en het huis des Heeren woest laten? Mogen wij de bestaande dwarsverbindingen niet productief maken om de zaak van de kerk aan de orde te krijgen, zonder kortsluiting te maken? Daarom mogen wij m.i. de kansel er niet buiten houden en kan kanselopening kortsluiting voorkomen. Het zou het meeleven van de gescheiden broeders op verrassende wijze levensecht maken; het zou hen stimuleren tot meer theologische hulp en voorbede; het zou hen betrekken bij een door schaalvergroting straks nog moeilijker wordende kerkelijke strijd. Er zou op den duur een ander samen-op-weg van kunnen komen, te beginnen bij het besef samen verantwoordelijk te zijn voor wat er van de kerk der reformatie in ons land is overgebleven.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 januari 1980

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De ‘Gereformeerde Gezindte’ en ‘Samen op Weg’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 januari 1980

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's